Inhoud
Hoofdstuk 1..................................................................................................................................................2
Kennis maken met sociaal werk...................................................................................................................2
Hoofdstuk 2..................................................................................................................................................7
Mensenrechten............................................................................................................................................7
Hoofdstuk 3................................................................................................................................................11
Wat is het morele perspectief?..................................................................................................................11
Hoofdstuk 4................................................................................................................................................14
Lichaamstaal...............................................................................................................................................14
Hoofdstuk 5................................................................................................................................................16
Sociaal werk in een superdiverse samenleving...........................................................................................16
Hoofdstuk 6................................................................................................................................................21
Vooroordelen, stereotypen en discriminatie..............................................................................................21
Hoofdstuk 7................................................................................................................................................23
Intersectioneel denken...............................................................................................................................23
Hoofdstuk 8................................................................................................................................................30
Diversiteitscirkel met aspecten van identiteit............................................................................................30
Hoofdstuk 9................................................................................................................................................31
Leren van het verleden...............................................................................................................................31
pag. 1
, Hoofdstuk 1
Kennis maken met sociaal werk
“Sociaal werk is een praktijkgericht beroep en een academische discipline die sociale verandering en
ontwikkeling, sociale cohesie en de empowerment en bevrijding van mensen bevordert. Principes van
sociale rechtvaardigheid, mensenrechte, collectieve verantwoordelijkheid en respect voor diversiteit
staat centraal in sociaal werk. Ondersteund door theorieën van sociaal werk, sociale wetenschappen,
geesteswetenschappen en inheemse kennis, betrekt sociaal werk mensen en structuren om
levensuitdagingen aan te pakken en het welzijn te verbeteren.”
Sociaal werk heeft als doelen:
Het bevorderen van maatschappelijke verandering en ontwikkeling
Het bevorderen van sociale cohesie
Het bevrijden van mensen uit onderdrukking en hen bemoedigen en ondersteunen hen uit
vastgelopen situaties te helpen
Fundamentele principes
Sociale rechtvaardigheid
Mensenrechten
Collectieve verantwoordelijkheid
Respect voor diversiteit
Kennis
Theorieën over sociaal werk
Kennis uit sociale wetenschappen en geesteswetenschappen
Lokale kennis uit gemeenschappen waarin sociaal werk is
Een ander oriëntatie van sociaal werk, richt zich meer op het aanpassen van mensen en het anticiperen
op complexere veranderingen in de samenleving. Deze oriëntatie zien we vooral terug in de politiek en
het sociaal beleid. Die beide in teken staan van de transformatie van de verzorgingsstaat. Onder het
motto van “het werken aan de participatiesamenleving” doen politiek en overheid een sterk beroep op
de eigen verantwoordelijkheid van burgers.
pag. 2
,Verschillende betekenissen van sociaal werk
1. Sociaal werk is een verzameling van beroepen in de sector zorg en welzijn
2. De sector zorg en welzijn, dus de voorzieningen, regelingen en ook het sociale beleid dat
hiervoor heeft gezorgd
3. Sociaal werk staat opleidingen. Deze opleidingen spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling
van kennis en vaardigheden en daarmee voor de ontwikkeling van het beroep.
4. Sociaal werk staat voor een eigen kennisgebied dat bestaat uit theorieën, methodes en
praktijken van de beroepsuitoefeningen zorg en welzijn. Ook bestaat het uit theoretische
onderdelen of universitaire vakgebieden. De wijze waarop sociaal beleid gemaakt en uitgevoerd
wordt, behoort hier ook toe.
Kerntaken sociaal werk
Ondersteunen en wegwijs maken – sociaal werkers ondersteunen kwetsbare mensen. De relaties
tussen hen zijn ook erg betekenisvol en belangrijk voor ze. Sociale professionals moeten goed de
weg in de samenleving kennen. Dit is essentieel om informatie, advies, verwijzing een toeleiding
te versterken
Voor iemand zorgen – veel van het sociaal werk bestaat uit het leveren van soms hele concrete
diensten aan mensen met een lichamelijke, verstandelijke, psychische of sociale beperking. We
spreken ook wel over support, de doorlopende ondersteuning voor mensen die dat nodig
hebben en waarbij het er vooral gaat mensen te helpen met wat ze willen doen.
Ontwikkelen en opvoeden - bij deze kerntaken kun je denken aan werksoorten als
opvoedingsondersteuning, jeugd- en jongerenwerk, sociaal-cultureel werk, de kinderopvang en
de peuterspeelzaal. Bij kritieke overgangen of bij problematische situaties kunnen sociaal
werkers steun bieden.
