De overheid dient ergens geld vandaan te halen om wegen dijken,
gezondheidszorg, politie en onderwijs. Vandaar dat wij belastingen betalen.
Naast belastingen heeft de overheid ook inkomsten uit aardgas en
winstuitkeringen door bedrijven waarvan de overheid eigenaar is. Daarnaast
heeft de overheid inkomen uit premies sociale verzekeringen. Hier worden de
sociale uitkeringen weer mee betaald.
Met belastingen kan de overheid ook bepaald gedrag stimuleren ( of juist
ontmoedigen). Bij belastingheffing spelen het draagkrachtbeginsel en het
profijtbeginsel een rol. Degene die profijt heeft van een bepaalde
voorziening, moet er ook voor betalen ( wegenbelasting). Het
draagkrachtbeginsel gaat ervan uit dat de sterkste schouders de zwaarste
lasten kunnen dragen. Hoe hoger het inkomen, hoe meer belastingen we
moeten betalen.
In Nederland betaald bijna iedereen wel belasting. De verschillende
belastingen zullen we hieronder vermelden:
1) Inkomstenbelasting (IB) deze belasting moet worden betaald over
inkomsten van natuurlijke personen. Deze inkomstenbelasting is
afhankelijk van de hoogte van het inkomen, zoals loon of winst uit een
onderneming en het vermogen. ( Wet op de inkomstenbelasting)
2) Vennootschapsbelasting wordt betaald over de winst van
rechtspersonen.
3) Loonbelasting wordt berekend over het loon van een werknemer.
Meestal is het de werkgever die de loonbelasting al in mindering
brengt op het brutoloon en deze aan de Belastingdienst betaalt.
Loonbelasting is een voorheffing op de inkomstenbelasting. Dit houdt
in dat op de te betalen inkomstenbelasting op betaalde loonbelasting
in mindering mag worden gebracht. De inkomstenbelasting over
looninkomsten is vrijwel gelijk aan de loonbelasting over de
looninkomsten.
4) Omzetbelasting (OB) Omzetbelasting of btw wordt in rekening
gebracht door ondernemers. Omzetbelasting wordt geheven over de
levering van goederen en diensten door ondernemers. Kopen we iets in
een winkel dan betalen we omzetbelasting aan die ondernemers die
weer betaalt aan de Belastingdienst.
5) Dividendbelasting betalen we over de winstuitkering op aandelen
ofwel over dividend. Ook dividendbelasting is, net als de loonbelasting,
een voorheffing op de inkomstenbelasting.
6) Erfbelasting moet worden betaald over een erfenis ( Successiewet)
7) Schenkbelasting betalen we als we een schenking krijgen.
( Successiewet)
8) Kansspelbelasting betalen over gewonnen prijzen(geld)
9) Overdrachtbelasting betalen we bij de verkrijging van onroerend
goed ( koop van een huis)
1
,10) Motorrijtuigenbelasting betaald bij het hebben van een auto of
motorrijwiel
11) Belasting van personenauto’s en motorrijwielen
12) Accijnzen wordt geheven over alcohol en tabaksproducten
13) Milieuheffing waterbelasting en energiebelasting
14) Provinciale belastingen en gemeentelijke belastingen loon- en
inkomstenbelasting, de omzetbelasting en de vennootschapbelasting.
Gemeentelijke belastingen zijn bijvoorbeeld de onroerende
zaakbelasting en de hondenbelasting.
De bronnen van het belastingrecht
Als we willen weten waarover we belasting moeten betalen en hoeveel,
dan kunnen we dat vinden in de materiele belastingwetgeving zoals de
Wet op de inkomstenbelasting, Wet omzetbelasting, Wet loonbelasting,
Wet vennootschapsbelasting. De wijze waarop de belasting uiteindelijk bij
de overheid moet komen, wordt geregeld in het formele belastingrecht.
Wat wij, als burger, kunnen en moeten doen, maar ook wat de overheid
kan en moet doen, wordt in deze formele belastingwetgeving geregeld.
De formele wetgeving is geregeld in de Algemene wet bestuursrecht
(AWB) en de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR).
Een uitvoeringsregeling of –beschikking en een uitvoeringsbesluit wordt
gemaakt door de minister van Financien. Bij het vormen van een
uitvoeringsbesluit zijn de ministerraad en Raad van State partij.
