Klinisch redeneren & AFP LP3
Inhoudsopgave
College beroepsprofiel JGZ............................................................................................................................. 2
College publieke gezondheidszorg 1............................................................................................................... 3
Digitaal college Anatomie en Fysiologie......................................................................................................... 3
College spijsvertering 1.................................................................................................................................. 4
Maag.....................................................................................................................................................................4
College spijsvertering 2.................................................................................................................................. 5
Dunne darm..........................................................................................................................................................5
Dikke darm............................................................................................................................................................6
College spijsvertering 3.................................................................................................................................. 8
Lever.....................................................................................................................................................................8
Galwegen..............................................................................................................................................................9
Digitaal college Groei en motoriek............................................................................................................... 10
Werkgroep klinisch redeneren 1, jeugdgezondheidszorg en overbelasting....................................................11
College sociaal emotionele ontwikkeling baby..............................................................................................13
College cognitieve ontwikkeling baby........................................................................................................... 15
Werkgroep klinisch redeneren 2, voeding..................................................................................................... 15
College klinisch redeneren........................................................................................................................... 16
College pedagogiek, opvoedingsondersteuning (triple p)..............................................................................17
College Gezonde voeding en overgewicht.................................................................................................... 18
College emotionele ontwikkeling peuter...................................................................................................... 21
College cognitieve ontwikkeling peuter........................................................................................................ 21
Digitaal college, samenwerking in de JGZ..................................................................................................... 22
Werkgroep klinisch redeneren 3, opvoeding................................................................................................. 23
Werkgroep klinisch redeneren 4................................................................................................................... 24
College collectieve gezondheid..................................................................................................................... 24
College pesten............................................................................................................................................. 25
College sociaal emotionele ontwikkeling puber............................................................................................27
College schuldhulpverlening......................................................................................................................... 28
,Werkgroep Klinisch redeneren 5, pesten en huiselijk geweld........................................................................29
College diabetes 1........................................................................................................................................ 29
Werkgroep Klinisch redeneren 6.................................................................................................................. 32
College culturele verschillen in opvoeden..................................................................................................... 35
College diabetes 2........................................................................................................................................ 36
College sociaal emotionele en cognitieve ontwikkeling kleuter.....................................................................39
College zorg voor mensen met een andere taal............................................................................................ 39
Werkgroep klinisch redeneren 7 vluchtelinggezin met verstoorde gezinsprocessen......................................40
College vluchtelingen migranten.................................................................................................................. 40
College psychosociale problematiek............................................................................................................. 41
College, ontwikkeling schoolkind................................................................................................................. 41
Werkgroep klinisch redeneren 8................................................................................................................... 41
College beroepsprofiel JGZ
- Ben je op de hoogte van de expertise waarover jeugdverpleegkundigen beschikken
Een jeugdverpleegkundige zorg voor kinderen van 0-18 jaar. Eigenlijk al vanaf -9
maanden, als de moeder in verwachting is. Je bevordert en borgt een gezonde en
veilige ontwikkeling van jeugdigen, zowel individueel als collectief.
- Weet je wat de rol van de jeugdverpleegkundige is binnen het domein van de
jeugdgezondheidszorg.
Het vraagt veel van jou omdat het gevraagd is en niet verplicht (mensen worden
uitgenodigd), maar je wil wel iedereen kunnen monitoren. Een zorgvrager moet zelf
gemotiveerd zijn. Je spoort ziektes op en voorkomt ziektes. Je levert preventie op
maat en bent bezig met indiceren.
- Geef je de plaats van de jeugdgezondheidszorg binnen de gezondheidszorg weer
Jeugdverpleegkundige valt onder WPG. Een kind heeft recht op een basisvoorziening
van de gezondheidszorg. Ook infectiepreventie, ouderenzorg en uitvoering van
jeugdgezondheidszorg vallen hieronder. Dit is altijd gericht op preventie.
De jeugdgezondheidzorg voert het basispakket jeugdgezondheid uit. Dit bestaat uit
monitoren, signaleren, screenen en adviseren.
- Geef je weer wat de rol en taken zijn van de jeugdverpleegkundige binnen de
jeugdgezondheidszorg.
Vaccineren, Monitoren, Signaleren, Screenen, Preventie kindermishandeling,
Preventie overgewicht, Internetgebruik/preventie verslaving, Contactmoment
adolescenten, Voorlichting, Begeleiden, leiden naar hulp, Normaliseren van situaties
die uit de hand lopen, Beleidsadvisering, Samenwerken.
,College publieke gezondheidszorg 1
- Benoem je de kernpunten van de wet publieke gezondheid en de jeugdwet
Wet publieke gezondheid;
o Collectieve preventie
o Infectiebestrijding
o Jeugdgezondheidszorg basispakket JGZ
o Ouderengezondheidszorg.
