ANATOMIE THEMA 2
Onderste Extremiteit = Bekkengordel, femur, onderbeen, enkel, voet
FUNCTIE: dragen van het lichaamsgewicht, rol in voortbewegen en stabiliteit, weerstaan van
grote krachten (botten, ligamenten/ kapsels, spieren)
- Gewrichten: art. coxae, art. genu, art. talocrurale
Bloedvaten en zenuwen – Onderste extremiteit
Bloedvatenstelsel: (p. 392)
Vascularisatie = doorbloeding/ de bloedvoorziening
A. abdominalis (aorta Deel van de aorta vanaf het middenrif tot de splitsing in beide
abdominalis) a. iliaca communes
A. iliaca communis Spitst in a. iliaca externa en a. iliaca interna
A. iliaca interna Bloedvoorziening van het bovenbeen en het gebied van het
zitvlak
A. iliaca externa Gaat onder de liesband door in de a. femoralis
A. obturatoria Loopt richting de mediale kant van het voorste bovenbeen
A. femoralis Komt van de a. iliaca externa, zorgt voor de bloedvoorziening
van het been, gaat door het addutorenkanaal waarna hij zijn
weg vervolgt als a. poplitea
A. poplitea (bij meniscussen Bloedvoorzieningsvat van het kniegewricht, splitst zich in a.
in het kniegewricht, p. 329) tibialis posterior en a. tibialis anterior
(!) A. tibialis posterior Loopt over de achterkant van de tibia naar de hiel
(!) A. tibialis anterior Loopt door de membrana interossea crusis, neemt een zijweg
en komt terecht aan de voorkant van de tibia waar hij verder
loopt helemaal naar de voet
(!) A. peronea Loopt langs de dorsale kant van de fibula naar beneden en
innerveert de buitenenkel en laterale kant van de hiel
A. profunda femoris (vanaf Dikste tak van de a. femoralis die het hele bovenbeen inclusief
heupgewricht, p. 319) de heupkop voorziet van bloed
a. = arteria = bloedvat
, Zenuwstelsel -> Plexus lumbosacralis (p. 381, 385/385, 386/387)
Plexus lumbalis: zenuwen die lopen ventraal (voorzijde) van het heupgewricht, innerveren
het onderste deel van de zijkant en de voorkant van de buikwand en de voorkant van het
bovenbeen
Zenuw Plek Innervatie = voorziening van de spier met
zenuwen
N. iliohypogastricus T12, L1 Onderste deel van onderste buikspieren
Huid boven de liesband
N. ilio-inguinalis T12, L1 Onderste deel van onderste buikspieren
Voorste deel uitwendige geslachtsorganen
N. genitofemoralis L1, L2 Huid onder de liesband
Voorste deel uitwendige geslachtsorganen
N. cutaneus femoris lateralis L2, L3 Buitenkant van het bovenbeen
N. femoralis L2, L3, L4 Huid aan de voorkant van het bovenbeen
Voorste spiergroep van heup en bovenbeen
N. obturatorius L2, L3, L4 Spieren van de adductorengroep
Plexus sacralis: (zenuwen die liggen dorsaal (achterzijde) van het heupgewricht, innerveren
de achterkant van het bovenbeen, grotendeels het onderbeen en de hele voet)
Zenuw Plek Innervatie
N. gluteus superior L4, L5, S1 Kleine gluteusspieren
N. gluteus inferior L5, S1, S2 M. gluteus maximus
N. ischiadicus L4, L5, S1, Alle spieren van het onderbeen en de voeten
- N. fibularis communis S2, S3
- N. tibialis
N. cutaneus femoris S1, S2, S3 Achterkant bovenbeen
posterior Huid van het onderste zitvlak
N. pudendus S2, S3, S4 Uitwendige sluitspier van canalis analis
Alle spieren van perineum
Achterste delen uitwendige geslachtsorganen
(sensorisch)
n. = nervus = zenuw