Dit document bevat de belangrijkste rechtsoverwegingen van de voorgeschreven arresten. Dit heeft mij in combinatie met mijn andere bestanden een 9,0 opgeleverd.
Inhoud
Internationaal privaatrecht – Belangrijkste rechtsoverwegingen....................................................................................1
Week 2: rechtspersonenrecht.....................................................................................................................................3
Week 3: rechtskeuze en objectieve aanknoping aan de hand van Rome I..................................................................7
Week 4: consumenten- en arbeidsovereenkomsten...................................................................................................9
Week 5: voorrangsregels en Rome I..........................................................................................................................11
Week 6: vormvoorschriften.......................................................................................................................................13
Week 7 en 8: goederenrecht.....................................................................................................................................14
Week 9: verbintenissen uit de wet............................................................................................................................17
Week 10: procesrecht I..............................................................................................................................................18
Artikel 7 lid 1 sub a................................................................................................................................................18
Artikel 7 lid 1 sub b................................................................................................................................................18
Artikel 7 lid 2..........................................................................................................................................................19
Verschil 7 lid 1 en lid 2...........................................................................................................................................21
Overig.................................................................................................................................................................... 22
Week 11: procesrecht II.............................................................................................................................................23
Week 12: parallel proceedings..................................................................................................................................24
Week 1: introductie.................................................................................................................................. 2
Week 2: rechtspersonenrecht.................................................................................................................. 3
Week 3: rechtskeuze en objectieve aanknoping aan de hand van Rome I................................................8
Week 4: consumenten- en arbeidsovereenkomsten..............................................................................10
Week 5: voorrangsregels en Rome I....................................................................................................... 12
Week 6: vormvoorschriften.................................................................................................................... 14
Week 7 en 8: goederenrecht.................................................................................................................. 15
Week 9: verbintenissen uit de wet......................................................................................................... 19
Week 10: procesrecht I........................................................................................................................... 21
Artikel 7 lid 1 sub a............................................................................................................................. 21
Artikel 7 lid 1 sub b............................................................................................................................. 21
Artikel 7 lid 2...................................................................................................................................... 22
Verschil 7 lid 1 en lid 2........................................................................................................................ 25
Week 11: procesrecht II.......................................................................................................................... 28
Week 12................................................................................................................................................. 30
1
,2
, Week 2: rechtspersonenrecht
Aansprakelijkheid
HR D Group Europe/curator
De rechtsklacht faalt, omdat het oordeel van het hof juist is. Ingevolge het bepaalde in art. 3, aanhef en onder e, Wet
conflictenrecht corporaties beheerst het op de corporatie toepasselijke recht onder meer de vraag wie uit hoofde van een
bepaalde hoedanigheid zoals die van bestuurder, naast de corporatie aansprakelijk is. Dit brengt mee dat Nederlands
recht als het incorporatierecht van D Freight tevens de aansprakelijkheid van D Group als bestuurder van deze
vennootschap beheerst en dat art. 2:11 BW binnen deze vennootschapsrechtelijke verhouding van toepassing is. Dit laat
onverlet, gelijk het hof in rov. 11.7.5 met juistheid heeft overwogen, dat de vennootschapsrechtelijke verhoudingen
tussen D Group en háár bestuurder(s), worden beheerst door Belgisch recht als het incorporatierecht van D Group.
D Freight was een NL BV. Het incorporatierecht is dan het Nederlands recht (10:118 BW). Artikel 2:11 BW is van
toepassing, dus D Group als bestuurder is aansprakelijk. Maar verhouding tussen D Group en haar bestuurder
wordt nu beheerst door het Belgische recht, aangezien D Group een Belgische NV is.
HR Van der Meer q.q./Pieper
Zoals in voormeld arrest van 2011 is overwogen, wordt de vraag wie uit hoofde van een bepaalde hoedanigheid, zoals die
van bestuurder van een corporatie, naast de corporatie aansprakelijk is, naar Nederlands internationaal privaatrecht
beheerst door het op die corporatie toepasselijke recht (zie het destijds geldende art. 3, aanhef en onder e, Wet
conflictenrecht corporaties, en thans art. 10:119, aanhef en onder e, BW). Daaruit volgt dat een bestuurder slechts op
grond van art. 2:11 BW aansprakelijk kan worden gehouden, indien de door hem bestuurde aansprakelijke rechtspersoon-
bestuurder een Nederlandse rechtspersoon is.
Het ging hier om een Zwitserse GmbH met een NL bestuurder. De aansprakelijke rechtspersoon is een Zwitserse
rechtspersoon, dus het Zwitsers recht is van toepassing. Zwitsers recht kent geen equivalent van 2:11, dus zijn NL
bestuurder kon niet worden aangesproken.
Vrijheid van vestiging:
Recht op vertrek uit lidstaat van oorsprong (Daily mail, Cartesio, National Grid Indus)
Recht op toegang in lidstaat van de ontvangst (Centros, Inspire art, Uberseering)
Grensoverschrijdende fusie en omzetting (Sevic, VALE, Polbud)
HvJ EU Daily mail
Onder deze omstandigheden kunnen de artikelen 52 en 58 EEG-Verdrag niet aldus worden uitgelegd, dat zij naar het recht
van een lidstaat opgerichte vennootschappen het recht geven, hun centrale bestuurszetel en hun hoofdbestuur naar een
andere Lidstaat te verplaatsen met behoud van hun hoedanigheid van vennootschap naar het recht van de eerste lidstaat.
Engelse vennootschap wilde centrale bestuurszetel verplaatsen naar Nederland, maar wel gebonden blijven aan
het recht van Engeland.
Een vennootschap die is opgericht overeenkomstig het recht van een lidstaat en in die lidstaat haar werkelijke en
statutaire zetel heeft, heeft niet het recht haar centrale bestuurszetel naar een andere lidstaat te verplaatsen
enkel en alleen op basis van de vrijheid van vestiging. HvJ: geen (ongeclausuleerd) recht op vertrek met behoud
hoedanigheid.
HvJ EG Cartesio
Bij de huidige stand van het gemeenschapsrecht moeten de artikelen 43 EG en 48 EG in die zin worden uitgelegd dat zij
zich niet verzetten tegen een regeling van een lidstaat die een krachtens het nationale recht van deze lidstaat opgerichte
vennootschap belet om haar zetel naar een andere lidstaat te verplaatsten met behoud van haar hoedanigheid van
vennootschap die valt onder het nationale recht van de lidstaat volgens wiens wettelijke regeling zij is opgericht.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper RosanneBurm. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.