Juridische En Gedragswetenschappelijke Aspecten Van De Politie (C02A1B)
Alle documenten voor dit vak (11)
Verkoper
Volgen
Brulezh
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
JURIDISCHE EN
GEDRAGSWETENSCHAPPELIJKE
ASPECTEN VAN DE POLITIE
Materiaal: een literatuurbundel (Toledo) TE KENNEN + CODEX: BELGISCH POLITIEWEZEN WETGEVING
EN BELEID
EXAMEN: schriftelijk met open vragen en casus met real cases
INLEIDING: DE POLITIEFUNCTIE, HET POLITIEBESTEL EN HET POLITIERECHT
A. Politiefunctie:
1. Juridische blik
Iedereen weet dat de politie bestaat. Maar waarom hebben we politie in ons land? Wat is de functie?
Waarom bestaat het? Je kan het operationeel, criminologisch bekijken, wat het meest tastbaar is.
Maar daarnaast kan je het ook meer juridisch bekijken. Het volgende geldt voor alle landen die
democratische regimes zijn: Het is een institutionele functie dat gericht is op de bescherming van
onze maatschappelijke orde. Het doel is niet alleen deze maatschappelijke orde handhaven maar ook
de uitoefening van de fundamentele rechten/ grondrechten van de burger mogelijk maken. Dus
eigenlijk ook voorkomen dat deze openbare orde wordt verstoord. Indien verstoord zo snel mogelijk
optreden tot het herstellen van deze openbare orde.
Institutionele functie: instellingen, instituties, dus onze politiediensten maar ook de
politieoverheden. Men werkt altijd onder gezag van bevoegde overheid.
Met een bijzonder doel: de maatschappelijke orde beschermen en handhaven. Dat geldt ook in
dictatuur zoals in nazitijd. Zij hadden heel sterke politiediensten met enkel het doel het beschermen
van maatschappelijke orde. Daarnaast hebben we ook de uitoefening van de fundamentele rechten
waarborgen.
WPA: Wet op politieambt – 5 augustus 1992 : bevoegdheden
WGP: Wet tot organisatie van geïntegreerde politiedienst op 2 niveaus - 7 dec 1998
WPA: artikel 1 – 2de lid: bijdragen aan democratische ontwikkeling van de maatschappij. Ik handhaaf
de orde maar ik stop daar niet. Want alles dat dan onrust zou veroorzaken, zou je verbieden. Dat doe
je dus niet. Bijvoorbeeld; betoging: waar starten we? Waar eindigen we? Welke route volgen we?
Waar moeten we extra controle houden? Etc.
WGP: artikel 123: niet alleen bijstand verlenen aan burgers en beschermen met de wet na te leven.
Maar ook moet men de mensenrechten in acht nemen. Voorbeeld: overlijden in politiecel. Is dit een
nieuw fenomeen? Neen. Wilt dat zeggen dat de persoon door de politie werd gedood? Dat hoeft niet
noodzakelijk. De gedetineerde kan ook een hartaanval hebben gehad. Als je in een cel overlijdt, dan
wordt dit onderzocht. De mensenrechten art 2 EVRM eisen om hier als staat een onderzoek naar te
starten. Was het een hartaanval? Wat het politioneel geweld? Geen medicijnen gegeven? Etc. het
recht op leven moet worden gerespecteerd. Is de politie hier dan voor aansprakelijk? Niet altijd, ook
bij geweld kan het als rechtmatig worden beschouwd.
Kruisverwijzing tussen art 1, 2de lid WPA en art 123 WGP
1
, 2. Criminologische kijk
Als we dit meer empirisch benaderen; meer criminologisch: dezelfde politiefunctie maar met een
criminologische bril.
= RORON: 5 letters die verwijzen naar een aspect van politie
Raad geven: allerlei mechanismen die zoveel als mogelijk slachtofferschap willen voorkomen.
Vb: politie doet mededeling dat er terug valse biljetten de ronde gaan, of valse mails met
verzendingskosten die nog dienen te betaald worden.
Ontraden: richting potentiële daders. Aanwezig zijn om zoveel als mogelijk inbreuken te voorkomen.
Voorbeeld: blauw op straat, camera toezicht, bij een betoging aanwezig zijn.
Regulerend: hier is er al een onveilige situatie, er is al een hotspot, er gebeurt al criminaliteit. Als
politie neem je de nodige maatregelen om te patrouilleren, techno-preventie, … Je gaat dus
strategieën gaan bedenken om tot een oplossing te komen
Onderzoekend: misdrijven zijn gepleegd, maar dan zal je dit ook moeten gaan onderzoeken.
Onderzoeksrechter of parketmagistraat zal hier leiding over hebben, maar politie zal dit uitvoeren.
We gaan proberen bewijzen te vinden en daders te vatten.
vb: iemand komt aangifte doen dat hij bestolen is, verkracht is… is dit waar? Wat zijn de feiten? Wie
is de dader? Welke bewijsmateriaal is er?