Ingrijpen en optreden – het kunnen ingrijpen en optreden noemen wij in onze vaktaal
interveniëren oftewel een interventie plegen. In sommige situaties is ingrijpen noodzakelijk, zoals
bij huiselijk geweld.
Gedrag beinvloeden – sociaal professionals staan vaak voor de taak om gedrag van mensen te
veranderen. Voor een deel gebeurt dit door preventie. Vaak beïnvloed je gedrag door de
omstandigheden te veranderen. Sociale problemen kunnen soms voorkomen worden door iets
in het sociale milieu te veranderen. Een ander manier om gedrag te beinvloeden, is door het
versterken van de sociale en (inter) culturele competenties van mensen.
Verhoudingen beïnvloeden - het beïnvloeden van hoe groepen mensen zich tot elkaar
verhouden. Proberen door middel van samenkomen en bemiddelen tot een oplossing komen.
Bijv. samen te laten sporten. Bemiddeling is een andere manier om oplopende conflicten in te
dammen of zelfs uit de wereld te helpen.
Signaleren, agenderen en politiseren – bij het signaleren, agenderen en politiseren zoeken social
professionals voortdurend naar een evenwicht tussen een kritische houding en een coöperatieve
opstelling naar het beleid en andere partners waarmee ze samenwerken. Tegelijkertijd schuwen
social werkers niet om kritisch naar hun eigen rol en verantwoordelijkheid te kijken bij het
ontstaan en bestendigen van maatschappelijke problemen.
pag. 3
, Hoofdterreinen sociaal werk
1. Welzijn en samenleving
Bevind zich voornamelijk in buurten. Zowel individuelen als een collectieve oriëntatie
2. Jeugd
Helpen kinderen en jongeren bij het vinden van hun plek in de samenleving. Zowel zorg voor de
meest kwetsbare jeugd als maatschappelijk opvoeden. Sociaal werkers begeleiden jeugdigen bij
een goede ontwikkeling en dragen bij aan een goede schoolcarrière.
3. Zorg
Richt zich op mensen met beperkingen op fysiek, verstandelijk, psychisch en sociaal gebied.
Bestaat meestal uit het leveren van concrete diensten, verder gaat het om verdergaande
complexere zorg.
De transformatie van deverzorgingsstaat
Het sociaal werk is ingebed in de verzorgingsstaat en dat is op een bepaalde manier erin gegroeid. Op dit
moment is de verzorgingsstaat sterk in beweging en wordt er door veel burgers erg negatief over
gedacht.
Er zijn drie maatschappelijke trends waar mij mee te maken hebben.
Individueler, socialer en complexer
Indicidualisering- Individualisering wordt vaak omschreven als belangrijkste algemene trend in
de samenleving. De mens zou steeds meer op zichzelf aangewezen zijn, om keuzes te maken en
zijn in te richten. Het dagelijks leven wordt steeds complexer. We weten meer, mogen meer,
willen meer en moeten meer.
Socialer
Er zijn steeds meer groepjes waar een mens bij hoort, waardoor iemand zich voortdurend moet
aanpassen. Ook moet je sociaal competent zijn, anders val je erbuiten.
Complexer
Door de snel veranderende samenleving is de kans om vast te lopen of te onstsporen veel groter
dan vroeger. Het is belangrijk als sociaal werker de krachten en talenten onder de moeilijke
omstandigheden naar boven te halen om hun kwalitieten van leven te verbeteren. Ze leren
daarbij ook beter met zichzelf en met hun omgeving om te gaan.
In de loop van de jaren is de 'klassieke' verzorgingsstaat veranderd naar een activerende
verzorgingsstaat. Dit wordt ook wel de participatie samenlevig genoemd. Dit is de belangrijkste
beleidstrend.
Van 'klassieke' naar 'activerende' verzorgingstaat
Deze verandering ging als volgt:
1. De klassieke verzorgingsstaat bood compensatie voor het noodlot. Via collectieve voorzieningen
konden burgers de gevolgen van ziekte, armoede en achterstanden ondervangen. Via sociale
rechten garandeerde de overheid gelijke toegang tot voorzieningen van de verzorgingsstaat.
2. Hierdoor veranderde de 'directe solidariteit' van mensen die met elkaar betrokken waren, naar
de 'indirecte solidariteit' van burgers die belasting betalen. De verantwoordelijkheid van de
overheid bij lokale gemeenschappen nam af.
pag. 4