Medicatie verslag
Leerling naam
Klas:
Naam praktijkplaats:
Naam school:
,Inhoudsopgave
Inleiding + inname van medicatie + vormen van medicatie…………….................. 3.
1. Analgetica (pijnstillende medicatie)….………………………...................................... 5.
Paracetamol……………………………….……………………...................................... 5.
Aspirine…………………………………..….……………………......................................6.
Oxycodon (sterke pijnstiller)……………………………....................................... 7.
2. Anticoagulantia (bloed verdunnende medicatie)………...................................... 8.
Clopidogrel……………………………………………………......................................... 8.
Acenocoumarol……………………................................................................... 8.
Apixaban……………………………………………..................................................... 9.
3. Antihypertensiva (bloeddruk verlagend medicijn)……….................................... 10.
Acetylsalicylzuur…………………….................................................................. 10.
Lisinopril (ACE-remmers)...........................................................................11.
Bisoprolofum…………………….......................................................................12.
4. Antibiotica (bestrijd bacteriële infecties)…........................................................ 13.
Amoxicilline (Clavulaanzuur).....................................................................13.
Ciprofloxacine……………………......................................................................14.
Monuril (Fosfomycine)…………................................................................... 15.
5. Middelen voor de luchtwegen (luchtwegverwijders)………............................... 16.
Ventolin (Salbutamol)………………...............................................................16.
Ipratropium……………………......................................................................... 17.
Atrovent (Ipratropium)………......................................................................18.
6. Diuretica (vocht afdrijvende medicatie).............................................................19.
Furosomide……………………..........................................................................19.
Bumetanide……………………......................................................................... 20.
Hydrochloorthazide…………………….............................................................21.
7. Sedativa (bewustzijn verlagende medicatie)..................................................... 22.
Midazolam……………………...........................................................................22.
Oxazepam……………………............................................................................23.
Lorezapam……………………........................................................................... 24.
8. Insuline (hormoon die de suikerspiegel in balans houd)………..….......................25.
Novo Rapid (insuline) ……………………..........................................................25.
Lantus (insuline) …………………………............................................................ 26.
Metformine……………………......................................................................... 27.
9. Laxeermiddelen (bevordert de stoelgang en maakt ontlasting dunner)…….…..28.
Movicolon (Macrogol)……………………………….................................…………..28.
Microlax (natriumlaurylsulfo-acetaat met sorbitol in klysma)………………..29.
Bisacodyl……………………………………………………………………………………………….30.
10. Maagmiddelen (beschermt de maagwand of reguleert het maagzuur)….…...31.
Pantoprazol (maagzuurremmer)………………...............................................31.
Omeprazol (maagzuurremmer).................................................................32.
Sucralfaat (maagwandbeschermer).......................................................... 33.
11. Anti-epileptica (medicijn tegen epillepsie)……………………..…...……………………… 34.
Lacosamide……………………………………………………………….……….....................34.
Rufinamide…….……………………....................................................... …………..35.
Zonisamide…………………………………………………………………............................36.
12. Bèta blokkers………………………………………………….……………..………………. …………..37.
Atenolol…………………………………………………………………….………........…………..37.
Metoprolol…….…………………….................................................................... 38.
Propranolol……………………………………………................................................. 39.
Bronvermelding + Aftekening medicatie verslag……………………………………………… 40.
2
,Inleiding:
Voor mijn opleiding VIG + MZ moet ik een medicatie verslag uitbrengen.
D.m.v. dit medicatieverslag ga ik een verslag uitbrengen over 12 hoofdgroepen van medicijnen.
De 12 hoofdgroepen van medicijnen zijn:
1. Analgetica
2. Anticoagulantia
3. Antihypertensiva
4. Antibiotica
5. Middelen voor de luchtwegen
6. Diuretica
7. Sedativa
8. Insuline
9. Laxeermiddelen
10. Maagmiddelen
11. Anti-epileptica
12. Bèta blokkers
Per hoofdgroep heb ik 3 medicijnen behandeld.
Hierbij vertel ik de volgende onderwerpen:
De werking
De meest voorkomende bijwerkingen (zie toelichting)
Wijze van toediening
Verschijningsvorm
Bijzonderheden
Manieren van inname bij geneesmiddelen:
Geneesmiddelen kunnen op verschillen manieren worden toegediend o.a.:
- Oraal: Via mond en slokdarm d.m.v. tabletten, dragees, capsules, drankjes, poeders, etc.
