Milieu
Ziektelast: 4.7% luchtverontreiniging:
- Fijnstof: inadembare deeltjes menselijk (primair) of natuurlijk (secundair: na chemische reactie)
- Stikstofoxiden: gassen die vrijkomen bij alle verbrandingsprocessen
- Ozon: natuurlijk gas
Gezondheidseffecten: inflammatie slijmvliezen (astma, daling longfunctie, COPD) + oxidatieve stress (schade long, hart, vaat).
Laag geboortegewicht, bronchitis, ziekenhuisopnames.
Extra blootstelling van 10 microgram/m3 fijnstof heeft 90% hogere sterfte aan HVZ. Zomersmog = 8% meer sterfte (combi hoge
temp + hoge fijnstof).
Harvesting effect = extra sterfte treedt vooral op bij zeer kwetsbare personen die toch al zouden overlijden (niet t geval).
Klein risico, maar grote risicopopulatie. 2 hoogrisicogroepen: hooggevoeligen (gen aanleg, levensfase, comorb) +
hoogblootgestelden.
Primaire preventie: verschoning wegverkeer, minder gemotoriseerd verkeer, invoering milieuzone, afstand tot drukke wegen,
mechanische ventilatie van gebouwen en huizen bij drukke wegen, aanpak andere bronnen bv scheepsvaart.
Populatie preventie of hoog-risico benadering? Wil je in de verdeling de uitschieters aanpakken of de hele curve naar links
verschuiven?
Hoog-risico benadering (causes of cases) Populatie benadering
Voordelen: Voordelen:
- Geschikte klinische behandeling voor individu - Aanpak risicofactoren in de omgeving
- Gemotiveerd individu en arts - Voorkomen van toekomstig nieuwe gevallen
- Kost-efficiente inzet van middelen - Combinatie gezondheidsbescherming en
gezonder gedrag
Nadelen: Nadelen:
- Opsporen individuen is moeilijk - Vaak zeer kleine winst per persoon
- Pakt onderliggende oorzaak niet aan (er blijven - Effect op individueel niveau vaak onzichtbaar
nieuwe pt komen) - Weinig motivatie onder individuen
Er is meer vermijdbare sterfte onder personen met licht verhoogde cholesterolniveaus, dan onder personen met sterk
verhoogde cholesterolniveaus.
Preventieparadox = een preventiemaatregel met veel gezondheidswinst voor de bevolking, zal voor elk apart individu weinig
gezondheidswinst opleveren.
- Primaire preventie = voorkomen van gevallen (populatiebenadering)
- Secundaire preventie = opsporen aandoening in pre-klinisch stadium (screening/hoogrisicobenadering)
- Tertiaire preventie = voorkomen/beperken van de gevolgen van een vastgestelde aandoening
Aangrijpingspunt: gezondheidsbescherming (aanpak risicovolle omgevingsfactoren), gezondheidsbevordering of ziektepreventie.
Doelgroep: universele preventie (algemene bevolking), selectieve preventie (groep met verhoogd risico), geindiceerde preventie
(individu met beginnende klachten), zorggerelateerde preventie (individu met ziekte).
Sociale omgeving: werken
- Arbeidsinhoud: fysieke belasting
- Arbeidsomstandigheden: werktempo/werkdruk (kou, ergonomie)
- Arbeidsverhoudingen: onderlinge relaties/stijl v leidinggeven
- Arbeidsvoorwaarden: werktijden, beloning (uren, pauze, salaris)
Arbo-wet: geeft kaders voor goede en gezonde arbeidsomstandigheden.
Arbeidstijdenwet: uren per week, kinderarbeid, nachtwerk (leidt tot slaapproblemen, HVZ, DM2)
Wet arbeid en zorg: zwangerschapsverlof etc.
Wet poortwachter: bij ziekteverzuim verplicht om bedrijfsarts te bezoeken
Bedrijfsarts: ziek door werk (arbeidsomstandigheden), ziek voor werk (ziekteverzuim), voorkomen van ziekte
(gezondheidsmanagement).
4 punten van persoonlijk functioneren:
- Persoonlijke werkwijze (coping)
- Persoonlijkheid (verandervermogen)
- Privefactoren (leefstijl, sociale context)
Analyse van risicofactoren analyse van determinanten van gedrag ontwikkelen interventie.
