Psychologie BPP samenvatting 2020-
2021 blok 1
Hoofdstuk 13: Schizofrenie
BLZ 484 T/M 514
Emil Kraepelin kwam met een beschrijving en categorisatie van schizofrenie
Catatonia, hebephrenia en paranoia werden gecombineerd en niet meer gezien als aparte
stoornissen > samen genaamd dementia praecox
Dit werd onderscheiden van de biopolaire stoornis
Eugen Bleuler kwam uit eindelijk met de term schizofrenie > gespleten geest
Psychotisch gedrag = hallucinaties en verlies van contact met de realiteit
Positieve symptomen
= verstoorde realiteit, gedragen die worden gedaan die een gezond persoon niet zou doen
Wanen: verkeerde interpretatie van de realiteit, hiervan zijn drie soorten
1. Wanen van grandeur > achtervolgingswanen, geloof hongernood helpen en
geloof mensen slechte bedoelingen hebben (meest voorkomend)
Achtervolgingswanen: denken achtervolgd te worden
2. Bij Capgras syndroom > vervangen voor dubbelganger
3. Cotard’s syndroom > geloof dat hij dood is
Motivational view of delusion kijken naar overtuigingen als een manier
om stress en angst te verminderen
Deficit view of delusion geloven dat die overtuigingen voortkomen uit
breindisfuncties die deze veranderde cognitie veroorzaken
Hallucinatie: dingen zien die daar daadwerkelijk niet zijn
Auditory hallucination > dingen horen die niet aanwezig zijn
Via brain imaging werd duidelijk dat Broca actief was (spraak)
Negatieve symptomen
= absentie van gedragingen die normaal zijn
Avolition > afwezigheid van initiëren en uitvoeren van activiteiten
Alogia > relatieve absentie van spraak
Anhedonia > weinig gevoel van plezier ervaren
Asociality > vermindering van interesse in sociale interactie
Affective flattening > flat effect: reageren buitenaf niet op emotie, kan wel van binnen
Gedesorganiseerde symptomen
= gedragingen die spraak, motor gedrag en emotionele reactie beïnvloeden
Disorganized speech > gebrek aan insight (bewustzijn van probleem), ook praten ze onlogisch
en springen ze van onderwerp naar onderwerp
Ongepaste emoties > lachen of huilen op ongepaste momenten
Catatonie: ongebruikelijke houdingen, angst dat iets verschrikkelijks zou gebeuren als
ze zouden bewegen
Catatonische immobiliteitflexibility: neiging om houding aan te houden waarin
iemand ze heeft gezet
,Andere psychotische stoornissen -
1. Schizofreniforme stoornis = gekenmerkt door het hebben van schizofrene symptomen voor
een paar maanden en terugkeer naar normaal gedrag na deze periode
Ook verwarring en afwezigheid van flat affect en sociale abnormaliteiten
2. Schizoaffectieve stoornis = vertonen symptomen van stemmingsstoornis (depressie, wanen
of hallucinatie) voor ten minste twee weken
3. Waanstoornis = geloof in dingen die niet overeenkomen met de werkelijkheid, hiervan zijn
verschillende substypes te vinden
Erotomanie > geloof iemand verliefd op je is (vaak beroemdheid)
Grootheidswaan > geloof belangrijker dan andere
Jaloersheidswaan > geloof seksuele partner ontrouw
Paranoïde waan > geloof constant bedreigd te worden
Somatische waan > opvatting over het lichaam die niet overeenkom met realiteit
Anders omdat het in principe zou kunnen voorkomen
4. Attenuated psychosis syndrome = symptomen schizofrenie maar hier bewust van zijn
5. Gedeelde psychotische stoornis = wanen krijgen door relatie met een andere persoon die
wanen heeft
6. Korte psychotische stoornis = positieve symptomen/gedesorganiseerde spraak voor een
maand
Mannen & vrouwen even veel
Kinderen laten vaak al tekenen zien
Oorzaken van ziekte vinden door:
1. Genetische invloed > niet een enkel gen, maar meerdere samen
Hoe erger symptomen, hoe groter kans kinderen het ook krijgen
Omgeving geen bepalende factor
Geadopteerde kinderen ook grotere kans bij moeder schizofrenie
Mogelijk drager van schizofrenie te zijn zonder het te hebben
2. Chemicaliën actie van drugs
3. Abnormaliteiten werking hersenen
4. Omgevingsrisicofactoren
Prodromal stage = 1 tot 2 jaar durende periode voor de serieuze symptomen, ongewone gedragingen
beginnen zichzelf voor te doen
Chromosoom 6, 8 en 22 (COMT) zijn meest verantwoordelijk voor schizofrenie
COMT speelt een rol bij dopamine metabolisme
Endophenotyping = niet zoekend naar het specifieke gen maar naar de basis processen die bijdrage
aan gedrag of symptomen van de stoornis, daarna wordt naar het gen gezocht die dit veroorzaakt
Smooth-pursuit eye movement: bestuderen oogbewegingen om schizofrenie vast te stellen
Antagonist (verminderen effect neurotransmitter) vs. agonist (vergroten effect)
Bij schizofrenie ligt de focus op D1 en D2 van dopamineplaatsen
Er blijkt dat drugs die voor verhoging van dopamine zorgen (agonist) ook voor verhoging van
schizofrenisch gedrag veroorzaken
Maar niet in elk geval zorgt verlaging van dopamine voor verlaging van schizofrenie
Ook duurt het vaak lang voordat symptomen weggaan terwijl dopamine snel wordt
, geblokkeerd en verdwijnen niet alle symptomen
Tegenwoordig zijn er drie plekken waar gekeken naar wordt
1. D2 receptoren bij stratiale gedeelte van hersenen, hiervan zijn er teveel
2. D1 receptoren bij prefrontale cortex, hier is een tekort aan
3. Prefrontale activiteit van glutamate transmissie. Hierbij wordt gekeken naar de receptor
NMDA.
