Bachelor jaar 1 - 2018
Methoden van onderzoek A
Inleiding
Wetenschap is een systematisch geheel van theoretische kennis, hierbij gaat het om een
samenhangend geheel van uitspraken, waarmee wordt geprobeerd om allerlei sociale verschijnselen
te beschrijven, te verklaren of te voorspellen.
• Om tot een geheel te komen, moet er systematisch worden gewerkt.
Wetenschappers zijn niet geïnteresseerd in losse waarnemingen van mensen in de sociale
werkelijkheid, maar proberen juiste inzichten te krijgen over losse waarnemingen.
• Deze waarnemingen zijn allemaal empirische gegevens → zintuigelijke waarnemingen.
➢ Empirische gegevens worden verkregen door vragen te stellen, naar antwoorden de
luisteren en te noteren en door gedrag te observeren en te registreren.
Een wetenschapper die een grootschalig veldonderzoek of experiment uitvoert, is geïnteresseerd in
de losse antwoorden, maar is vooral geïnteresseerd in de patronen in en de relatie tussen de losse
antwoorden.
In de sociale wetenschap zijn er twee benaderingen, die verschillen in keuzes die ze maken.
• Empirische-analytische benadering.
• Empirische-interpretatieve benadering.
Er bestaan ook twee typen wetenschappelijk onderzoek.
• Fundamenteel onderzoek → het doel is een bijdrage te leveren aan de wetenschappelijke
kennis.
➢ Doelstelling is een kennisdoelstelling.
• Praktijkgericht onderzoek → het doel is oplossingen leveren voor praktijkproblemen die
bestaan bij aanwijsbare personen, groepen of organisaties buiten de wetenschap.
➢ Doelstelling is een probleemoplossing (nadruk op deze) of overtuigen in een
discussie.
Methodeleer is het geheel van onderzoeksmethoden waarover de sociale wetenschappen inmiddels
beschikken.
Methodologie omvat de methodeleer, maar het gaat bij methodologie ook om de wetenschap van de
sociaalwetenschappelijke methoden.
Onderzoeksmethoden zijn noodzakelijk en onmisbaar om de relaties tussen theoretische inzichten en
empirische waarnemingen transparant in beeld te brengen.
Door verschillende schandalen zijn er drie ethische principes vastgesteld.
• Respect voor personen.
• Goed doen.
• Gerechtigheid.
Er vindt veel wetenschapsfraude plaats, dan zijn de gegevens niet empirisch, maar verzonnen, wees
kritisch op resultaten, hierdoor de NGW opgesteld.
Er bestaat wetenschappelijk integriteit volgens de NGW principes als:
• Eerlijk en openhartig → bronvermelding en geen plagiaat.
• Betrouwbaar → nauwgezet en traceerbaar.
➢ Gegevens zelf verzamelen dus niet fabriceren of fabuleren.
▪ Fabriceren → zelf in elkaar knutselen.
▪ Fabuleren → verzinnen.
• Controleerbaar → probleemstelling en onderzoeksontwerp.
• Onpartijdig → oordeelsvorming en beslissing.
• Onafhankelijk → ongeacht de belangen van derden.
• Verantwoordelijk voor maatschappelijke implicaties.
• Transparante informatie over:
1
, Bachelor jaar 1 - 2018
➢ De wijze waarop data zijn verzameld.
➢ De wijze waarop respondenten of informanten zijn verkregen.
➢ De wijze waarop de data zijn verkregen.
➢ De kwaliteit van verzamelende gegevens.
➢ De vindplaats van ruwe, verzamelde data.
➢ De aard van de alsook ruwe data zelve.
➢ De middelen waarmee de ruwe data zijn geanalyseerd.
Uiteindelijk gaat erom dat het onderzoek geldig en betrouwbaar is.
• Geldig → juiste zaken en op juiste wijze gevraagd?
• Betrouwbaar → bij herhaling zelfde resultaat?
bevragen elkaar kritisch en constructief over:
• De aard en kwaliteit van onderzoeksgegevens.