Jeugdwet;
o Preventie en uitgaan van eigen kracht van jeugdigen, ouder en het sociale
netwerk.
o Minder snel medicaliseren, meer ontzorgen en normaliseren
o Eerder hulp op maat voorkwetsbare kinderen
o Integrale hulp met een betere samenwerking rond gezinnen: één gezin, één
plan, één regisseur.
o Meer ruimte voor jeugdprofessionals en vermindering van regeldruk.
- Beschrijft de rol van de jeugdverpleegkundige bij het tot stand komen van beleid in
de JGZ.
Een jeugdverpleegkundige zorgt dat zij voorlichting geeft voor preventie van
verschillende ziekten, daarnaast zorgt zij dat ze problemen en afwijkende metingen
op tijd signaleert en tijdig hulp zoekt.
- Kun je uitleggen hoe beleid in de jeugdgezondheidszorg tot stand komt en
aangeven welke rol de jeugdverpleegkundige hierin vervult.
Digitaal college Anatomie en Fysiologie
- Weet je welke zes voedingsstoffen het menselijk lichaam nodig heeft.
Voedingsstoffen zijn de bruikbare deeltjes van voedingsmiddelen. Het menselijk
lichaam heeft 6 voedingsstoffen nodig. Dit zijn eiwitten, vetten, koolhydraten,
vitaminen, mineralen en water. Een voedingsvezel zit in plantaardig voedsel en kan
niet door het lichaam afgebroken worden. Dit bevordert wel de darmwerking.
- Ken je de belangrijkste functies van deze voedingsstoffen voor het menselijk
lichaam.
Eiwitten; De voornaamste functie van eiwitten is de functie van bouwstoffen.
Het wordt soms ook gebruikt voor transport van stoffen, cel communicatie en als
enzymen. Bij te veel opname worden eiwitten gebruikt als brandstof. Essentiële
aminozuren kan het lichaam zelf niet maken en moeten dus in het voedsel aanwezig
zijn om deze toch binnen te krijgen.
Koolhydraten; De voornaamste functie van koolhydraten is de functie van
brandstof, het wordt echter ook gebruikt als bouwstof voor DNA of het
celmembraan. Bij te veel opname worden koolhydraten opgeslagen als glycogeen of
vet.
Vetten; De voornaamste functie van vetten is de functie als brandstof.
Daarnaast wordt het ook gebruikt als bouwstoffen, denk hierbij aan fosfolipiden in
een membraan. Bij te veel opname wordt het vet opgeslagen onder de huid en
rondom de organen. De essentiële vetten moeten aanwezig zijn in het eten, het
, lichaam kan deze niet zelf maken. Verzadigde vetzuren verhogen het risico op
cholesterol en onverzadigde vetzuren verlagen de kans op cholesterol.
Water; De voornaamste functie van water is de functie als bouwstof.
Daarnaast is het ook een oplosmiddel, transportmiddel en bepaalt het de osmotische
waarde. Een organisme bestaat voor het grootste deel uit water.
Vitaminen; Vitaminen worden veel gebruikt als bouwstoffen, dit is ook een
bestanddeel van enzymen. De vitaminen moeten in balans zijn want een tekort of
overschot is gevaarlijk. (Pro)vitaminen zijn essentieel, alleen vitamine K kan in het
lichaam gevormd worden.
Mineralen; ook wel de zouten. De belangrijkste functie is de functie van
bouwstof. Sommige mineralen zijn spoorelementen, je hebt hier hele kleine
hoeveelheden van nodig en krijg je binnen via je voedsel. Vaak zijn dit bestanddelen
van een enzym of hormoon.
College spijsvertering 1
- Heb je inzicht in de enzymatische afbraak van koolhydraten, lipiden en eiwitten.
Koolhydraten; In het speeksel zit het enzym amylase, dit breekt zetmeel af.
Verder worden koolhydraten afgebroken door alvleessappen.
Lipiden; Door het gal en de alvleessappen worden vetten verteerd. De gal wordt
geproduceerd door de lever en opgeslagen in de galblaas.
Eiwitten; De eiwitten worden eerst door het maagzuur gebroken, daarna worden
eiwitten verder afgebroken door alvleessappen die in de twaalfvingerige darm bij de
voedselbrij komen.
- Ken je de bouw en functies van de delen van het spijsverteringskanaal (deels in
college 2).
Maag
Functies:
o Tijdelijke opslag voedsel
o Mechanische afbraak voedsel
o Chemische afbraak voedsel
o Productie intrinsic factor: is nodig voor opname van vit B12. B12 is belangrijk
bij het produceren van rode bloedcellen. In het eind van de dunne darm
wordt dit opgenomen.
o Afweer door lage pH
Cellen in de maag:
Halscel: produceert slijm. Dit
gaat aan de bovenkant liggen van
de maag en zorgt voor bescherming
van de maagwand tegen het zuur.
Wandcellen/pariëtale cellen:
Produceren het maagzuur, HCl. Dit
zorgt voor de lage pH, hierdoor
kunnen bacteriën geen infecties
veroorzaken.