- Intraveneus: Injectie in een ader.
- Intramusculair: Injectie in een spier.
- Subcutaan: Injectie onderhuids.
- Rectaal: Via de anus d.m.v. een zetpil of een klysma.
- Vaginaal: Via de vagina d.m.v. een vaginale zetpil.
- Op de slijmvliezen: Verstuiving d.m.v. mondspray of neusspray.
- Door indruppeling: Oogdruppels, neusdruppels en oordruppels.
- Via de longen: Inhalatie.
- Op de huid: Dermaal d.m.v. een zalf, crème of lotion.
- Door de huid: Transdermaal, pleisters. (fentanyl, nicotine, oestrogeen)
3
,Vormen van geneesmiddelen:
Tablet: Een tablet is een toedieningsvorm voor geneesmiddelen en voedingssupplementen waarvan
het actieve ingrediënt bij kamertemperatuur in de vaste fase is. Een tablet kan diverse vormen en
afmetingen hebben.
Siroop: Medicinale siropen zijn viskeuze bereidingen voor intern medicinaal gebruik en bevatten ten
minste 50% sucrose, maar meestal 60 a 65%. Het suikergehalte van siropen is essentieel voor hun
lange houdbaarheidstermijn. Micro-organismen kunnen zich niet vermeerderen in verzadigde
suikeroplossingen.
Dragee: Een dragee is een tablet met een coating. De coating bestaat vaak uit suiker en een
kleurstof. Het doel van de coating is het verbeteren van het uiterlijk van de tablet, soms dient de
coating ook de geneeskrachtige stof tegen invloeden van het licht te beschermen of het smaakgevoel
te verbeteren. Veel mensen vinden bovendien dat de gladde coating het inslikken van een dragee
gemakkelijker maakt. Door de coating eromheen wordt de dragee groter en makkelijker hanteerbaar.
Bruistablet: Een bruistablet moet worden opgelost in water, waardoor dit makkelijker in te nemen is.
Bovendien werkt het medicijn sneller, omdat het reeds is opgelost. Daarbij is het vaak wat
makkelijker door de maag te verdragen. Bruistabletten bevatten soms een lichte Citrus- of andere
fruitsmaak.
Zuigtablet: Een zuigtablet is een tablet dat door middel van langzaam zuigen in de mond kan worden
geconsumeerd. Sommige geneesmiddelen bestaan in deze vorm, waarbij de werkzame stof
doorgaans door het mondslijmvlies wordt opgenomen.
Capsule: Een capsule is een omhulsel dat bestaat uit gelatine en dit kan hard of zacht zijn. Het
geneesmiddel bevindt zich hierin. Harde capsules worden vaak gebruikt voor geneesmiddelen in
poedervorm, zachte capsules voor olieachtige middelen.
Zalf: Een zalf (latijn: unguentum) is een half vaste dermaticum dat bestaat uit een fase. In de
farmacie wordt onderscheid gemaakt tussen zalf en een crème. Een crème bestaat tot tegenstelling
tot een zalf ui een waterfase en een vette fase. Het wordt op de huid aangebracht met de bedoeling
tot heling of verzachtende werking. (Zalf is beperkt houdbaar na opening)
Balsem: Balsem etherische oliën bevattende stof. Sommige soorten balsems worden gebruikt voor
massage, als verbandzalf etc. (Balsem is beperkt houdbaar na opening)
Oogdruppels: Oogdruppels bestaan uit een zoutoplossing waarin een medicament is opgelost, dat op
deze wijze plaatselijk in het oog kan worden toegepast. Welk medicijn hangt vanzelfsprekend af van
de aandoening waar behandeling voor wordt gezocht. (Oogdruppel zijn beperkt houdbaar na
opening)
Zetpil: Kegelvormige pil waarin geneesmiddelen zijn verwerkt. De zetpil wordt door de anus in het
rectum gebracht, waar het omhulsel van de pil zal smelten en het geneesmiddel snel kan worden
opgenomen.