Nazorg: je bent slachtoffer van een inbraak. Politie zal ter plaatse komen met het gerechtelijk labo
om vinger- of voetafdrukken op te sporen. Slachtoffer kan nood hebben aan een gesprek. Politie zal
hen doorverwijzen naar gespecialiseerde slachtofferzorg.
3. Dit alles leidt tot opdrachten
Is een politiefunctie zo bijzonder? Ja, in aantal gevallen wel. Zoals het geweldsmonopolie. Politie is
enige orgaan in vredetijd dat geweld kan en mag gebruiken. Als je monopolie hebt, ben je altijd
machtig. Dat vereist toezicht door overheden. Het geweld moet goed wettelijk geregeld zijn. Als
politie optreedt vanuit gezag van deze bevoegde overheden. Het is een unieke machtspositie.
Als je kijkt naar juridische functie en RORON. Hier volgen opdrachten uit voort. Dat zijn 3 grote
opdrachten die politie moet doen:
Bestuurlijke politie: openbare orde (art 14, WPA)
Gerechtelijke politie: onderzoeken van misdrijven (Art 15, WPA en art 8, SV)
Voorbeeld: BOB controle allemaal mooi netjes aan het rijden – bestuurlijk. Wanneer je
iemand aanhoudt wegens dronkenschap achter het stuur: gerechtelijke politie
Sterke arm: door het geweldsmonopolie. Het sterke arm verlenen aan andere diensten,
personen die geen geweld mogen gebruiken.
Vb: huiselijk geweld: man krijgt zware slagen van vrouw – kinderen aanwezig – echtscheiding
al aangevraagd – procedure al bij rechter – kinderen worden toegewezen aan de man – man
gaat naar gerechtsdeurwaarder – vrouw zal dit moeten ondertekenen –
gerechtsdeurwaarder zal versterking vragen bij politie met hun sterke arm want
gerechtsdeurwaarder mag geen geweld gebruiken.
Om deze opdrachten te kunnen uitvoeren, dan heb je bevoegdheden nodig. Mag de politie u slaan?
Mag de politie u boeien? Mag de politie uw paspoort vragen? Mag de politie u verbieden op een
bepaalde plaats aanwezig te zijn? …
B. Politiebestel
Verwijst naar 2 aspecten: politieapparaat en de politieoverheden.
2
, - Politieapparaat: de zogenaamde reguliere politiediensten. Voor 1998 waren er 3 (gemeente,
rijkswacht en gerechtelijke politie). Na 1998 hebben we er nog 2: de lokale en de federale
politie.
Regulier betekent normaal, gewoon, klassieke politiediensten. Dus er zijn dan ook niet
reguliere politiediensten? = bijzondere politiediensten zonder algemene takenverdeling;
enkel bevoegd voor bepaald domein. Voor 1998 hadden we er hiervan 3 aparte bijzondere
politiediensten (spoorwegpolitie, luchtvaartpolitie en zeevaartpolitie). Maar na 1998 werden
deze geschrapt. We hebben geen bijzondere politiediensten meer. De taken van deze 3
vorige bijzondere politiediensten moeten nog steeds worden uitgevoerd. Die zijn
toegewezen aan de federale politie.
We hebben wel inspectiediensten maar dat is iets anders. We hebben er heel veel in ons
land. Niemand weet hoeveel inspectiediensten er zijn. dat kan gaan van milieu inspectie tot
belastings inspectie etc. Vooral ontstaan na WOII – overheid gaat zich meer en meer moeien
met maatschappelijk leven en gaat regels opmaken om tot een verzorgingsstaat te komen.
Enorme toename van het recht met zeer technische en gespecialiseerde wetten zoals
milieurecht, technische regels m.b.t. gebouwen etc. inbreuken op …. worden gestraft met …
ontstaan van strafrecht! politie begon de overheid aan te wijzen, dan men dit niet
allemaal kan. We hebben ook geen zo’n opleiding gehad over deze specifieke zaken.
Overheid zal inspectiediensten aanmaken.
- Politieoverheden: artikel 3, punt 2 WPA. politiemaatregelen te nemen en uit te voeren.
Punt 2: juridische maatregelen te nemen en uit te voeren; juridische maatregelen worden
niet genomen door politie zelf, maar door politieoverheid. Voorbeeld: café waar er vaak ruzie
en vechtpartijen zijn – kunnen we zo’n café sluiten? De politie kan dit niet doen want we
leven niet in dictatuur. Politie werkt onder gezag. Sluiting is een juridische regel die door de
burgemeester kan worden genomen. Kan je een betoging verbieden? Ja wanneer er radicale
opvattingen zijn etc. kan de burgemeester dit terug verbieden. Maar dus niet de politie!
Verhouding politie-overheid: ZEGGENSCHAP – gezag en beleid + beheer: wie heeft het voor het
zeggen?
