Psychische stoornissen en opvoedproblemen
Hoorcollege 1:
Transdiagnostische psychiatrie (Van Amelsvoort e.a. 2018)
Opkomst van transdiagnostisch werken
- Omdat behandelingen specifiek gericht op 1 stoornis niet altijd even effectief zijn, heb je nu
Transdiagnostische protocollen.
Indicaties transdiagnostisch werken
- Meer inzetten op processen die het probleem verklaren, als ook dimensionaal kijken naar
klachten. Hierdoor worden subklinische klachten, comorbide klachten of vage klachten van
laag welbevinden ook succesvol transdiagnostisch worden aangepakt. Ook meer flexibiliteit
in de behandeling t.o.v. stoornis specifiek
Kanttekeningen transdiagnostisch werken
- Transdiagnostisch biedt meer vrijheid, maar je mag niet allerlei technieken door elkaar
gebruiken. Ook hier werken volgens vast protocol. Effectiviteit bij het doorlopen van het
protocol.
- Bij enkelvoudige problemen nog steeds klacht specifiek behandelen als voorkeur omdat
transdiagnostisch nog verder moet ontwikkelen
Vergeet de basisvoorwaarden niet
- Nadenken welk protocol het beste inzetbaar is en waarom, en of er voldoende expertise is.
- De basisvoorwaarden als goede werkrelatie, opstellen indicatiestelling en behandelplan
blijven belangrijk.
Cognitieve gedragstherapie (Foolen & Ince, 2013, NJI)
- CGT is voor het opsporen- en corrigeren van denkfouten, die leiden tot psychische
problemen en afwijkend gedrag. voor elk probleem wordt specifieke CGT aangeboden, maar
er is ook veel overlap zoals psycho-educatie. Kerngedachte is dat psychische klachten
verband houden met disfunctionele gedachten of cognities, die zich uitten in nare of
bedreigende gevoelens en stemmingen en in problematisch of onbeheerst gedrag. in
therapie de disfunctionele gedachten te wijzigen.
Doelgroep:
- Agressiviteit / woede uitbarstingen; angsten, fobieën en paniekstoornissen; depressieve
stoornis; eetstoornissen; gedragsstoornissen; opzettelijke zelfbeschadiging
Indicatie en contra-indicatie
- Motivatie van cliënt moet aanwezig zijn, ze moeten ook open staan voor kritische reflectie op
ingesleten gedachten die voor hen normaal zijn. ze moeten gaan inzien dat hun eigen
gedachtewereld disfunctioneel is. cliënt moet in staat zijn eigen gedachten onder woorden te
brengen en daarop reflecteren. Dus minder geschikt voor laag begaafde mensen / lage
taalkennis.
- Bij jeugdigen rekeninghouden met de leeftijdsfase waarin een kind zich bevindt. Kind moet in
staat zijn om logisch en causaal te kunnen denken en het vermogen hebben om na te kunnen
denken over zaken die niet in het hier en nu zijn of nog niet aan de orden zijn. bij kinderen
van 5-8 jaar, waarbij dit nog niet ontwikkeld is, zijn er kleinere effecten gevonden van bij
oudere kinderen / volwassenen
Hoofdlijnen van de methodiek
- Doel is situaties weer reëler, functioneler of evenwichtiger te leren beoordelen, waardoor
gevoelens en gedrag veranderen in positieve of minder lastige / belastende richting.
- Therapeut speelt tijdens de therapie verschillende rollen, in het begin vooral luisteren en
verduidelijken problemen, daarna meer een leerkracht die de achtergronden van cognities
, uitlegt, en ook duidelijk maakt hoe cognities inwerken op het gevoel en gedrag. als laatste als
rol van coach, helpen bij het toepassen en blijven toepassen van geleerde vaardigheden.
Uitwerking van de methodiek: speciale methoden en technieken
Cognitieve herstructurering
- ‘eenvoudigweg’ opsporen en uitdagen van disfunctionele gedachten. ‘wat zou er gebeuren
als…’ en vervolgens formuleren van ‘helpende’ of ‘betere gedachten’. Gedrag veranderd pas
wanneer een persoon andere betekenis geeft aan de wereld om zich heen. Cognities moet je
herstructureren
Exposure
- Onder begeleiding bloot stellen aan situatie die negatieve emoties oproept. Doel is om
intensiteit van negatieve gevoelens te verminderen, dan wel problematisch gedrag af te
leren.