• De aard en kwaliteit waarop deze gegevens zijn verkregen.
• Het juiste gebruik van analyse om deze gegevens te analyseren.
• De zorgvuldige juiste weergave van conclusies van deze analyses.
Elk onderzoek begint met een probleemstelling en gaat vanuit hier naar onderzoeksontwerp, dit doet
het door middel van een onderzoeksplan.
• Hierdoor wordt kennis verschaft om de theorie te ontwikkelen en te toetsen.
Het is noodzakelijk om inhoudelijke probleemstellingen te beantwoorden.
Een onderzoeksplan bestaat uit een probleemstelling en een onderzoeksontwerp.
Communicatie is erg belangrijk voor wetenschappers.
Communicatie kan worden omschreven als: Wie zegt Wat tegen Wie, Hoe, met welk Effect, met
welke Terugkoppeling en in welke Context?
De ontvanger staat centraal in de communicatie, daarom is het de vraag wat de ontvanger met een
boodschap doet, vanuit dit perspectief worden vier functies boodschap onderscheden.
• De boodschap als bron van informatie.
• De boodschap als vermaak.
• De boodschap als middel om persoonlijke identiteit te versterken.
• De boodschap als voertuig voor sociale integratie en interactie.
In de communicatie tussen wetenschappers staat de boodschap centraal.
• Deze boodschap is vaak een wetenschappelijk artikel.
De media is de drager van wetenschappelijke informatie, gericht op een breed publiek.
Onderzoeksplan
Het uitvoeren van een onderzoek start met het opstellen van een onderzoeksplan.
• In dit onderzoeksplan staan allerlei expliciete beslissingen die je voor anderen kenbaar
maakt.
Het onderzoeksplan is handig als je wilt overleggen met anderen over de beslissingen die je moet
maken.
Het onderzoeksplan is ook handig na het onderzoek, want je moet verantwoording afleggen.
Wetenschappelijk onderzoek is een systematisch geheel van kennis → cumulatieve theorievorming.
Wetenschappelijk onderzoek is gericht op de beantwoording van probleemstellingen.
• Probleemstelling → wat wil je weten en waarom?
➢ Kennisproblemen → puur wetenschappelijke problemen.
➢ Praktijkproblemen → praktische problemen.
Dit doet het door middel van een onderzoeksontwerp.
• Onderzoeksontwerp → hoe wil dit komen te weten?
Het opstellen van een onderzoeksplan is de eerste fase van het onderzoek.
Voorafgaand aan het onderzoeksplan
Voorafgaand aan het onderzoeksplan voer je een ‘state of art’ literatuuronderzoek uit.
2
, Bachelor jaar 1 - 2018
Met dit literatuuronderzoek proberen onderzoekers een overzicht te krijgen over de relevante
publicaties die er op hun interessegebied verschenen zijn, tegelijkertijd moeten ze deze publicaties
nagaan en beoordelen wat de waarde van het gerapporteerde onderzoek is.
Je kijkt in zoekmachines.
• Wat is er al onderzocht?
➢ Welke vraagstellingen zijn al aan de orde gesteld?
➢ Wat is er inhoudelijk al bekend, wat is er al onderzocht?
➢ Zijn er tegenstrijdige of complementaire bevindingen?
➢ Welke kennis ontbreekt er?
➢ Welk theoretisch raamwerk hebben andere onderzoekers gebruikt.
• Met welke onderzoek en is er al eerder gezocht?
➢ Wat voor een data zijn toen verzameld?
➢ Bij wie, bij wat voor een mensen, zijn die data toen verzameld?
➢ Waar en wanneer, op welke plaats en tijd, zijn die data toen verzameld?
➢ Op welke wijze zijn die data geanalyseerd?
Je begint met zo’n literatuuronderzoek door allereerst je globale thema te bepalen door trefwoorden
en synoniemen vast te leggen.
