Samenvatting hoorcollege Nederlands
Hoorcollege 1 – Introduction developmental psychopathology
Leerdoelen
- Definieer de term psychische stoornis
- Beschrijf de classificatiebenadering van de DSM-5
- Uitleggen wat een abnormale ontwikkeling is en hoe deze wordt onderscheiden van normale
ontwikkeling
- Leg uit wat ontwikkelingstrajecten zijn en welke factoren hierop van invloed zijn beïnvloeden
- Beschrijf wat evidence-based practice is
Identificeren van gedragsproblemen
Wat bedoelen we met abnormaal?
- Hoe kan een abnormale/atypische ontwikkeling/functie worden onderscheiden van een normale
ontwikkeling/functie? →Kernvraag van deze cursus
- Er is geen duidelijke consensus over hoe abnormaal of atypisch te definiëren
- Drie algemene criteria:
1. Statistical deviation (Statistische afwijking)
2. Disability (Beperking)
3. Distress (Onrust)
1. Statistical deviation (Statistische afwijking)
- Definitie van abnormaal gedrag gebaseerd op relatieve infrequentie in de algemene bevolking
- Bv. suïcidale gedachten bij kinderen en adolescenten → indicatie van stemmingsstoornis
- Probleem: de context van het gedrag wordt niet in aanmerking genomen (b.v. depressie versus
rouw)
2. Disability (Beperking)
- Definitie van abnormaal gedrag gebaseerd op gedachten, gevoelens, handelingen die interfereren
met sociaal en/of academisch functioneren
- Bv. verdriet van een tiener na een relatiebreuk wordt niet gediagnosticeerd als depressie omdat
zij/hij nog steeds sociale relaties met vrienden kan onderhouden, succesvol kan zijn op school, kan
opschieten met ouders
- Probleem: veel psychische stoornissen vertonen geen duidelijke impairments (bv. eetstoornissen).
3. Distress (Onrust)
- Definitie van abnormaal gedrag gebaseerd op de mate van emotionele nood
- Bv. zich angstig voelen, overweldigd zijn, lichamelijke tekenen van stress
- Probleem:
> subjectief criterium → kind moet gevoelens kunnen verwoorden en onderscheid kunnen maken
tussen verschillende gevoelens om de situatie adequaat te beschrijven
> Sommige stoornissen leiden niet noodzakelijkerwijs tot emotionele onrust (bijv. opstandig gedrag)
→ Schadelijke disfunctie (Wakefield, 1992, 1997)
- Combinatie van criteria
- Abnormaal gedrag: (1) weerspiegelt een onderliggende disfunctie in een biologisch of psychologisch
systeem; (2) veroorzaakt invaliditeit en (3) ongemak
,DSM-V definitie van mentale stoornis
"Een psychische stoornis is een syndroom dat wordt gekenmerkt door een klinisch significante
stoornis in iemands cognitie, emotieregulatie, of gedrag dat een disfunctie reflecteert in de
psychologische, biologische of ontwikkelingsprocessen die ten grondslag liggen aan het geestelijk
functioneren. Geestelijk stoornissen worden gewoonlijk geassocieerd met aanzienlijk ongemak of
invaliditeit in sociale, beroepsactiviteiten of andere belangrijke activiteiten.
Een verwachte of cultureel goedgekeurde reactie op een alledaagse stressfactor of verlies, zoals het
zoals de dood van een geliefde, is geen psychische stoornis.
Sociaal afwijkend gedrag (b.v. politiek, religieus, seksueel) en conflicten die voornamelijk tussen het
individu en de samenleving zijn geen geestelijke stoornissen tenzij de afwijking of het conflicthet
gevolg is van een disfunctie in het individu, zoals hierboven beschreven."