Neusdruppels: Neusdruppels worden via de neus toegediend. (nasale medicatie) Het woord is
afgeleid van het in de neus druppen van medicijnen in vloeibare vorm, waarbij meestal gebruik
wordt gemaakt van een pipet. (Neusdruppels zijn beperkt houdbaar na opening)
Spray: Verspreiding van zeer kleine deeltjes van een stof in een gas, gebruikt om geneesmiddelen toe
te dienen.
4
,Verneveling: Bij verneveling gebruik je een vernevelaar. De vernevelaar zet een medicijnoplossing
(vloeistof waarin het medicijn is opgelost) om in nevel of mist. Dit adem je vervolgens in. Zo komt het
medicijn in de juiste hoeveelheid in de luchtwegen terecht.
Patch: D.m.v. pleisters kunnen medicijnen ook aan het lichaam toegediend worden. Ze bevatten
doorgaans een kleine hoeveelheid van een werkzame stof die zeer gelijkmatig (gereguleerd) via de
huid aan het bloed wordt afgegeven, het gaat hier om een systemische werking.
Poeders: Poeders worden opgelost d.m.v. bijvoorbeeld water. Deze drank word dan ingenomen via
de mond en wordt dan door het lichaam opgenomen. Poeders worden vaak gebruikt voor de
stoelgang zoals Movicolon.
Injectie: Met behulp van een injectie worden medicijnen toegediend. Er zijn verschillende vormen
van het geven van een injectie. Je hebt intramusculair (injectie in spierweefsel), subcutaan (injectie
onderhuids) hierna zal de stof langzaam in het bloed worden opgenomen en intraveneus (injectie
direct in de ader).
1. Analgetica (pijnstillende medicatie)
1. Paracetamol
Werking: Paracetamol is een pijnstiller en onderdrukt koorts. Paracetamol wordt
gegeven na bijvoorbeeld een operatie of andere pijnklachten.
Bijwerkingen: Leverbeschadiging, nierbeschadiging na langdurig gebruik, bloedafwijkingen
en huidirritaties.
Toedieningswijzen Zo nodig 6 maal daags bij pijn. Oraal gebruik in tablet vorm met water.
:
Te verkrijgen als: Tabletten, zetpillen, poeder, en in drankvorm.
Risico medicatie: Bij dit medicijn zijn geen beperkingen.
Verkocht onder Kinderparacetamol, Panadol, Sinaspril-paracetamol, Paracetemol, Citrosan,
merknamen: Hot Coldrex, Zaldiar, Roter-Paracetemol, Paracetemol/vitamine C, Excedrin,
Tramadol/Paracetemol, Apotel, Anitgrippine paracetemol en vitamine c
5
,2. Aspirine (acetylsalicylzuur)
Werking: Aspirine heeft pijnstillende, koortsverlagende en ontstekingsremmende
werking.
Bijwerkingen: Maagklachten zoals: Maagdarmstoornissen zoals maagpijn, misselijkheid,
braken en dyspepsie. Huidreacties zoals: Huiduitslag, urticaria, jeuk en
oedeem.
Toedieningswijzen Oraal gebruik in tablet vorm met water.
:
Te verkrijgen als: Tabletten, bruistabletten, injecties, smelttabletten, poeders, drank en
zetpillen.
Risico medicatie: Bij dit medicijn zijn geen beperkingen.
Verkocht onder Aspirine C, Acetylsalicylzuur, Aspirine, ACCod, Migrafin, ApaC, APC, Roter
merknamen: APC, Alka Seltzer, Aspro, Acetosal, Aspegic, Exedrin,
6
,3. Oxycodon (sterke pijnstiller)
Werking: Oxycodon is een sterke pijnstiller. Het wordt gegeven bij ernstige pijn, zoals
na operaties, na een ongeluk en kanker. Ook bij zorg voor mensen die niet
meer beter worden (palliatieve zorg). Tabletten, capsules en drank werken
binnen 1 uur. Injecties werken sneller. Deze werken 4 tot 6 uur lang.
Langwerkende tabletten (met gereguleerde afgifte, MGA) werken 12 uur
lang. Je mag Oxycodon gebruiken zolang je het nodig hebt, maar wel volgens
een vast schema. Bijvoorbeeld om de 4 uur of om de 12 uur.
