Nederlands
Theorie leesvaardigheid en argumenteren
Theorie 1: Hoofdgedachte
Hoofdgedachte: de belangrijkste zin van de tekst.
Hoofdvraag: centrale vraag die de schrijver stelt over het tekstonderwerp.
De hoofdgedachte is hier het antwoord op.
De hoofdgedachte staat op voorkeursplaatsen (eerste/laatste zinnen, slot/inleiding)
De hoofdgedachte is een volledige zin (hoofdletters en punt).
Theorie 2: Tekstensoorten en tekstdoel
Tekstsoorten:
Tekstsoort Tekstdoel Kenmerken
Betoog Overtuigen Stelling
Argumenten voor en tegen
Weerleggingen
Beschouwing Adviseren Beide kanten worden
belicht
Uiteenzetting Informeren Feitelijk
Geen mening
Theorie 3: Verbanden en functies
Verbanden:
Verband Signaalwoorden
Aankondiging-uitwerking-relatie Eerst komt de aankondiging, dan de
uitwerking
Conclusie Dus, kortom, hieruit volgt
Definitie of verduidelijking Eigenschap, kenmerken, dat wil zeggen, dat
betekent, met andere woorden
Doel-middel-relatie Door middel van, met de bedoeling, ten
einde, om…te, daartoe, met het oog op
Oorzaak-gevolg-relatie Doordat, daardoor, waardoor, zodat, te
wijten aan, te danken aan, achtergrond
Opsomming Ten eerste, ten tweede, ook, bovendien,
ten slotte, daarnaast, niet alleen…maar ook
Reden of verklaring Omdat, daarom, verklaren, reden, want
Samenvatting Dus, kortom, resumerend, samengevat
Tijd Toen, terwijl, voordat, daarna, zodra, nadat
Vergelijking Net als, evenals, in vergelijking met…
Verschillen of tegenstelling Maar, echter, daarentegen, hoewel, in
plaats van
Voorbeeld of bewijs Zoals, zo, bijvoorbeeld, dit blijkt uit
, Voorwaarde of geval Op voorwaarde dat, in dast geval, tenzij,
behalve als, mits, indien, als, wanneer,
veronderstelling
Functiewoorden en kernwoorden (alleen die je nog niet weet):
Randvoorwaarde: noodzakelijke, maar niet voldoende voorwaarde; bijkomstige voorwaarde
die echter wel noodzakelijk is voor het te bereiken doel
Zienswijze: opvatting, mening, visie, hoe je iets bekijkt.
Inleiding Onderwerp van de tekst
Aandacht trekken door:
-actualiteit
-anekdote
-voorbeeld
-geschiedenis
-belang voor de lezer
Stelling (betoog)
Middenstuk Deelonderwerpen
Slot Conclusie (hoofdgedachte)
Soms samenvatting, aanbeveling, aansporing, afweging of toekomstverwachting
Structuur Deel van de tekst Betekenis
Argumentatiestructuur Inleiding -stelling, standpunt
Middenstuk -argumenten
Slot -herhaling stelling
Aspectenstructuur Inleiding -onderwerp
Middenstuk -diverse aspecten van het
onderwerp
Slot -samenvatting
Probleem/oplossingstructuur Inleiding -probleem
Middenstuk -gevolgen, oorzaken, oplossingen
Slot -beste oplossing, samenvatting of
aanbeveling
Verklaringsstructuur Inleiding -bepaald verschijnsel
Middenstuk -kenmerken/voorbeelden,
verklaringen, oorzaak, redenen
Slot -samenvatting
Verleden/heden(/toekomst)structuur Inleiding -onderwerp
Middenstuk -situatie vroeger, situatie nu
Slot -conclusie of toekomstverwachting
Voor- en nadelenstructuur Inleiding -vraag of stelling
Middenstuk -voor- en nadelen
Slot -afweging of conclusie
Vraag/antwoordstructuur Inleiding -vraag
Middenstuk -antwoorden
Slot -samenvatting of conclusie
Tekststructuren: