Arbeidsrecht week 1 inleiding arbeidsrecht en soorten arbeidsovereenkomsten
Hoofdstuk 1 arbeidsrecht in kaart & H2 de arbeidsovereenkomst
Hoofdonderwerpen week 1
- Plaatsbepaling van het arbeidsrecht;
- De soorten overeenkomsten van arbeid
- De arbeidsovereenkomst ex art. 7:610 BW en haar bestanddelen;
- Rechtsvermoedens in de zin van artt. 7:610a en 7:610b BW;
- Handelings(on)bekwaamheid en het arbeidsrecht;
- Het belang van een cao, de cao soorten en (de werking van) cao-bepalingen
Wat is het individuele arbeidsrecht?
Het individuele arbeidsrecht gaat over de arbeidsrelatie tussen de individuele werkgever en
werknemer. Het individuele arbeidsrecht staat voornamelijk in boek 7 titel 10 BW. Hierin staan
bepalingen over de arbeidsovereenkomst, loon, vakantie, verlof, gelijke behandeling etc. Naast
de bepalingen van boek 7, gelden ook boek 3 (rechtshandelingen) en boek 6
(overeenkomstenrecht) Spreken deze elkaar tegen, dan gaat boek 7 (bijzondere
overeenkomsten) voor.
De belangrijkste rechtsbronnen van het individuele arbeidsrecht zijn:
- De wet
- De Cao
- De individuele arbeidsovereenkomst
Wat is het collectieve arbeidsrecht?
Dit is het geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op verenigingen van werkgevers en
werknemers, collectieve onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden en invloed van overheid op
onderhandelingen en collectieve conflicten.
Tot het collectieve arbeidsrecht behoren onder andere:
- De wet op collectieve arbeidsovereenkomst (Wet CAO)
- De wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van
collectieve arbeidsovereenkomsten (Wet AVV)
- De wet op de ondernemingsraden (WOR)
Individueel Collectief
arbeidsrecht arbeidsrecht
Sociaal plan
WAZO, Wfw Boek 7 Wet CAO WOR
Artw, etc. Titel 10 BW +
+ Wet AVV
enige bepalingen
uit boek 2 en 6 BW
Collectieve arbeidsovereenkomst (cao)
Art. 1 en 3 Wet CAO
Een cao is geen echte arbeidsovereenkomst, maar een arbeidsvoorwaardenregeling. Het is een
overeenkomst tussen werkgevers of werkgeversorganisaties aan de ene kant en een
,werknemersorganisatie aan de andere kant. Arbeidsvoorwaardenregelingen voor grotere
groepen werknemers worden hierin afgesproken.
Er kan een cao zijn voor een gehele bedrijfstak, een bedrijfstak-cao, zoals de cao voor de
metaalindustrie of horeca, maar het kan ook gaan om één specifieke onderneming, de
ondernemings-cao. Een variant daarop is de corncern- cao, zoals bij Phillip, AH of Shell.
Hoe bepaal je van wat voor soort cao er sprake is?
Wie treedt er vanaf de werkgeverszijde op als contractspartij bij de cao?
- Is dat een met naam genoemde ondernemer > Ondernemings-cao bijv. AH of Jumbo
- Zijn dat 1 of meerdere werkgeversverenigingen> Bedrijfstak-cao bijv. Horeca-cao
Er kunnen 3 soorten bepalingen in een CAO worden opgenomen:
1. Obligatoire of verticale bepalingen: zijn bepalingen in een cao die betrekking hebben
op de relatie tussen onderhandelingspartners die bij de cao betrokken zijn. In het geval
van een bedrijfstak- cao zijn dit de werkgeversorganisaties of werkgevers en de
vakbonden.
2. Diagonale bepalingen: zijn bepalingen in een cao die betrekking hebben op de relatie
tussen een individuele werkgever en de vakbond.
3. Normatieve of horizontale bepalingen: zijn bepalingen in een cao die betrekking
hebben op de relatie tussen de individuele werkgever en diens werknemers. Het betreft
hier voor de arbeidsvoorwaarden.
Twee functies van de cao:
- Ordende functie vanuit werkgever
- Evenwicht scheppen vanuit de vakbonden.
Voorwaarden toepassing Wcao > art. 9 lid 1 Wcao = twee cumulatieve voorwaarden:
1. Zowel ondernemer als werknemer moeten lid zijn van de vakorganisatie die cao-partij is.
2. Beide moeten bij de overeenkomst betrokken zijn.
Rg= art. 12 en 13 Wcao van toepassing
Werking van art. 12 en 13 Wcao
- Art. 12 Wcao: ieder beding in arbeidsovereenkomst strijdig met cao is nietig/ cao gaat
dus voor > automatische doorwerking cao.
- Art. 13 Wcao: regelt arbeidsovereenkomst een bepaald onderwerp niet maar cao wel >
dan vormt de desbetreffende cao-bepalingen automatisch een onderdeel van de
arbeidsovereenkomst = gebondenheid.
De wet kent 3 soorten overeenkomsten die gaan over het verrichten van arbeid tegen loon:
1. De arbeidsovereenkomst (art. 7:610 BW)
2. De overeenkomst van opdracht (art. 7:400 BW)
3. De aannemingsovereenkomst.
Kenmerken van de 3 soorten arbeidsovereenkomsten:
, Arbeidsovereenkomst> art. 7:610 BW
De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt
in dienst van de andere partij, de werkgever tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten
+ De werknemer moet de arbeid persoonlijk verrichten. Hij mag zich dus niet laten vervangen
volgt uit art. 7:659 BW.
Er zijn 3 elementen van belang bij de arbeidsovereenkomst
1. Het verrichten van arbeid > art. 7:659 BW
2. Loon > art. 7:6:217 BW
3. Gezagsverhouding (in dienst van)
Selecteren: Art. 7:610 BW
Analyseren:
Rg: er is sprake van een arbeidsovereenkomst
Rv 1: Er wordt arbeid verricht in dienst van de werkgever (gezag)
Rv 2; Er is sprake van loon (tegenprestatie)
Rv 3: Persoonlijk verrichten van arbeid
Overeenkomst van opdracht > art. 7:400 BW
De opdrachtnemer verbindt zich jegens de opdrachtgever werkzaamheden te verrichten anders
dan op basis van een arbeidsovereenkomst (geen gezagsverhouding). Bij een overeenkomst van
opdracht gaat het erom dat er iets wordt gemaakt/ tot stand wordt gebracht dat niet van stoffelijke
aard is, dus niet fysiek. Overeenkomst van opdracht > inspanningsverplichting. Voorbeeld: de
tandarts die jij betaalt om jouw tanden te laten verzorgen. Je hebt geen
arbeidsovereenkomst met de tandarts, en de tandarts maakt of levert niet iets fysieks.
Selecteren: Art. 7:400 BW
Analyseren
Rg: er is sprake van een overeenkomst van opdracht
Rv 1: De ene partij, de opdrachtnemer verbindt zich jegens de andere partij, de
opdrachtgever, anders dan op grond van een arbeidsovereenkomst.
Rv 2: om werkzaamheden te verrichten die uit iets anders bestaan dan het tot
stand brengen van werk van stoffelijke aard, het bewaren van zaken, het uitgeven
van werken of het vervoeren of doen vervoeren van personen of zaken.
Overeenkomst van aanneming van werk > art. 7:750 BW
Bij arbeidsovereenkomst moet werknemer persoonlijk de arbeid verrichten. Bij aanneming van
werk gaat het om de resultaatsverplichting > doet er dus niet toe wie de arbeid verricht. Bij
aanneming van werk gaat het om het tot stand brengen van stoffelijk werk (dus iets fysieks).
Bijvoorbeeld het verven van kozijnen, wie het doet is niet belangrijk, als ze maar geverfd worden.
Selecteren: Art. 7:750 BW
Analyseren
Rg: er is sprake van een overeenkomst tot aanneming van werk
Rv 1: De aannemer verbindt zich een werk van stoffelijke aard tot stand te brengen
en op te leveren
Rv 2: De aanbesteder verbindt zich een bepaalde prijs te voldoen
Rv 3: Dit gebeurt buiten dienstverband.