Samenvatting
GPM
H2 Opvoeden en begeleiden van kinderen
GPM-er opvoedende, verzorgende, coördinerende taken en beleid
Visie een bepaalde kijk op iets, geeft richting.
Visies van bekende pedagogen: Freinet, Gordon, Korczak, Montessori, Pikler, Reggio Emilia en
Steiner.
Pedagogische visie samenhangend geheel van opvattingen over de opvoeding van kids.
Onderdelen visie:
- Levensbeschouwelijke component mens & wereld
- Maatschappelijk component samenleving
- Pedagogisch component omgang met kids
- Onderwijskundig component vormgeven van het leren
- Organisatorisch component structuur & planning
Pedagogisch kader wat kinderen moeten leren en hoe je kinderen kunt begeleiden in hun
ontwikkeling. PK maakt het aan iedereen duidelijk.
Centrale vragen waaraan een goede kdv moet voldoen:
- Wat hebben kinderen nodig?
o Veilige omgeving + vaste pm-er (sociaal-emo)
o Structuur (veiligheid, zekerheid, verwachting)
o Uitdaging (stimuleert de ontwikkeling)
- Wat willen we bereiken?
o 4 pedagogische basisdoelen
- Wat moeten we daarvoor doen?
o Interactievaardigheden:
3 basale en 3 educatieve:
Emotionele ondersteuning bieden sensitief/gevoelig reageren op emoties
= sensitieve responsiviteit.
Autonomie respecteren kinderen stimuleren om zoveel mogelijk zelf te
doen
Leiding geven en structuur bieden in dagelijkse activiteiten
Info en uitleg geven hoe vaak je praat/vertelt/uitlegt
Stimuleren van de ontwikkeling aandacht richten op nieuwe dingen,
ontwikkelingsgericht werken
Begeleiden van interacties stimuleren van onderlinge interacties
Pedagogisch beleidsplan plan voor de lange termijn: hoe er opvoedkundig gewerkt wordt en
waarom op die manier.
Pedagogisch werkplan praktische uitwerking van het beleidsplan.
Bureau Kwaliteit Kinderopvang (BKK) heeft een landelijk pedagogisch curriculum ontwikkeld hoe je
de doelen uit PD in de praktijk brengt.
Voorschoolse of vroegschoolse educatie (VVE) tegengaan onderwijsachterstand.
Stimuleren van de ontwikkeling juiste activiteiten, inspirerende omgeving, spannend materiaal,
uitlokkende vragen stellen, benoem wat kids doen speel mee en kijk toe.
Zelfsturing eigen gedrag sturen, emoties beheersen en zelfcontrole.
Stichting leerplanontwikkeling (SLO) heeft de ontwikkelingslijn van jonge kinderen in kaart
gebracht SLO-doelen: taal, rekenen, sociaal-emotioneel.
Opbrengstgericht werken (OGW)doelgericht begeleiden en stimuleren op een manier die ervoor
zorgt dat ze zich zo optimaal mogelijk kunnen ontwikkelen. Dus het verzamelen van gegevens over
de ontwikkeling van het kind.
OGW met jonge kinderen in 4 stappen:
, 1. Gegevens verzamelen (observatie/ toetsinstrumenten)
2. Doelen formuleren o.b.v. stap 1 (leerlijn en ontwikkeling per domein kennen)
3. Plan maken (aanbod aansluiten)
4. Uitvoeren en evalueren
GPM-er & OGW je zorgt ervoor dat de pm-ers hun aanpak en activiteiten op elkaar afstemmen en
dat de resultaten worden vastgelegd + coördinerende rol m.b.t. alle partijen.
Pedagogische begeleiding 3 componenten:
1. Affectieve ondersteuning aandacht & compliment. Soorten beloning: sociale
(compliment)/ materieel (sticker)/ activiteit beloning (spelletje doen).
Complimenten die het zelfvertrouwen verhogen: persoonlijk, beschrijvend, proces
benoemen, eigenschappen kind, gedrag, kind zichzelf een schouderklopje laten geven.
Complimenten die het zelfvertrouwen verlagen: oordeel, intelligentie/talent, resultaat.
2. Gedragsregulerende ondersteuning regels instellen. Soorten: voor veiligheid, gebruik van
materiaal, omgang met anderen, rust op de groep & hygiëne.
Een goede regel stel je samen met de kinderen op (betrokkenheid), is kort en duidelijk, max 5
tegelijk, positief geformuleerd en haalbaar.
Mogelijkheden om ongewenst gedrag toonbaar te maken: het gedrag afkeuren, negeren,
kind apart zetten.
3. Informatieve ondersteuning praten en uitleggen.
21e -eeuwse vaardigheden competenties die kids nodig hebben om succesvol deel te nemen in de
maatschappij van de toekomst (problemen oplossen, creativiteit, sociale en culturele vaardigheden,
samenwerken zelfregulering, kritisch denken, digivaardig etc.)
Nettiquetten ongeschreven regels/richtlijnen voor het gebruik van internet.
Suc6-model 6 stappen voor opzoeken van info.
Veilige browsers mybee + snugger.
