Lesweek 7 - Algemene
farmacologie en COPD
Wat is de rol van de verpleegkundige met betrekking tot farmacotherapie?
Het toedienen van de medicijnen en controleren dat dit veilig en op je juiste manier
gebeurd. Om bij te kunnen dragen aan het veilig gebruik van geneesmiddelen
zullen verpleegkundigen zich permanent bewust moeten zijn van het belang van
correcte geneesmiddelentoepassing. Daarnaast is het belangrijk dat zij weten wat
de mogelijke risico’s zijn van foutieve toediening en wat er van hen op dit terrein
mag worden verwacht in het kader van veilige patiëntenzorg. Om dit te realiseren
dienen verpleegkundigen te beschikken over voldoende kennis en vaardigheden
rond het omgaan met geneesmiddelen.
Wat betekenen de volgende begrippen?: farmacokinetiek, farmacodynamiek,
toedieningsvorm, toedieningswijze, dosis, absorptie, biologische beschikbaarheid,
distributie, Tmax, vrije fractie, verdelingsvolume, lipofiel, hydrofiel, depotvorming,
metabolisatie, first-pass effect, enzyminductie, eliminatie, klaring, entero-hepatische
kringloop, plasmaspiegel, halfwaardetijd (T½), excretie, biofase, steady state en
therapeutische breedte
farmacodynamiek = wat het geneesmiddel met het lichaam doet
farmacokinetiek = wat het lichaam met het geneesmiddel doet (absoptie,
distributie en eliminatie)
toedieningsvorm
Droog: Tabletten (zuig-, kauw-, implantatie-, retard-tabletten en dragees),
Capsules, poeder en pleisters
Nat: Klysma's, Neus-, oor-, oogdruppels, dranken, inhalatievloeistoffen,
sprays, injectievloeistoffen en infuus
Vet: Zalf, crème en pasta
toedieningswijze
toedienen van medicatie per os - oraal
Lesweek 7 - Algemene farmacologie en COPD 1
, oromucosale - via het mondslijmvlies
toedienen van medicatie via de neus - nasaal
toedienen van medicatie via het oog - oculair
toedienen van medicatie via het oor
toedienen van medicatie via de luchtwegen - pulmonaal
toedienen van vaginale medicatie - vaginaal
toedienen van medicatie via de huid - transdermaal
Cutaan
toedienen van rectale medicatie - rectaal
parenterale toediening - injectie of infuus
Subcutaan
Intradermaal
Intramusculair
Intraveneus
sublinguale toediening - onder de tong
intrathecaal - tussen de hersens
dosis = hoeveelheid die per keer wordt toegediend
absorptie = opname van een stof in de circulatie vanuit de toedieningsplaats.
Het absorptieproces wordt bepaald door de toedieningsroute, de
farmaceutische formulering van de toedieningsvorm en de fysisch-chemische
eigenschappen van het geneesmiddel.
biologische beschikbaarheid = fractie van de toegediende dosis die
onveranderd de algemene circulatie bereikt (meestal in %)
distributie = verdeling van de stof over het lichaam
Tmax = de tijd die het geneesmiddel nodig heeft om de maximale
plasmaconcentratie te bereiken
Lesweek 7 - Algemene farmacologie en COPD 2