Sociaalecologisch model: gedrag, omgeving (fysiek, soc-cult, politiek, economisch = ANGELO model voor omgeving; microniveau:
buurt, werk, school/macroniveau: (Inter)nationaal) en gezondheid.
Beredeneerd gedrag model: attitude (afwegen voor en tegen), ervaren subjectieve norm (wat vinden anderen die belangrijk zijn
voor mij ervan?), waargenomen gedragscontrole (kan je gedrag ook uitvoeren onder moeilijke omstandigheden; denk je dat je in
staat bent om het gedrag te veranderen)
, Health-belief model: zal gedragsverandering wel leiden tot gezondheidsverandering
Bevolkingsonderzoek
Positieve test: positief voorspellende waarden (de kans dat als je positieve test hebt, je ook daadwerkelijk de ziekte hebt) +
gebrek aan specificiteit (fout-positief)
Negatieve test: negatief voorspellende waarde + gebrek aan sensitiviteit (kan zijn dat het gemist word).
WBO = wet op BVO (bij aanbod aan hele bevolking of categorie daarvan). Vergunningsplichtig: ioniserende straling
(rontgen)/naar kanker/waar geen behandeling of preventie voor mogelijk is. Aanvraag bij WBO-commissie commissie van
gezondheidsraad minister van VWS. Doe je aanbod alleen aan individuele pt? Dan niet verguningsplichtig.
Screening moet eerst nuttig worden bewezen door effectiviteit in gerandomiseerde studies. Neem pt op in studieverband.
GEINFORMEERDE KEUZE!
Wat je wilt beperken bij secundaire preventie (vroege opsporing, preklinisch stadium, ziekte is aanwezig, sympt. Niet):
- Fout positieven
- Fout negatieven
- Overdiagnose (diagnose krijgen zonder dat er meerwaarde is aan het krijgen van die diagnose)
- Overbehandeling
Criteria BVO
- Gericht op belangrijk gezondheidsprobleem
- Nut: vroege detectie heeft zinvolle uitkomsten
- Betrouwbaar & valide instrument
- Respect voor autonomie
- Doelmatig gebruik van middelen (kosteneffectiviteit + rechtvaardigheid)
Neveneffecten screening:
- Aan het licht komen van onbehandelbare ziektevarianten
- Ontdekking van dragerschap
- Belastend/duur vervolgonderzoek bij vals positieve patienten
Sigaret
1900: geneeskunde werd gezondheidszorg, het collectief, efficiëntie, public health, verzorgingsstaat.
Pathologisch model (symptom, sign, illness) surveillance model (statistische afwijkingen binnen populatie).
Surveillance model: vroege opsporing, meerdere fasen van een ziekte, accent meer op leefstijl/risicofactoren.
Nadelen: medicalisering (pathologisering van het normale; vervagen ziek-gezond) + disciplinering (je moet de arbeiders netjes
opvoeden om gezond te leven, paternalisme, sociale controle, machtsuitoefening).
1900-1950: culturele dominantie, gewone mensen gingen roken. Sterke toename longkanker en epidemiologie van chronische
ziekten!
1950-2000: taak van arts is behandelen, niet preventie en patiënten bang maken.
Rooklobby:
- Benadrukken complexiteit door wijzen op variabiliteit en multicausaliteit
- Evalueren risicos op individueel niveau en niet public health gericht
- Benadrukken erfelijkheid in theorieen carcinogese
- + individuele vrijheid! Staatspaternalisme vs. Individuele autonomie
Gezondheid = een toestand van compleet welbevinden op fysiek, mentaal en sociaal niveau. Positieve gezondheid = het
vermogen om je aan te passen en je eigen regie te voeren, in het licht van de sociale, mentale en fysieke uitdagingen in het
leven.
Doel gezondheidsbeleid:
- Opsporen en preventie van ziekten of gezondheidsrisico’s
- Signaleren van ontwikkelingen in gezondheid of determninanten (onderzoek)
- Gezondheidsbevordering
- Gezondheidsbescherming
- Geneeskundige hulp bij en preventie van rampen
- Integraal gezondheidsbeleid
- Innovatie
- Kwaliteitsborging