Richtlijnen zijn afspraken binnen de EU. Ieder land is verplicht deze
afspraken in zijn wetgeving te verwoorden.
Bij de algemene beginselen van behoorlijk bestuur gaat het in feite om
gedragsregels. De overheid moet zich als een behoorlijk bestuurder
gedragen. De belangrijkste zijn het vertrouwensbeginsel en het
gelijkheidsbeginsel. Het vertrouwensbeginsel gaat uit van het vertrouwen
dat de belastingplichtige mag ontlenen aan gedragingen van de overheid.
Het gelijkheidsbeginsel gaat uit van de gelijke behandeling van gelijke
gevallen.
Als we het hebben over jurisprudentie, dan hebben we het over
uitspraken van rechters. Rechters oordelen als een belastingplichtige en
de Belastingdienst het niet eens zijn met elkaar.
Soms moet een extra uitleg aan een wetsartikel worden gegeven, omdat
deze niet helemaal duidelijk is. De uitleg geldt ook als aan een bepaalde
situatie niet is gedacht. Via een besluit ( resolutie) geeft de
staatssecretaris aan hoe bij een bepaalde situatie het wetsartikel moet
worden uitgelegd.
2
, Hoofdstuk 2
In de Wet inkomstenbelasting, Wet vennootschapbelasting, Wet
loonbelasting en Wet omzetbelasting vinden we het materieel recht. In
het materiele belastingrecht wordt aangegeven hoe de te betalen
belasting wordt bepaald. ( wie is belastingplichtige, waarvoor belasting
moet worden betaald en hoeveel)
Het formele recht behandelt de manier waarop de aanslagen worden
vastgesteld, hoe en wanneer we aangifte moeten doen en wanneer moet
worden betaald. Ook worden in het formele recht de verplichtingen, die
wij als belastingbetaler hebben, beschreven. Het formele belastingrecht is
van toepassing op alle eerder genoemde wetten waarin het materieel
recht is te vinden.
In de wet IB is aangegeven dat natuurlijke personen belastingplichtig zijn
voor de inkomstenbelasting. Deze natuurlijke personen moeten dan
volgens de wet IB in Nederland wonen. Wonen deze natuurlijke personen
niet in Nederland maar verdienen hun inkomen wel in Nederland, dan zijn
zij belastingplichtig voor de Wet IB. Vennootschapbelasting wordt geheven
van lichamen ( nv. bv.) Het gaat dan om lichamen die in Nederland zijn
gevestigd. Of iemand woont of in Nederland is gevestigd, kunnen we
vinden in artikel 4 lid 1 AWR. “ Waar iemand woont of gevestigd is, wordt
naar de omstandigheden beoordeeld”.
Van belang bij de woonplaats is niet alleen de inschrijving in het
bevolkingsregister bij de gemeente, maar ook de woonplaats van de
familie of het gezin van belastingplichtige, de plaats waar de sociale
activiteiten worden verricht.
Voor de specifieke formele wetgeving die alleen betrekking heeft op
belastingen, moeten we in de AWR zijn. In art 6 AWR is vermeld dat de
inspecteur degene die naar zijn mening vermoedelijk belastingplichtig is,
kan uitnodigen tot het doen van een aangifte. In deze aangifte vraagt de
Belastingdienst gegevens die van belang zijn voor het vaststellen van de
te betalen belasting. ( iedereen dient dit te doen) Aan het doen van
aangifte is pas voldaan als alle gevraagde gegevens duidelijk, stellig en
zonder voorbehoud worden ingevuld, ondertekend en naar de
Belastingdienst verzonden ( art 7 & 8 AWR). Binnen welke termijn moet
deze aangifte worden ingevuld staat in art 9 & 10 AWR). De inspecteur
stelt een termijn van tenminste een maand. Iedere belastingplichtige
heeft een burger servicenummer ( bsn).
Als de aangifte is gedaan, zal voor de inkomstenbelasting en
vennootschapsbelasting een aanslag volgen. Voor de loonbelasting en
omzetbelasting gelden andere regels. Inkomsten en
vennootschapbelasting zijn aanslagbelastingen. Uit de gegevens die in de
aangifte zijn vermeld, zal blijken welk bedrag aan belasting dient te
worden betaald. De omzetbelasting en de loonbelasting zijn
aangiftebelastingen. Gelijk met het doen van de aangifte moet ook de
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper VAS. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.