1. Gezag en beleid: welke opdrachten ga je uitvoeren en wanneer? (gezag) en je gaat hierover
keuzes maken (beleid). Overheid is hier de keuzemaker.
2. Beheer: hier gaat het over het geld. Wie beheert er het korps? Hoe stel ik het korps in staat
om zijn opdrachten uit te voeren. Korps, cellen, infrastructuur, pc, afluistermateriaal,
werkkracht, combi’s etc. dat beslist de politie niet zelf maar wel door de bevoegde
politieoverheid.
C. Politierecht
Al het recht dat over politie gaat. Het zit verdeeld over verschillende rechtstakken. Zoals het
bestuursrecht, staatsrecht, strafrecht, strafprocesrecht, mensenrechten etc.
- Het is zeer uitgebreid
- Codex: fractie van politierechten
- WPA en WGP zijn van groot belang!
3
, DEEL 1 – DE HISTORISCHE ACHTERGRONDEN VAN HET HUIDIGE BELGISCHE
POLITIEBESTEL
HOOFDSTUK 1 – DE PERIODE VOOR DE BEGLISCHE
ONAFHANKELIJKHEID (VOOR 1830)
1.1. DE FRANSE OORSPRONG VAN DE BELGISCHE POLITIE
De wortels van ons politiebestel liggen in Frankrijk. Dan moeten we terug naar de 17 en 18 de eeuw.
Wat gebeurt er in 17de eeuw? Op lokaal niveau in steden in Frankrijk worden er een eigen lokaal
korps opgericht. Parijs was hier de voorloper met zijn eigen politie. Deze evolutie doet zich voort in
alle grote steden in Frankrijk.
de
In de 18 eeuw gebeurt er in 1720 iets op het centraal niveau (de ganse staat). We hebben als
nationale staat moeten we ook ons eigen nationaal korps hebben als overheid. Het Marechaussee
wordt opgericht.
Hoe moet je dit onderdeel kennen? Vaak vragen op het examen. Maar geen vragen van wat gebeurt er in 1720
en 1687 etc. dat niet! De vragen in deze historici gaan over de rode draden in de geschiedenis. Dit is precies de
verhouding tussen het lokale en het nationale niveau. Heeft het nationaal niveau iets te zeggen op lokaal
niveau? Deze rode draden doorheen de tijd moet je kennen.
Dan springen we naar 1789 De Franse revolutie. Dit tot 1795 in de eerste fase. Deze revolutionairen
streefden naar vrijheid en afzetting van het strafsysteem. Zij wouden ook de politie reorganiseren.
Als de politie tegen ons zou keren, dan is het gedaan met onze revolutie. We gaan het daarom
reorganiseren en gaan ze aan ons kant houden. Deze Marechaussee gaan we afschaffen en kreeg een
andere naam: Gendarmerie National. Hier zijn een aantal kenmerken tot op de dag van vandaag nog
altijd van belang.
- Het moet een nationaal korps zijn
- Een militair korps: deel van het Franse leger MILITAIR ASPECT (een andere rode draad)
- 1 korps met 2 opdrachten: bestuurlijke politie (openbare orde) en gerechtelijke politie
(onderzoek van misdrijven) terug een andere RODE DRAAD
In de steden waren de korpsen goed maar dat was niet genoeg met onder leiding van een
commissaris. Sommige steden liggen heel ver van elkaar waardoor er grote gebieden tussen liggen
zonder korpsen. Het is dus niet genoeg om op lokaal niveau korpsen in steden te maken, maar ook bij
natuurlijke gebieden, nl. via veldwachters. (= landelijke politie)
In 1795 werden onze gebieden van ons land ingelijfd bij Frankrijk. België bestond toen nog niet. Wij
werden dus een deel van Frankrijk. Dat Franse politiebestel werd geïmporteerd in onze gebieden.
Deze gendarmerie en gemeente politie en veldwachters kwamen toen ook voor in onze gebieden.
Maar hoe zit deze verhouding in elkaar? Heeft het nationaal iets te zeggen op het lokaal niveau? In
1796 richten ze een apart ministerie op voor politie. Dat wil dus ook zeggen een minister van politie.
Ministère de police general de la Republicue. Men vond dat het ministerie van Binnenlandse zaken
toen te weinig kracht had om politie te gaan leiden. We leefden toen in een gevoelig klimaat met
deze Franse revolutie met tal van aanslagen, opstanden etc.
Ministère de police general de la Republicue krijgt de bevoegdheid van de gendarmerie en lokale
politiebestuur met de openbare orde maar niet op de gerechtelijke politie! Dus wel bevoegd voor
landloperij, gevangenissen, etc.
Hoe verder we naar het einde van de Franse revolutie gaan. In 1799 ontstaat er een staatsgreep door
generaal Napoleon. Dat gevoel van revolutionairen dat niet iedereen mee was met hun
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Brulezh. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €16,49. Je zit daarna nergens aan vast.