Samenvatting Abnormaal gedrag
Boek: Psychiatrie een inleiding
8e editie
Hoofdstukken: 1,2,3,4,6,7,8,9,10,11,14,15,16
, Hoofdstuk 1: Introductie
Psychopathologie: een deelgebied van de psychiatrie en klinische psychologie
- psychiatrie: richt op de diagnostiek en behandeling van psychische stoornissen
- klinische psychologie: houdt zich bezig met diverse vormen van afwijkende emoties, gedachte en
gedrag, de oorzaken daarvan en de behandelmogelijkheden ervoor.
- GZ-psycholoog: bevoegd tot diagnosticeren en behandelen van psychische stoornissen
- psychotherapeut: is bevoegd tot het geven van psychotherapeutische behandelingen
- psychiater: gespecialiseerd in het diagnosticeren en behandelen van patiënten met een psychische
stoornissen, mag in vergelijking met een psycholoog medicatie voorschrijven.
Psychische stoornis: het geheel van afwijkende emoties, gedachten of gedragspatronen gekenmerkt
door onder andere een storing in het functioneren en (persoonlijk) lijden.
Symptomen: specifieke eigenschappen of kenmerken die passen bij bepaalde stoornis.
Criteria voor afwijkend gedrag:
- uitzonderlijk: uitzonderlijkheid opzich is niet voldoende om gedrag afwijkend te noemen
- sociaal afwijkend: samenlevingen hebben normen die bepalen welke vormen van gedrag acceptabel
zijn en welke niet. hierbij moet je wel rekening houden met culturele verschillen.
- foute perceptie of interpretatie van de werkelijkheid: als iemand dingen ziet of stemmen hoort die er
in werkelijkheid niet zijn
- aanzienlijk emotioneel lijden van de persoon: persoonlijk lijden als gevolg van problematische
emoties als angst en depressie
- ongepast of contraproductief gedrag: gedrag roept onprettige gevoelens op (alcoholgebruik).
- gevaar: gedrag dat gevaar oplevert voor de persoon zelf of anderen
Concepten van gezondheid en ziekte kunnen in verschillende culturen een verschillende betekenis
hebben het is dus heel belangrijk om eerst uit te zoeken of onze opvattingen over afwijkend
gedrag&emoties wel geldig zijn, voordat ze in een andere cultuur toepast.
Hippocrates: de beroemde arts uit de gouden eeuw van Griekenland. Hij zei dat ziekten van lichaam en
geest het gevolg was van natuurlijke oorzaken, en niet van bezetenheid door bovennatuurlijke geesten.
Hij stelde dat de gezondheid van het lichaam en de geest wordt bepaald door een evenwicht in het
humores: lichaamssappen (slijm, zwarte gal, bloed en gele gal). Een verstoring van het evenwicht
tussen humores was verantwoordelijk voor afwijkend gedrag. Hij classificeerde abnormale
gedragspatronen aan de hand van drie hoofdcategorieën: melancholie (buitensporige depressie),
manie (uitzonderlijke opwinding) en bezetenheid (schizofrenie).
In de middeleeuwen dacht men dat afwijkend gedrag een teken van bezetenheid door boze geesten of
de duivel was, vooral in de katholieke kerk. Exorcisme: geesten uit lichamen verdrijven.
Heksenvervolging: drijftest.
Rond 1800 stelden Franse artsen dat mensen met afwijkend gedrag ziek waren en daarom recht
hadden op menselijke behandeling. Hier waren veel mensen het niet mee eens. morele therapie.
Vanaf de twintigste eeuw: introductie van nieuwe effectieve medicijnen en therapeutische
behandelingen.
Evidence-based medicine: het streven om gebruik te maken van het beste beschikbare bewijs bij het
maken van een keuze voor de behandeling van een patiënt.
, Hoofdstuk 2: Visies op oorzaak en gevolg van psychische stoornissen
Een aantal perspectieven/visies die een verklaring geven voor de afwijkende emoties, gedachten en
gedrag. Geen van de perspectieven kan op zichzelf een totale verklaring geven voor het ontstaan van
psychische stoornissen.
2.1. Het biologische perspectief
Onze kennis van de biologische fundamenten van afwijkend gedrag is de afgelopen jaren enorm
gegroeid verbeterde technieken voor hersenfunctie, meten van lichamelijke processen, informatie
over de rol van genetica etc.
Zenuwstelsel
Het zenuwstelsel bestaat uit neuronen (zenuwcellen die door het hele lichaam boodschappen
doorgeven).
- celkern
- dendrieten: uitlopers van neuronen die zenuwimpulsen ontvangen van ander neuronen
- axon: langste uitloper
- eindknopjes: kleine verdikking aan het einde van een axon.
- neurotransmitters: chemische stof die neurale boodschappen van het ene neuron naar het andere
vervoert.
- synaps: spleetje tussen een eindknopje van het ene neuron en de dendriet van een andere neuron
Onregelmatigheden in de werking van de neurotransmitters in de hersenen vormen een belangrijke
factor in het ontstaan van abnormale gedragspatronen.
- neurotransmitter acetylcholine: alzheimerpatiënten hebben vaak een lager acetylcholinegehalte.
- neurotransmitter dopamine: overvloed aan dopamine in de hersenen kan een rol spelen bij
schizofrenie.
- neurotransmitter norepinefrine: onbalans in norepinefrinegehalte heeft een verband met
stemmingsstoornissen als depressie
- neurotransmitter serotonine: wellicht verband met depressie en eetstoornissen
Centrale zenuwstelsel: wordt gevormd door de hersenen en het ruggenmerg.
- medulla: speelt een rol in essentiële functies als hartslag, ademhaling, bloeddruk. Het beïnvloedt ook
de slaap, niezen en hoesten.
- pons: geeft informatie door over de stand van het lichaam en is betrokken bij functies die te maken
hebben met aandacht, slaap en ademhaling
- cerebellum: speelt een rol in het evenwichtsgevoel en de motoriek (spieren).
- reticulaire activeringssysteem (RAS): begint in de achterhersenen en loopt via de middenhersenen
door tot onder in de lagere voorhersenen. Speelt een essentiële rol in slaap, aandacht en
arousel/alertheid. Dempende middelen (alcohol) verlaagt de activiteit van het RAS.
- thalamus: stuurt sensorische informatie naar hersengebieden. Is ook betrokken bij slaap en aandacht
- hypothalamus: speelt een essentiële rol in de regulatie van lichaamstemperaturen, concentratie van
vloeistoffen, opslag van voedingsstoffen en motivatie en emotie (honger, dorst, seks, agressie etc.)
- limbische systeem: speelt een rol in herinneringen en regulatie van basale drijfveren die te maken
hebben met honger, dorst en agressie