Kennistoets 2.2
Gezondheidsbevordering en preventie
GP 2.1: Gezondheidsdeterminant leefstijl & gedrag
1. Verwoorden wat de gezondheidsdeterminant leefstijl en gedrag inhoudt
Gezondheidsdeterminant leefstijl en gedrag: gaat over de manier waarop iemand zelf
invloed kan hebben op zijn gezondheid. Omvat gedragingen zoals: voedingsgedrag, alcohol,
drugs, roken, beweging en seksueel gedrag.
2. Toelichten hoe leefstijlfactoren en gedragingen invloed hebben op de
gezondheid van de mens
Invloed van leefstijlfactoren en gedragingen op gezondheid:
Voedingsgedrag: voeding heeft een duidelijke invloed op gezondheid en
gezondheidsproblemen. Ze kunnen zowel primair als secundair gerelateerd zijn aan
voeding.
o Primair: cariës, overgewicht, obstipatie, ijzergebrek.
o Secundair: gezondheidsproblemen zijn voeding gerelateerd, maar daarnaast
spelen andere gezondheidsdeterminanten een rol.
Alcohol gebruik: farmacologische-, psychische, en/of sociale verslaving, verstoord
immuunsysteem duidelijke relatie met (verkeers)ongevallen.
Drugsverslaving: verslavingsziekten, intoxicaties, psychosociale/psychische
psychiatrische problematiek, verhoogde kans op infectieziekten, hiv en ongevallen.
Rookgedrag: gezondheidsproblemen zoals longkanker, COPD, hart- en vaatzieken.
Bewegingsgedrag: lichamelijke activiteit kan belangrijk gezondheidsvoordelen
opleveren verbeterde fysieke fitheid en conditie hart en longen, overgewicht.
Seksueel gedrag: soa’s, hiv, ongewenste zwangerschap, seksueel misbruik,
urineweginfecties.
Gezondheidsvaardigheden: deze vaardigheden worden ingezet om informatie te verwerven
over gezondheid, maar ook om te begrijpen, beoordelen en te gebruiken om gezondheid
gerelateerde beslissingen te nemen. Mensen met weinig gezondheidsvaardigheden
ervaren hun gezondheid vaker als minder goed, maken minder gebruik van preventieve
gezondheidszorg, hebben minder zelfmanagement vaardigheden en minder kennis.
,3. Uitleggen welke taak de verpleegkundige heeft bij de
gezondheidsdeterminant leefstijl en gedrag
Gedrag en gezondheidsgedragingen, maar vooral gedragsveranderingen zijn voor
verpleegkundigen een belangrijk middel om de gezondheid van mensen te verbeteren en
gezondheidsproblemen te verminderen.
Rol van verpleegkundige: gezondheidsbevorderaar, met kennis van zelfmanagement, leefstijl
en gedrag, gezondheids- en gezondheid determinanten gezond gedrag.
GP 2.2: Endogene gezondheidsdeterminant en
zelfmanagement
1. Uitleggen wat de endogene, persoonsgebonden
gezondheidsdeterminant inhoudt
Endogene persoonsgebonden gezondheidsdeterminant: gaat over de factoren die zich
afspelen in het menselijk lichaam. Er wordt onderscheid gemaakt tussen genetisch (geslacht,
kleurenblindheid of een genetische aanleg voor bepaalde ziektes) en verworven factoren
(lichaamsgewicht, bloeddruk, persoonlijkheidskenmerken, immuunsysteem).
2. Uitleggen welke taken de verpleegkundige heeft bij de endogene,
persoonsgebonden gezondheidsdeterminant
Verpleegkundigen hebben de taak om dergelijke problemen te signaleren, de noodzakelijke
zorg te bieden, mensen zo goed mogelijk bij te staan en te begeleiden in het leren
accepteren van en omgaan met hun beperkingen en waar mogelijk verergering van de
klachten te voorkomen.
3. Verwoorden hoe de verpleegkundige zelfmanagement kan bevorderen
bij de zorgvrager
Zelfmanagement: vermogen van mensen om hun aandoening zo goed mogelijk te kunnen
inpassen in hun leven. Goed om kunnen gaan met klachten en symptomen en het doen van
leefstijlaanpassingen. Je streeft de optimale kwaliteit van leven na.
Zelfmanagement behoort tot de kern van verplegen.
Taken/rollen van de verpleegkundige zijn:
Coach: ondersteunen in wat de patiënt nog kan.
Behandelaar: vooral therapietrouw nastreven.
Leraar: instructies en voorlichting geven.
Poortwachter: helpen gezonde keuzes te maken.
Vaardigheden van de verpleegkundige:
Kennis en zelfvertrouwen vergroten
Aandacht hebben voor acceptatie/loslaten
Schakelen tussen de rollen
Brainstormen over het probleem
Goede inschatting maken van vaardigheden van de zorgvrager
Centraal staan:
Gezamenlijke besluitvorming
Regie van de zorgvrager
, De levensdoelen van de zorgvrager zijn het uitgangspunt
Kernelementen van de relatie tussen zorgvrager en verpleegkundige zijn:
Partnerschap
Kennis delen
Vertrouwen
Respect
Gelijkwaardigheid
Sociale omgeving betrekken
GP 2.3: Model van gedragsverandering
1. Uitleggen wat de stappen zijn van het model van gedragsverandering
Intervention Mapping: een protocol om op basis van evidence stapsgewijs
gezondheidsdeskundige interventies te ontwikkelen en uit te voeren.
Stap 1: gezondheidsanalyse
Stap 2: definiëren gedragsdoelen
Stap 3: methoden en theorieën
Stap 4: ontwerp van gezondheidskundige interventie model van
gedragsveranderingen hoort hier bij.
Stap 5: implementatieplan
Stap 6: evaluatieplan
Intervention Mapping stap 4 (ontwerp van gezondheidsdeskundige interventie) is het model
om gedragsverandering tot stand te brengen.
1. Contact leggen met de patiënt(engroep)
Risico inschatting door patiënt zelf Ome Cor heeft zijn hele leven gerookt en wat
denk je? Kerngezond!
Individueel risico en kwetsbaarheid van de cliënt benadrukken
Selectieve waarneming (niet gemotiveerd om naar bepaalde informatie te luisteren)
– selectieve blootstelling (een bepaald voorlichtingsbericht niet oppikken als gevolg
van de situatie waarin een patiënt zich bevindt) kunnen risicoperceptie in de weg
staan.
Doel: inzicht krijgen in relatie tussen gezondheidsprobleem en het gewenste gedrag
2. Verandering van gedragsdeterminant attitudes
Het is noodzakelijk dat de patiënt zich een kritische voorstelling van het gewenste
gedrag probeert te maken en het gedrag evalueert in termen van voordelen en
nadelen op zowel lange als korte termijn.