Introductie Amundsen en Pinto de Andrade (2009)
Bestuurders en politici hebben tegenwoordig grote discretionaire ruimte en moeten ethiek
meenemen wanneer zij beslissingen maken. Ethiek en ethische principes kunnen mensen
helpen beter beslissingen te maken en beslissingen van anderen (zoals ambtenaren) te
evalueren.
❖ Meer discretionaire ruimte voor ambtenaren: niet enkel op een neutrale manier beleid
implementeren, maar ook discretionaire ruimte (beslissingsbevoegdheid) met soms
grote invloed op de levens van mensen.
❖ Meer discretionaire ruimte voor politici: politiek is zelfs nog minder gereguleerd,
grondwetten en het volk zijn de regulatoren, maar de formele en discretionaire
bevoegdheden van politici zijn bijna onbeperkt.
Enkel ethiek kan niet het verschil maken, het moet worden gekoppeld aan wettelijke
regelgeving en institutionele hervormingen.
What is ethics?
Ethiek = principes om te beoordelen of bepaald gedrag goed of fout is (ought to do). Twee
soorten:
1. Normatief: standaarden voor de juistheid en onjuistheid van gedrag.
2. Descriptief: empirisch onderzoek van de morele geloven van mensen.
Dit boek gaat vooral over normatief!
Hausmann & McPherson: waarom is ethiek belangrijk?
1. Moraliteit van economische agents beïnvloedt gedrag en uitkomsten.
2. Nodig voor welvaartseconomie.
3. Nodig om te begrijpen dat economie invloed heeft op beleid.
4. Morele relevantie van positieve economie.
Moral philosophy (ook wel normatieve ethiek, moral theory)
De studie van wat acties juist of onjuist maakt, biedt een morele standaard bij het maken van
moeilijke beslissingen.
1. Virtue ethics
○ Focus op karakter van agent ipv op formele regels of consequenties van
acties.
○ Doel van het menselijk leven, betekenis van leven.
○ Focust op de vraag hoe moet ik leven?
○ Gedraag je als een deugdelijk persoon.
○ Hoofdwaarden: voorzichtigheid, standvastigheid, rechtvaardigheid en
matigheid.
○ Plato + Aristoteles: doel is in harmonie met andere leven.
○ Griekse, Chinese en Christense morele theorie.
○ Is universeel toepasbaar.
2. Consequentialism
○ De consequentie van een actie als de basis voor een valide oordeel over de
actie.
○ Actie met goede uitkomt is goede actie.
, ○Utilitarianism is een stroming hierbinnen: de morele waarde van een actie
wordt enkel bepaald door de bijdrage ervan aan de totale utility (het geluk of
plezier opgeteld van alle personen).
○ ‘Doel heiligt de middelen’
3. Deontological ethics (duty / obligation based ethics)
○ Gelooft dat ethische regels je ‘binden aan je plicht,’ en ze kijken naar de
juistheid of onjuistheid van de acties zelf, en dus niet naar de juistheid of
onjuistheid van de consequenties van de actie.
○ Wat zou er gebeuren als de hele wereld zou handelen zoals ik, hoe zou de
wereld er dan uitzien?
○ Kantianism: gaat om ‘plicht’ ipv emoties of einddoelen; echt morele of
ethische daden worden gebaseerd op een gevoel van plicht en wat juist is op
een breder niveau (ondanks de mogelijke consequenties).
○ Immanuel Kant; ‘’categorical imperative’’ = ultieme gebod van reden, is
onvoorwaardelijk en absoluut, drukt moraliteit uit en heeft autoriteit in alle
situaties, hieruit komen plichten en verplichtingen voort.
○ Kant vindt utilitarisme niet OK, omdat zij moord oké vinden als het het nut
maximaliseert en omdat het gebaseerd is op subjectieve overwegingen.