Veilige zoekmachines davinci, kennisnet of jouwzoekmachine.nl
H3 Kinderen met specifieke begeleidingsbehoefte
Bij de opvang en begeleiding van zorgkinderen spelen 3 v’s een centrale rol:
1. Voorkomen: door vroeg signalering kunnen grotere problemen voorkomen worden.
2. Verminderen van bijvoorbeeld moeilijk gedrag.
3. Verbeteren: negatief gedrag ombuigen naar positiever gedrag.
Taken bij het begeleiden van zorgkinderen:
- Signaleren
- Observeren
- Actie ondernemen
- Samenwerken
Orthopedagogiek de wetenschap over opvoeding van kids met een ontwikkelingsstoornis of
beperking/ kids weer op het rechte pad krijgen.
IB-er interne begeleider. Soms verantwoordelijk voor de begeleiding van zorgkinderen, coacht de
PM-ers en ondersteunt de ouders in de opvoeding van de zorgkinderen.
Observeren doelgericht en systematisch waarnemen van concreet gedrag. Objectief of subjectief.
Hulpmiddel: observatieformulier.
Handelingsplan/ begeleidingsplan schriftelijke weergave van de afspraken over de begeleiding. Het
plan gaat uit van de vraag, wat heeft dit kind in deze situatie nodig?
6 stappen van het plan
1. Beginsituatie vaststellen/ over wie gaat het?
- Gegevens noteren, omstandigheden thuis, omgevingsfactoren
2. Probleem formuleren/ wat is er aan de hand?
- Ongewenste situatie, probleem van het kind, verschillende kanten van het probleem,
begeleidingsbehoefte (hulpvraag), gewenste situatie.
3. Doel bepalen/ wat wil je bereiken?
, 4. Plan maken/ hoe pak je dat aan?
5. Plan uitvoeren/ welke concrete handelingen?
6. Evalueren/ bijstellen.
Kenmerken van effectieve samenwerking:
- Duidelijk gedeelde doelen, heldere rollen en verantwoordelijkheden, goede
afspraken, goede communicatie & gezamenlijke plannen maken.
Begeleiden van zorgkinderen, zo veel mogelijk uitgaan van de mogelijkheden van het kind!
- Begeleiden van kind met een lichamelijke of verstandelijke beperking.
- Begeleiden van kind met een ontwikkelingsachterstand of leerprobleem.
- Begeleiden van kind met een gedragsprobleem (ongewenst en storend gedrag voor zowel
kind als anderen).
1. Dwars en opstandig gedrag
2. Prikkelbaar en driftig gedrag
3. Antisociaal gedrag
4. Druk en impulsief gedrag
Inzicht in het probleem gedrag krijgen door een kind te observeren. Gedrag is een vorm van
communicatie. Altijd samen met een collega bekijken wat de oorzaak is van het gedrag.
Uitzicht op het gedrag: wat is te doen met de uitkomsten van de observatie.
Begeleiding in de groep:
- Voorkomen van problemen. Aanpak van dagelijkse problemen door ze zichtbaar te maken,
bespreekbaar te maken en te veranderen.
- Begeleiden van interacties:
1. Regels stellen en respecteren oefenen
2. Kinderen leren van elkaar sociale vaardigheden
3. Negatieve interacties ombuigen
Aandachtspunten bevorderen onderlinge interacties: opmerken hoe de kinderen met elkaar
omgaan, waardeer de inbreng, mogelijkheden aanbieden voor interacties, belangstelling
voor de interesses, goede voorbeeldgeven en kinderen zelfstandig laten (samen)werken.
- Feedback geven, kinderen laten leren
1. Feed-up: waar wil je naartoe? Doel duidelijk maken
2. Feedback: hoe gaat het/is het gegaan?
3. Feedforward: benadrukt gewenst/positief gedrag in de toekomst.
- Voorbeeldgedrag vertonen.
Aandachtspunten: goed afstemmen met de kinderen wat ze gaan doen, niet te hard praten,
geduldig en empathisch zijn, uitstekende omgangsvormen laten zien, oefen sociale
vaardigheden, benoem de dingen die goed gaan, positief en respectvol praten, uit
optimistische en hoge verwachtingen, wees punctueel, oplossingsgericht en heb contact met
alle kinderen.
Methodische interventies enkelvoudige, concrete, methodische (doelgericht en systematisch) actie
om een probleem aan te pakken en het gedrag bij te sturen.
Soorten interventie:
- Psychosociaal functioneren (gedragsproblemen)
- Lichamelijk functioneren (ongezonde eetgewoonte)
- Ontwikkelingsfuncties (taal/motoriek)
- Gezin (armoede)
- Omgeving kind (groepsdruk)
2 Type interventies:
1. Preventieve interventies: om een probleem te voorkomen. Doel:
opvoedingsvaardigheden te versterken.
2. Curatieve interventies: ingrijpen bij een bestaand probleem
Methodische interventies om ontwikkelingsachterstanden te voorkomen of te beperken (VVE).
Verzamelen van informatie wat is het probleem en waar ga je naar opzoek? 5 W’s en H.