Zelfinstructietraining en hardop denken methoden
- Helpt om gedrag beter te sturen via zelfinstructies, aangeleerd volgens de hardop- denken
methoden. Er zijn 5 stappen
o Een goed model, voorbeeld, toont hoe het kind een situatie kan analyseren
o Kind voert de getoonde analyse zelf uit en het model leidt het kind door de
zelfinstructies hardop te zeggen
o Kind leert de zelfinstructies en oefent daarmee in verscheidene sessies via
spelopdrachten.
o Het oefen duurt voor maar de zelfinstructies worden ingefluisterd
o In complete stilte oefent het kind met de geïnternaliseerde zelfinstructies bij steeds
complexer wordende opdrachten.
Probleemoplossend denken
- Samen met zelfinstructietraining en hardop denken methoden een basisinterventie in CGT
voor kinderen. leren van denkstrategie in 4 stappen
o 1: wat is mijn probleem? Jeugdige moet probleem goed omschrijven en verwoorden
o 2: hoe los ik het op? Alternatieven bedenken en afwegen. Keuze maken uit
verschillende oplossingen rekening houdend met consequenties
o 3: volg ik nog mijn plan? Niet laten verwarren door omgeving
o 4: hoe heb ik het gedaan? Werkte de keuze? Eerlijke keuze? Veilige keuze?
Aangename gevoelens?
Zelfcontrole
- Cognitief proces dat uit verschillende , op elkaar volgende stappen bestaat:
o zelfobservatie, te bevorderen door bijvoorbeeld de opdracht om een dagboek bij te
houden;
o doel bepalen, waarbij de jeugdige plannen maakt en alternatieven overweegt;
o zelfevaluatie, hetgeen kan leiden tot het bijsturen van het doel en de plannen;
o zelfbeloning, wat als positieve feedback zeer belangrijk is; vooral bij kinderen ligt in
de beloning en inde complimenten de motivatie verscholen tot het herhalen van het
positieve gedrag.
psycho educatie
- informatie, steun en advies. Vergroten van kennis over het probleem en manieren waarop
cliënt het beste ermee kan omgaan.
Nazorg: voorkomen van terugval. Bespreken moeilijke situaties. Versterken geleerde vaardigheden
,Hoorcollege 2: PTSS
Trauma-Focused Cognitive Behavioural Therapy for Children and
Parents (Cohen 2008)
- Trauma focused Cognitive behavioural Therapy (TF-CBT) is een evidence based aanpak voor
getraumatiseerde kinderen. van 3 -17 jaar.
- Genetische achtergrond heeft invloed op hoe je reageert op een traumatische gebeurtenis.
Verder spelen ook beschermende en risicofactoren een rol bij een schokkende gebeurtenis.
Impact van het blootstellen aan een trauma
- Er kunnen emotionele of gedragsproblemen ontwikkelen na blootstelling aan een trauma.
Dit wordt onderverdeeld in affectiviteit, gedrag en cognitie
- Affectiviteit problemen bevatten verdrietigheid, angst, angst of woede, soms overmatige
humeurigheid of regulatie problemen van hun stemming en emotionele toestand (affectieve
disregulatie)
- Gedragsproblemen : het vermijden van de traumatische herinnering. Vermijding is een
kenmerk van PTSS maar is ook heel normaal dat ze niet willen praten over pijnlijke
herinneringen. Het volgen van exposure kan leiden tot meer opstandig gedrag, soms hebben
kinderen dan ook meer moeite met het gescheiden worden van ouders, of regressief gedrag
of angstige gedragingen. Een ander symptoom is het herbeleven van het originele trauma.
Soms leidt dit tot seksueel gedrag, pesten of misbruik maken van anderen.
- Cognitieve problemen: omgevormde gedachten over waarom het trauma gebeurd is, wie er
verantwoordelijk was (incl. self blame), schaamte, waardeloos voelen, verliezen van
vertrouwen.
- TF-CBT is gebaseerd op het idee dat affectiviteit, gedragsproblemen en cognitieve problemen
aan elkaar verbonden zijn.
Trauma focused Cognitive behavioural therapy (TF-CBT)
- Sessies individueel met kind en ouders, maar ook ouder-kind sessies. Ouders leren om hun
ouderschap zo effectief mogelijk te maken. Het TF-CBT model werkt aan de hand van het
woord PRACTICE, kinderen en ouders leren door te oefenen. Een grondprincipe is het
gebruiken van geleidelijke exposure. De intensiteit van de exposure vergroot systematisch.
- PRACTICE staat voor: psychoeducatie en ouderschapsvaardigheden, Affectieve regulatie
vaardigheden, cognitieve coping vaardigheden, traumaverhaal en cognitief proces van het
trauma, in vivo beheersing van trauma herinneringen, Vergroten van veiligheid en
toekomstig ontwikkelingstraject
TF-CBT niet voor elk kind met trauma
- Deze behandeling is niet geschikt voor problemen die niet te maken hebben met een trauma.
