Samenvatting LF 1
Bevat:
- te leren stof uit Anatomie en fysiologie
Martini, F.H. & Bartholomew, E.F., 2021, Anatomie en fysiologie, Pearson
- Te leren stof uit Farmacologie
McFadden, R., 2020, Farmacologie, Pearson
- Informatie uit de powerpoints
- Te leren stof uit syllabus LF 1 CHE
,Introductie anatomie, fysiologie en pathologie
Gezondheid: een toestand van volledig fysiek, geestelijk en sociaal welbevinden en niet louter het ontbreken van
een ziekte of gebrek
Anatomie = ‘opensnijden’ = studie inwendige en uitwendige structuren en fysieke relatie lichaamsdelen
- macroscopische anatomie: met blote oog zichtbaar
- microscopische anatomie: structuren onder vergroting
Fysiologie = studie naar de wijze waarop levende organismen hun vitale functies verrichten.
- bevat veel specialismes: celfysiologie, orgaanfysiologie, systeemfysiologie (orgaanstelsel),
pathologie/pathofysiologie (de leer van ziekten en aandoeningen), sportfysiologie
Farmacologie = de wetenschap die onderzoekt hoe een geneesmiddel werkt, hoe het lichaam erop reageert en
welke veranderingen in de loop van de tijd optreden
Organisatieniveau’s:
- chemisch niveau (processen in de cel)
- celniveau
- weefselniveau
- orgaanniveau
- orgaanstelselniveau
- organismenniveau
Orgaanstelsels:
1 de huid 7 het lymfestelsel
2 het beenderstelsel 8 het ademhalingsstelsel
3 het spierstelsel 9 het spijsverteringsstelsel
4 het zenuwstelsel 10 het urinaire stelsel
5 het endocriene stelsel 11 het voortplantingsstelsel
Alle levende cellen staan in contact met bloed of een andere lichaamsvloeistof en elke verandering van de
samenstelling van deze vloeistoffen heeft invloed op de cel.
Homeostase: het bestaan van een stabiel milieu (geregeld voor fysiologische mechanismen). Bestaat uit: receptor,
besturingscentrum/integratiecentrum, effector (cel of orgaan)
- Negatieve terugkoppeling: de variatie buiten de normale grenzen wekt een automatische reactie op waardoor de
situatie wordt gecorrigeerd.
- Positieve terugkoppeling: de aanvankelijke prikkel brengt een reactie teweeg waardoor die prikkel wordt versterkt.
Als de homeostase niet meer te handhaven is spreek je van ziekte.
Symptomen = subjectief, want iedereen ervaart het anders
Aanwijzingen = objectief, want metingen staan vast
,Anatomische terminologie
, Lichaamsholten romp
- Thoraxholte/borstholte
- twee pleuraholten (omgeven longen), een pericardiale holte (omgeeft hart) en diastinum (weefselmassa)
- Abdomen/buikholte en Pelvis/bekkenholte
- bevat de peritoneale ruimte, compartiment dat met een sereus membraan is bekleed. Dit membraan heet
het peritoneum/buikvlies
Deze holten zijn met vloeistofgevulde ruimte bekleed met het sereuze membraam, maken een waterig vocht dat
voor soepelheid zorgt. De organen/viscera zijn binnen deze holte ‘opgehangen’.
Viscerale laag: deel van het sereuze membraan dat een visceraal orgaan bekleed
Pariëtale laag: de laag die het binnenste oppervlak van de wand van het lichaam of compartiment bekleed
Functies lichaamsholten:
1. Beschermen tegen schokken van buitenaf
2. Geven de organen de mogelijkheid te vervormen.