Bijwerkingen: Bij gebruik kun je last krijgen van verstopping. (obstipatie) Dit voorkom je
door elke dag een laxeermiddel te gebruiken. Naast obstipatie kun je ook
last krijgen van andere klachten van de maag of darmen zoals: diarree,
buikpijn en misselijkheid. Je kunt er suf en duizelig van worden. Hierdoor
mag je de eerste 2 weken “NIET” autorijden, daarna alleen als je geen last
meer hebt van bijwerkingen. Grapefruit(sap) kan voor meer bijwerkingen
zorgen. Bij langdurig gebruik kan er verslaving optreden hierdoor kan
Oxycodon minder goed gaan werken. Dit wordt gewenning genoemd.
Gebruik het medicijn daarom zo kort mogelijk. Wanneer je met Oxycodon
wilt stoppen, stop dan niet in een keer, maar bouw dit rustig af. Bij
ontwenningsverschijnselen kun je last krijgen van: hartkloppingen, rillingen,
onrust en misselijkheid. Wanneer iemand zwanger is moet je de arts of
apotheker raadplegen. Bij zwangerschap gebruik dan dit medicijn niet vlak
voor de bevalling en geef geen borstvoeding als je dit medicijn gebruikt. Dit
medicijn komt in de moedermelk en dat is slecht voor de baby.
Toedieningswijzen Capsules: Oraal innemen met een half glas water.
: Drank: De voorgeschreven hoeveelheid afmeten met een, maatlepel,
druppelpipet, druppelaar, maatbekertje of doseerspuitje. Je mag de drank
mengen met een beetje frisdrank en dan oraal innemen.
Smelttabletten ('or dispergeerbaar'): De tablet via de mond (oraal) laten
smelten voordat je hem doorslikt.
Langwerkende tabletten (met gereguleerde afgifte (MGA), retard): Het
tablet heel doorslikken met een beetje water. Niet kauwen of fijnmaken. De
tabletten zijn zo gemaakt dat ze langzaam oplossen waardoor ze 12 uur
werken. Als de tablet een breukstreep heeft, mag je de tablet op de
breukstreep breken. De beide helften moet je heel doorslikken (oraal) met
een beetje water.
Te verkrijgen als: Capsules, drank, smelttabletten en tabletten.
Risico medicatie: Dubbel aftekenen medicatie. Kan het reactievermogen beïnvloeden. Pas op
met alcohol. Pas op met eten en drinken van grapefruit. (2 stuks per week
met 3 dagen er tussen)
Verkocht onder Oxycontin, Oxynorm, Oxycodon.
merknamen:
7
, 2. Anticoagulantia (bloed verdunnende medicatie)
4. Clopidogrel
Werking: Clopidogrel vermindert de kans op trombose. Door het medicijn klontert het
bloed minder makkelijk samen. Na een hartinfarct of beroerte moet de
gebruiker zo snel mogelijk met de medicatie starten.
Bijwerkingen: Clopidogrel kan bloedingen veroorzaken in het maag/darmkanaal. Door de
medicatie vergroot je de kans op een bloedneus en bloedend tandvlees. Bij
vallen of stoten kunnen grotere blauwe plekken optreden. Daarnaast kan de
medicatie buikpijn, diaree en maagzuur veroorzaken.
Toedieningswijzen Oraal gebruik in tablet vorm met water.
:
Te verkrijgen als: In tablet vorm.
Risico medicatie: Bij dit medicijn zijn geen beperkingen.
Verkocht onder Clopidogrei Sandox, Plavix, Clopidogrel , Grepid en DuoPlavin.
merknamen:
5. Acenocoumarol
Werking: Acenocoumarol is een antistollingsmiddel. Artsen schrijven het voor bij
trombose, na een hartinfarct, beroerte (herseninfarct) of TIA en bij
hartritmestoornissen.
Bijwerkingen: Een verhoogde kans op bloedingen, diaree, huidonstekingen, misselijkheid.
Toedieningswijzen Oraal gebruik in tablet vorm met water. De tabletten kunnen zowel voor,
: tijdens als na het eten worden in genomen. Het voedsel heeft nauwelijks
invloed op de opname in het lichaam.
Te verkrijgen als: In tablet vorm.
Risico medicatie: Risico medicatie, dubbele controle! Je mag niet meer dan 1 a 2 glazen
alcohol per dag drinken. Levensmiddelen met vitamine K kunnen de werking
van dit medicijn verminderen.
Verkocht onder Acenocoumarol Sandoz.
merknamen:
8