Schizofrenie & breinstructuur
Vergroting ventrikels. Die vergroting betekent dat andere delen van de hersenen niet juist
zijn ontwikkeld, waardoor deze groter hebben kunnen worden
Die vergroting is echter niet bij iedereen te zien
Ook frontale gebiede minder activiteit > hypofrontaliteit
Ook prenatal en perinatale invloeden zijn gecorreleerd met de ontwikkeling van schizofrenie
Psychosociale factoren
> Stress verergert dit
> Grote stad vorm van stress
Schizofrenogene moeder = koude, dominaten en afwijzende manier van omgang met kind werd
gedacht voor schizofrenie te zorgen bij de kinderen
Double bind communication = communicatie stijl die botsende boodschappen gaf, zorgde voor
schizofrenie bij kinderen
Deze twee theorieën worden beide niet meer ondersteunt
Expressed emotion > familie die kritiek had, vijandig was en emotionele overbetrokken was, zorgde
voor een snellere terugval van patiënten naar schizofrenie
Hogere expressed emotions zorgen voor snelle terugval
Behandeling schizofrenie
1. Biologische interventies
Vroeger – psychochirurgie & ECT
Tegenwoordig – antipsychotische medicatie
Neuroleptics > effect op positieve symptomen
Atypical antipsychotics > risperidone en olanzapine
Transcranial magnetic stimuliation > tegen hallucinatie
Modanifil > geugen en probleemoplossed vermogen verbeteren
Extrapiradimale symtomen = ernstige bijwerkingen
2. Psychologische interventies
Therapie > aanleren vaardigheden
Token economy > verdienen van maaltijden en kleine luxe dingen
Cognitieve remediatie > verbeteren cognitieve processen als aandacht, execuief
functioneren en geheugen
Familietherapie > begin behandeling effectief
, Artikel 1: Wat is ziek, wat is gezond?
BLZ 1 T/M 14
Chronisch vermoeidheidsyndroom (ME/CVS)
= geen ziekte maar afwijkend gedrag. Voor deze reden wordt er geen uitkering gegeven.
Somatisch onverklaarde lichamelijke klachten (SOLK)
= diagnose bij mensen waarbij oorzaak klachten niet gevonden wordt
Het is dus van belang een ziekte goed af te bakenen. Voor de cliënt is het van belang dat klachten
worden erkend, zodat ze toegang krijgen tot de benodigde voorzieningen.
Daarnaast betekent een ziektelabel ook erkenning, hij kan niet verantwoordelijk worden
gehouden.
In hoeverre is ziekte een puur objectief, biologisch gegeven, en in hoeverre is het afhankelijk van
sociale normen, waarden en omstandigheden?
Gezondheid = de afwezigheid van ziekte, een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en
maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of lichamelijke gebreken
Dit is de definitie van WHO
Volgens andere is de juiste definitie: dynamisch proces waarbij het vermogen tot adaptiatie centraal
staat. Er zijn dus meerdere visies op de definitie gezondheid.
Dit geldt ook voor ziekte:
1. Boorses naturalistische theorie: ziekte en gezondheid meten met statistische en biologisch
gezien normaal functioneren van organisme. Dit is volgens hem gericht op overleving en
reprodcutie, normaal functioneren dus, volgens het bouwplan van het organisme.
2. Nordenfelts normativistische theorie: kijkt wel naar normatieve en subjectieve invalshoek.
Gezondheid = iemands vermogen om onder normale omstandigeden voor hem of haar
esstiele doelen te bereieken die minimaal niveau van welbevinden of geluk bewerkstelligen.
Ervaren last of hinder wordt ‘illness’ genoemt, wat dit veroorzaakt heet ‘disease’
3. Scoiaal-constructivisme: bepaald door de maatschappij waarin we leven, en door de vraag
wat in die maatschappij als goed of slecht wordt gezien, als normaal of abnormaal, wenselijk
of onwenselijk. – nalezen