- Als kinderen naast trauma klachten ook andere stoornissen hebben moet eerst duidelijk
worden of de primaire klachten die het kind heeft komt door het trauma of door de andere
problemen. als het niet door het trauma komt is dit niet de beste interventie.
Behandelcomponenten
- Psycho-educatie: voorlichting en uitleg PTSS, uitleg over behandeling, ouders
opvoedingsvaardigheden bijbrengen
- Relaxatie (ontspanning) en ademhalingstechnieken: d.m.v. ontspannings-en
ademhalingsoefeningen lichamelijke reacties onder controle houden. Nog geen aandacht
voor trauma, alleen focus op ademhalingsoefeningen
- Affect (emotie) uiting en regulatie: emoties leren herkennen, leren benoemen en leren mee
om te gaan. Gevoel van veiligheid en controle creëren voor het kind
- Cognitieve coping: werken aan bewustwording tussen gedachten, gevoelens en gedrag, de
cognitieve driehoek.
- Traumaverhaal: verhaal schrijven met verschillende hoofdstukken waarin nare gebeurtenis
beschreven wordt, incl. gedachten en gevoelens kind. Doel : geleidelijke blootstelling aan
, traumatische gebeurtenis en belangrijk effectief component in traumaverwerking. Alleen
door details kan je trauma verwerken
- In-vivo blootstelling: geleidelijk blootstellen aan herinneringen trauma, helpen bij gevoelens
en gedachten. Weer kijken naar verband cognitieve driehoek.
- Conjoint (gezamenlijk) ouder-kind sessie: verhaal van kind delen met ouders. Ouders moeten
kind kunnen ondersteunen. Opening om te praten over trauma
- Enhacing (bevorderen) van toekomst en veiligheid: evaluatie. Kijken hoe veiligheid in de
toekomst.
Roos et al (2017): EMDR v.s. CBT
- Bij PTSS wordt vaak traumagerichte therapie aangeboden, en dan met name CGT.
- EMDR is een korte op trauma gerichte, evidence based behandeling voor PTSS bij
volwassene, weinig nog onderzocht bij kinderen.
Resultaat
- Vergeleken wachtlijst groep goede effecten op de behandeling. Na behandeling voldeed
92.5% van de EMDR groep, en 90.2% van de CGWT groep niet meer aan de diagnostische
criteria voor PTSS. Ook bij follow op winst behoud.
- Vermindering negatieve trauma gerelateerde beoordelingen, angst, depressie en
gedragsproblemen.
- Voor EMDR significant minder behandeltijd nodig dan CGWT.
Conclusie
- EMDR en CGWT zijn korte, op trauma gerichte behandelingen, die even grote
verbeteringspercentages laten zien voor verminderen PTSS en minder comorbide problemen.
Hoorcollege 3: Dwangstoornis
De behandeling van de dwangstoornis bij kinderen en jongeren – De
Haan (2018)
- Meyer definieerde dwangrituelen als vermijdingsgedrag, waarmee angst werd vermeden.
Voor behandeling dus niet alleen blootstellen aan angsten, maar ook dwangrituelen
behandelen. Rituelen moeten onmogelijk gemaakt worden exposure en
responspreventie.
Moderne CGT
- Tegenwoordig wordt de behandeling niet meer klinisch maar ambulant uitgevoerd, de
exposure en responspreventie wordt niet meer begeleid door therapeut / verpleegkundige
maar door patiënt alleen self controlled exposure. meest belangrijke en meest
effectieve behandeling voor dwangstoornis
- Cognitieve interventies zijn niet effectiever dan exposure. Tegenwoordig vaak exposure en
cognitieve interventies samen. De rol van de cognitieve interventies is niet duidelijk.
- Effectiviteit: 60 à 70% heeft baat bij de interventie
Praten en pillen
- Alleen medicatie op zich zelf is maar voor 30% effectief en wordt dan ook weinig toegepast.
Wel vaak in combinatie met CGT. Maar er is nooit bewezen dat combinatiebehandeling
effectiever is dan alleen CGT. CGT is net zo effectief bij milde klachten als bij matig ernstige
klachten.
Non-respons
- 30-40% heeft geen baat bij de CGT behandeling. Vaak wordt medicatie dan toegevoegd maar
er is niet bewezen dat dit effectief is bij non-responders.
- Leeftijd, geslacht en duur van klachten is geen voorspeller voor het effect van de
behandeling.