Samenvatting Theorie Decentrale selectie Fysiotherapie
Beroepsprofiel fysiotherapie:
Cliënten gaan naar een fysiotherapeut als zij problemen ervaren bij het bewegen
of gezondheidsproblemen ervaren die mogelijk te maken hebben met bewegen.
Fysiotherapie biedt behandeling bij het herstel en ontwikkelen om optimaal te
bewegen (bij behoud of achteruitgang)
Proces: klinisch redeneren -> specifieke diagnoses -> onderbouwen met kennis uit
medische wetenschap en bewegings- en gedragswetenschappen
Fysiotherapeut: De cliënt begeleiden en ondersteunen bij het herstel. Stimuleert
beweeggedrag dat de gezondheid positief beïnvloedt en ondersteunt de cliënt bij
het uitvoeren van activiteiten.
Visie op gezondheid:
Gezondheid volgens Huber: ‘Health as the ability to adapt and to selfmanage, in the face of
social, physical and emotional challenges.’ (dynamisch, persoonlijk en positief concept)
- De mens kan beperkingen tegengaan en een zinvol leven leiden, bij beschikking
over gezondheidsvaardigheden.
Statische definitie van gezondheid (WHO): ‘Health is a state of complete physical, mental and
social well-being and not merely the absence of disease or infirmity.’
Visie op bewegen:
Bewegen: intentioneel gedrag, handelen, sociale dimensie -> meer dan het verplaatsen van het
lichaam, stabiliteit.
Een beweging die een cliënt inzet, wordt bepaald door de situatie, de bewegings- en sociale
context en de aanwezige stoornissen.
Gezondheid en bewegen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden: voldoende bewegen =
minder vaak ziek, minder psychische klachten, makkelijker op gezond gewicht en minder kans
op hart- en vaatziekten, diabetes en kanker
Visie op hulpverlening:
De cliënt (beschouwt als autonoom) beslist mee over behandeldoelen en kiest uit het aanbod
van de fysiotherapeut. De cliënt en fysiotherapeut nemen een gezamenlijk besluit. (Shared decision
making)
Zelfmanagement: Het individuele vermogen om goed om te gaan met symptomen,
behandelingen, lichamelijke en sociale consequenties en leefstijlveranderingen die een rol spelen
in het leven met een chronische ziekte. -> Ondersteuning: fysiotherapeut stimuleert de cliënt om
een actieve rol aan te nemen.
Preventie: essentieel, achteruitgang zoveel mogelijk beperken, participatie behouden en/of
vergroten.
Wilsonbekwame cliënt: Fysiotherapeut stelt vragen over de bewegingsproblemen aan
verzorgers/ andere professionals
Een fysiotherapeut bepaalt of er indicatie (letterlijk: aanwijzing) is voor fysiotherapie en of hij/zij
, de gewenste hulp kan bieden, anders kan de fysiotherapeut terug verwijzen naar de verwijzer of
doorverwijzen naar een andere zorgverlener/ specialist.
Fysiotherapeuten op de werkvloer:
Samenwerkingsvormen -> wijkniveau, gezondheidscentra, cliëntengroepen,
fysiotherapiepraktijken
Collega’s -> andere (gespecialiseerde) fysiotherapeuten, andere
beroepsbeoefenaars binnen of buiten de zorg
Intramurale zorg (zorg gedurende een onafgebroken verblijf van meer dan 24 uur,
zorg binnen de muren) -> in multidisciplinaire teams of op de afdeling
fysiotherapie, voornamelijk in ziekenhuizen, revalidatiecentra en verpleeg-/
verzorgingshuizen.
Transmurale setting -> zorg bij cliënten aan huis.
Beroepscompetenties:
1) Fysiotherapeutisch handelen
Hulp bieden op een professionele manier, verzamelen en interpreteren van
gegevens binnen de grenzen van het beroep, op een verantwoorde wijze.
2) Samenwerken
Indien nodig samenwerken met professionals, zorgverzekeraars of
overheidsinstanties en optimaal gebruik maken van de beschikbare expertise
(specialistische kennis), voor een hoge kwaliteit van hulpverlening.
3) Communiceren
Hoge kwaliteit van hulp leveren met hoge cliënttevredenheid door duidelijke
communicatie, met als doel een effectieve relatie met de cliënt. Zowel verbaal als
non-verbaal.
4) Maatschappelijk handelen
Belangen cliënt afwegen tot belangen hulpvragers en maatschappelijke
belangen. Belangrijke factoren -> duurzaamheid, beroepsethiek, juridisch kader,
sociaal-culturele context.
5) Professioneel handelen
Betrokken en oprechte zorg leveren, verantwoordelijkheid nemen voor eigen
handelingen, balans tussen persoonlijk en professioneel handelen, handelen
binnen de grenzen en regels van de wet.
6) Organiseren
Fysiotherapeut moet zijn eigen werk goed organiseren en zijn eigen manager zijn,
doelen en prioriteiten stellen en een goede balans vinden tussen beroepsmatig
handelen en behoefte aan ontwikkeling.
7) Kennis delen en wetenschap beoefenen
Handelen volgens de principes van Evidence Based Practise (beste
bewijsmateriaal) en een bijdrage leveren aan wetenschappelijk onderzoek en
ontwikkelingen.
Positieve gezondheid: een betekenisvol leven staat centraal -> vragen wat mensen zelf graag
willen veranderen om wat vastloopt te kunnen verbeteren. Positieve gezondheid is eigenlijk een