Hoofdstuk 3 Voorbereidend
schrijven
Algemene voorwaarden
* Toe zijn aan leren op school * Met ogen volgen wat handen doen
* Concentratie * Het lokaal over zien
* Leerkracht kunnen begrijpen * Tijdje stil kunnen zitten
* Motoriek ontwikkeld
Tussendoelen
1. Aanleren juiste zithouding
* Evenwicht
* Rompbalans, om los te zitten en niet met borst tegen de tafel leunen
* Voeten stevig op de grond
* Benen in een rechte hoek
2. Aanleren juiste pengreep
* Adaptatie, kinderen kunnen vanaf 2 jaar hun hand in een goede stand brengen,
afgestemd op het voorwerp
* Vogelbekje
3. Kennismaken en oefenen met schrijfmateriaal
* Tegenstellingen ervaren: hard, zacht, ruw, glad, groot, klein
* Potlood
4. Grafomotorisch werken
* Bewegen met potlood op papier
* Rond hoe, golvend, recht
* Guirlandes, linksomdraaien
* Arcades, rechtsom draaien
* Hoekig, zigzag
* Golvend (Dit is ook de volgorde)
* Golvend is moeilijk omdat hij telkens van richting verandert.
* Bedenk van te voren goed wat je doel is, beweging, vorm, ervaring materiaal of
positionering in de ruimte
5. Letteren: werken met letters zonder te schrijven
* Let op variatie, zodat leerlingen eigen letters niet automatiseren
* Letters maken met : deeg, zand, propjes, strijkkralen
* Stempelen
6. Grafocognitie: werken met vormgevingseisen
* Verwoorden van de route en beweging
7. Handvoorkeur
* Ambidexter: beidhandig
,Letters schrijven
Je kunt beginnen met
* Kapitalen, schrifttekens van 1 hoogte
* Cijfers
* Onverbonden letters
* Schrijfletters
Kerende streek
De streek keert om, en gaat via het zelfde traject terug, dus overlappend
Hoofdstuk 4 Aanvankelijk
schrijven
Tussendoelen
1. Schrijven met de juiste pengreep
* Imitatie, dus zorg als leerkracht ervoor dat je pengreep altijd goed is.
* Kun je aanleren door liedjes of versjes
2. Schrijven met de juiste zithouding
* Voeten stevig op de grond
* Stoel aanschuiven
* Juiste balans
3. Schrijven met schuine papierligging
4. Toepassen ondersteunende functie van niet- schrijfhand
* Fixeren, papier vasthouden
* Positie bepalen, beginpunt
* Papiertransport
5. Aanleren van cijfers en rekentekens
* Leer je eerst aan. Bij letters die in woord niet goed geschreven is kun je er nog wel
uithalen wat er staat. Een cijfer staat los dus moet goed geschreven worden. Een 4
kan soms ook op een 9 lijken.
* Tabelcijfers: alles op 1 lijn
* Uithangend: haakje van bijvoorbeeld de 9 hangt naar beneden
6. Aanleren van begrippen:
* Schrijfrichting is van links naar rechts
* Je begint boven aan de bladzijde
* Grondlijn, onderkant rompletter
* Romphoogte, tot romplijn
* Bovenluslijn, onderluslijn
* Startblokje, geeft grondlijn aan
, 7. Letters aanleren
* Vormkennis
Welke vorm maak je bij de letter? Recht? Rond?
Bocht: scherpe hoek, minder dan 90 graden. Denk aan de eindhalen van a en k
Boog: ruim en groot: denk aan h
Invloegplek: waar de boog in de neerhaal voegt
* Trajectkennis
De route van de leter
Progressieve beweging: de letter van links naar rechts p m u
Regressieve beweging: de letter naar links e a k
8. Leren verbinden van de letters
* Vanaf de grondlijn
* Vanaf de grondlijn uit onderlus
* Vanaf de grondlijn uit s
* Vanaf romplijn
* Vanaf midden
* Naar ronde beginhaal
* Naar gepunte beginhaal
* Naar kerende streek
* Naar bovenlus
* Naar halve romphoogte
9. Schrijven van korte woordjes
10.Aanleren van leestekens
Volgorde is
.,!?
11.Teruglezen van eigen werk
* Het begrip leesbaarheid krijgt dan betekenis
12.Leren schrijven van hoofdletters
* Natuurlijke vloeiende verbinding
* Schijnverbinding
13.* Beoordelen eigen werk
14.Regels bij verbeteren
* Niet krassen
* Leerkracht kijk na met rood, dit valt meer op
Lesschema
Aanleren van een letter
1. Oefeningen voor het kennis maken met de vorm
De letter herkenning in een tekening.
Wanneer ze de letter kan kennen kun je opdrachten geven als hoeveel rechte delen
zitten er in de letter of hoeveel rondingen?
Leg de letter met bloemen of zand. Zoek de letter in de tekening. Rol en slang en klei
de letter etc.