○ Voorbeelden van categorical imperatives/duties: waarheid spreken, anderen
geen pijn doen, de fouten van anderen rechtzetten, andere mensen als
doelen en niet enkel als middelen behandelen, etc.
4. Modern moral philosophy
○ Morele theorie is complexer en gaat niet enkel om juistheid of onjuistheid.
○ Right-based/claim-based ethics: mensen hebben het recht om aanspraak te
maken op rechten zoals mensenrechten, burgerrechten, politieke rechten en
sociaal-economische rechten.
○ Belangrijk kenmerk van claim-based ethics is dat mensen aanspraak kunnen
maken bij iemand, en dat diegene verplichtingen heeft:
i. Negatieve verplichting om niet op manieren te handelen die welvaart,
vrijheid of rechten ondermijnen.
ii. Positieve verplichting om ervoor te zorgen dat aanspraak op rechten
wordt waargemaakt.
○ Ethische rechten en aanspraak hierop van mensen geven andere mensen
dus ethische verplichtingen, rechtmatige plichten en verantwoordelijkheden.
○ Rechten:
i. Natural rights: rechten die op alle mensen van toepassing zijn.
Mensen, organisaties en overheden hebben plicht om deze rechten te
verzekeren.
ii. Conventional (legal) rights: zijn van toepassing binnen de context van
sociale en politieke organisaties, zijn van toepassing op bepaalde
groep zoals inwoners van een land.
Why Public Sector ethics?
De ‘ander’ met de plichten en verplichtingen om legale, morele rechten, vrijheid en welvaart
te geven is vaak de staat, de publieke sector.
Negatieve plichten gelden voor iedereen, positieve plichten gelden voor de staat.
, Het maakt niet uit hoe groot en welke rol de staat speelt of zou moeten spelen, zowel politici
als ambtenaren hebben discretionaire bevoegdheden; ze nemen beslissingen die veel
mensen aangaan. Daarom zouden deze beslissingen moeten zijn gebaseerd op een of
andere vorm van ethiek.
→ burgers verwachten dat politici en ambtenaren het land dienen in
algemeen belang, op rationele en efficiënte manier en dat ze niet naar
eigen belang of alleen groepsbelang handelen.
Ethiek in de publieke sector heeft aanvullende waarden bovenop individuele waarden
(omdat ze het algemeen belang dienen) en verschilt van private sector vanwege de
verschillende doeleinden (geld vs functies voor samenleving als geheel volgens algemene
en politieke principes).
Kinchin (2007)
5 basis deugden waarop publieke sector zou moeten zijn gebaseerd:
1. Eerlijkheid
2. Verantwoordelijkheid
3. Transparantie
4. Efficiëntie
5. Geen belangenverstrengeling
Er kunnen dilemma’s zijn wanneer de privé ethische belangen van ambtenaren conflicteren
met professionele werkethiek of organisatieculturen.
The ‘different worlds’ of ethical principles
De context heeft invloed.
- Algemene context: ideologie, politieke cultuur, structuur hiërarchie,
controlemechanismen.
- Specifieke context van situaties : orders, taken, relaties, politieke problemen,
beslissingen.
Er zijn ‘twee werelden’
1. Belief system van individu (ethische karakter).
2. De acties die het individu worden opgelegd (contextuele druk).
Deze werelden kunnen in conflict komen met elkaar (bijv. iemand die gelooft in eerlijkheid en
openheid moet in strijd hiermee handelen door de context).
De regels voor publieke sector op verschillende niveaus van principe en bruikbaarheid
1. Ethische imperatieven in religie en mensenrechten.
2. Internationaal geaccepteerde principes voor democratie en verantwoordelijkheid.
3. Situationele en contextuele regels, principes en regulaties voor gedrag ambtenaren
en interne standaarden.
The ‘infrastructure’ of public sector ethics
3 bronnen voor publieke sector ethiek:
1. Internationale normen en wetgeving:
- weberianisme.