• Deze trefwoorden gebruik je bij het literatuuronderzoek om jezelf in te lezen, het vinden van
een gat in een bepaald onderwerp, of om een samenvatting te maken van de bestaande
kennis door middel van een systematische review of een meta-analyse.
Daarna bepaal je met welke zoekmachine of in welke bibliografische database je naar literatuur gaat
zoeken.
Schema onderzoeksplan
Probleemstelling → wat en waarom?
1. Vraagstelling → wat wil je precies weten?
➢ Dit verwijst naar de opzet.
2. Doelstelling → waarom wil je dit weten?
3. Welk theoretisch raamwerk gebruik je?
Onderzoeksontwerp → hoe
4. Welke opzet en hoe?
➢ Grootschalig veldonderzoek.
➢ Etnografisch veldonderzoek.
➢ Experiment.
➢ Analyse van inhoud van teksten.
➢ Bestaande teksten.
➢ Bestaande data.
5. Wat voor data wil je verzamelen?
➢ Dataverzamelingsplan → wat voor dat wil je verzamelen om de verschijnselen
waarvoor je belangstelling hebt te onderzoeken in de sociale werkelijkheid.
o Je kunt de sociale werkelijkheid op verschillende manieren benaderen.
▪ Deze benaderingen zijn paradigma’s → een stelsel van opvattingen
dat wordt gedeeld door een groep wetenschappers over wat de
juiste of de beste wetenschap is waar een wetenschappelijke theorie
aan moet voldoen, alsook over de wijze waarop je zo’n theorie zou
moeten ontwikkelen respectievelijk confronteren met de sociale
werkelijkheid.
o Je maakt van de veelal abstracte theoretische concepten, waarneembare of
bevraagbare concepten → operationaliseren.
▪ Theoretische concepten worden vertaald naar concrete
waarnemingen bij of vragen aan individuen.
o Je beschrijft ook de aard van de data of variabelen in het onderzoek.
6. Bij wie wil je die data verzamelen?
3
, Bachelor jaar 1 - 2018
➢ Steekproefplan → bij welke eenheden je data wil verzamelen en hoe je deze
eenheden identificeert.
o De steekproef bestaat uit eenheden → hierover gaan uitspraken en
conclusies.
7. Wanneer wil je die data verzamelen?
➢ Eenmalig → cross-sectioneel onderzoek.
➢ Herhaald → longitudinaal of panel onderzoek.
➢ In het heden naar het verleden → retrospectief.
➢ Over (nabije) toekomst → prospectief.
8. Waar wil je die data verzamelen?
Bestaand Gecreëerd
Complex Enkele individuen Praktijksituatie
Vereenvoudigd Vele individuen Laboratorium
9. Hoe wil je die data analyseren ?
➢ Data-analyseplan.
▪ Kwalitatief data-analyse → welke type inhoudsanalyse gebruik je.
▪ Kwantitatief data-analyse → gebruik je beschrijvende of toetsende statistiek
en welk type statistisch model gebruik je.
10. Hoe wil je rapporteren?
➢ Rapportageplan → hoe wil je de antwoorden po de vraagstellingen bekend maken.
▪ Fundamenteel onderzoek → van werkstuk naar wetenschappelijk publicatie.
▪ Toegepast onderzoek → van rapport voor opdrachtgever naar
wetenschappelijke publicatie.
Probleemstellingen
Een probleem staat in wetenschappelijk onderzoek voor een vraagstuk oftewel een set van
samenhangende vraagstellingen.
De probleemstelling is cruciaal in het onderzoeksplan en opgebouwd uit drie onderdelen.
1. De vraagstelling → wat wil je als onderzoeker weten, geformuleerd in een overkoepelende
vraag, meestal vergezeld van enkele deelvragen.
2. De doelstelling → waarom wil je het onderzoek uitvoeren en eventueel voor wie.
3. Een theoretisch raamwerk of conceptueel model → vanuit welk perspectief of
wetenschappelijke theorie wordt de vraagstelling beantwoord?
4