(American Psychiatric Association, 2013, p. 20)
- Definitie is toegespitst op medische visie → onderliggende stoornis als oorzaak
- Beperkingen bij toepassing op kinderen
1. Onderliggende oorzaken kunnen niet altijd bij kinderen worden vastgesteld
2. Veel kinderstoornissen zijn relationeel → beter te begrijpen in een interpersoonlijke context in
plaats van alleen binnen het kind
3. Het gedrag van kinderen kan het best worden begrepen binnen hun sociaal-culturele omgeving
Diagnostische benadering van DSM-5
- Diagnose gebaseerd op tekenen en symptomen
- Signaal: openlijk kenmerk van een aandoening
- Symptoom: subjectieve ervaring geassocieerd met een stoornis
- Diagnose combineert categorisch, prototypische, en dimensionale classificatie
Classificatie benadering
Categorisch
- Mentale stoornissen worden verdeeld in elkaar uitsluitende groepen op basis van bepaalde criteria
- Categorische classificaties gebruikt in de biologie of geneeskunde
Prototypisch
- Mate waarin de aanwezige tekenen en symptomen overeenkomen met het ideaalbeeld (prototype)
van de stoornis
Dimensioneel
- Stoornissen vertegenwoordigen een continuüm van ernst, van mild tot ernstig
- Dimensionele benadering als nieuwe toevoeging aan de DSM-classificatie
- DSM-5 Cross-Cutting Symptom Measure als beoordelingsschaal (zie Canvas)
,Prevalentie van childhood disorders
- Prevalentie: frequentie van individuen binnen een populatie die een medische of aandoening
hebben
> Puntprevalentie: een bepaald moment in de tijd
> Prevalentie tijdens het leven: op een bepaald moment in leven
- Incidentie: frequentie van nieuwe gevallen in een tijdsperiode (b.v. 1 jaar)
- Comorbiditeit: twee of meer stoornissen zijn bij dezelfde persoon
> Ongeveer 40% bij kinderen en adolescenten
> Depressie →75% Angst
> ADHD → 50% gedragsproblemen
Beïnvloedende factoren
- Leeftijd
- Geslacht
> Tijdens kinderjaren prevalentie hoger bij jongens
> Tijdens adolescentie prevalentie hoger bij meisjes
> Verschillen in type stoornis
- Sociaaleconomische status (bv. toegang tot gezondheidszorg, meer psychische stoornissen bij
ouders met lagere SES)
- Ras, etniciteit (bv. samenhangend met SES, culturele invloed op ontwikkeling en definities van
(ab)normaal gedrag
Oorzaken van kinderstoornissen
Ontwikkelingspsychopathologie
= Multidisciplinaire benadering om de oorzaken en ontstaan van de ontwikkeling van kinderen en
ontwikkelingsstoornissen te begrijpen
- Biologisch (b.v. genen, hersenwerking,lichamelijke gezondheid)
- Psychologisch (b.v. cognitie, emotie, gedrag)
- Sociaal-cultureel (b.v. sociaal netwerk, culturele achtergrond)
- (Ab)normale ontwikkeling is probabilistisch en transactioneel (factoren op verschillende niveaus
beïnvloeden elkaar)
- Abnormale ontwikkeling als afwijking van normaliteit (begrijpen van normale ontwikkeling voor een
beter begrip van ontwikkelingsstoornissen en vice versa)
Ontwikkelingspaden
- Ontwikkelingstrajecten als verloop of traject van ontwikkeling
- Ontwikkelingstaken als uitdagingen tijdens de ontwikkeling (Erikson, 1963)
- Trajecten gekenmerkt door verandering versus continuïteit
- Homotypische continuïteit: stoornissen blijven onveranderd gedurende de ontwikkeling
- Heterotypische continuïteit: symptomen van stoornis veranderen in de loop van de tijd
, Interindividuele variabiliteit in ontwikkeling en ontwikkelingsstoornissen
Interacties tussen biologische, psychologische, sociaal-culturele factoren resulteren in:
- Equifinalit (Gelijkwaardigheid): verschillende ontwikkelingsgeschiedenissen leiden tot vergelijkbare
uitkomsten
- Multifinality (Multifinaliteit): gelijksoortige ervaringen leiden tot verschillende resultaten
Redenen voor interindividuele variabiliteit: Interactie van
1. Risicofactoren (b.v. verlies van ouders, mishandeling)
2. Beschermende factoren (bijv. temperament, ouder-kind relatie, steunsystemen)
3. Veerkracht (resilience): competentie ondanks de aanwezigheid van risicofactoren
Diathesis-Stress Model
Caspi e.a., 2003, Wetenschap
- Psychopathologie als interactie over de tijd van kwetsbaarheid voor psychische stoornis (diathese;
b.v. genetische opmaak) en ervaring van stressvolle gebeurtenissen
- Kinderen die blootgesteld werden aan mishandeling liepen risico op depressie op latere leeftijd
(hoofdeffect van mishandeling)
- Mishandeling in de kindertijd (stressfactor) was voorspellend van depressie bij volwassenen
wanneer bepaalde genetische variatie aanwezig was (s-allel van 5-HHT-serotonine transporter gen;
gen-omgeving interactie)