College & pgo samenvattingen
Lecture 1
Recht
'de neerslag van gerechtvaardigde behoeftes' - defenitie volgens Pitlo
Normen die verhoudingen tussen personen regelen
Recht is normatief → verwijzingen naar regels, kunnen als 'geldig' en
'ongeldig' gekenmerkt worden
Descriptieve uitspraken verwijzen naar feiten en zijn waar of onwaar
Recht is wat mensen mogen, moeten en wat mensen van elkaar mogen en
moeten verwachten
Objectief recht → het geheel van regels en normen dat het
maatschappelijke verkeer in banen leidt en een oplossing aandraagt voor
problemen die rijzen wanneer mensen zich niet gedragen zoals van het
verwacht mag worden.
Privaat recht → streeft particuliere belangen na
Partijen (burgers en rechtspersonen) zijn gelijken
Handhaving van rechten verloop via de rechtspersonen zelf.
Horizontale verhoudingen
Publiek recht → streeft algemeen belang na
De partijen (overheid en burgers) worden niet als gelijk gezien
(hiërarchie vanuit de overheid)
Verticaal verloo
Handhaving van rechten verloopt door de overheid
Betreft uitspraken over het mogen en moeten van de staat en zijn
bestuursorganen naar burgers en naar elkaar
Strafrechtelijk publiekrecht → domein waarin de overheid het
sterkst is
Erg formeel geregeld
Subjectief recht → rechten die voortkomen uit het objectieve recht
Rechtssubject → natuurlijke personen (personen), rechtspersonen
(organisaties)
Handelingsonbekwaamheid → zij van wie de wet veronderstelt dat zij niet
in staat zijn de betekenis van hun daden te beseffen en die de wet daarom
College & pgo samenvattingen 1
, tegen zichzelf beschermt
Onbekwaam → het algemene niet kunnen (kinderen zijn zich niet altijd
bewust van hun daden)
Onbevoegd → het incidentele niet kunnen (psychisch
ontoerekeningsvatbaar persoon)
Formeel recht → procedureel recht met regels en een juridisch proces,
niet alle formele wetten vallen onder formeel recht
Materieel recht → inhoudelijk recht, regels voor gedrag (strafrecht) wat
mag en wat niet
Territorialiteitsbeginsel → beginsel dat stelt dat iedereen die zich in
Nederland bevind zich aan de Nederlandse wetten dient te houden
Personaliteitsbeginsel → Burgers met een Nederlandse nationaliteit,
inwoners van het Koninkrijk en vreemdelingen woonachtig in Nederland (dus
zonder Nederlandse nationaliteit) worden geacht zich aan de wet te houden
Rechtsvinding → het zoeken naar bronnen
De wet → het 'positieve' recht (positief slaat op de handeling die
gemaakt moest worden om de wet te maken en vast te stellen)
Positief recht → het recht dat op een bepaalde tijd of op een
bepaalde plaats geldt omdat het is vastgelegd, objectief
Legisme → al het recht uit de wet halen en mechanisch toepassen
Problemen: de wet is niet altijd duidelijk, de wet vertoont
leemtes (onderdelen die botsten), de aanwezigheid van
rechtsbeginselen
De natuur → natuurrecht, het recht (de normen en waarden) die in de
mens zitten, buiten de wetten
Natuurrecht → het ideale recht, de gedachte aan de eeuwigewetten
van wat in de samenleving behoort, menselijke normen en waarden
Het verleden → wetten van oude volkeren, oude wetboeke,
jurisprudenties, EU/VN verdragen
Wetten
In formele zin
Ieder gezamelijk besluit van Regering en Staten-Generaal dat volgens de
Grondwettelijk bepaalde procedure tot stand is gekomen
Wetten gemaakt door de Staten-Generaal (TK) die via de grondwettelijke
procedures zijn opgesteld
College & pgo samenvattingen 2
, 'wet' in de grondwet is altijd in formele zin
In materiële zin
Alle naar buiten werkende, algemene, burgers bindende regels van een
overheidsorgaan (minister, gemeente, provincie) met bevoegdheid daartoe
op grond van de wet in formele zin verleend
Wetten opgesteld door een specifiek overheidsorgaan (met de bevoegdheid
wetten te maken) die verbindende voorschriften bevatten
Formele en materiële wetten kunnen elkaar overlappen
Grondwet is een wet in formele zin die ook een wet in materiële zin is
Wetten → algemene voorschriften, regulering vooraf, AVV (algemeen
verbindende voorschrift = normen) maken is verboden voor de rechter
Uitspraken → concrete oordelen, regulering achteraf, vonnissen binden
slechts partijen
Interpreteren → zoeken naar de bedoeling van de wetgever, redelijkheid en
billijkheid, wanneer de wettekst voor rechters onduidelijk zijn mogen zij
de wet vrij interpreteren
Rechtspraak is een bron van het recht via de betetenis die aan de
beslissing wordt gegeven in de rechtpraktijk; hoe de algemene regels zijn
toegepast en geïnterpreteerd
Gewoonterecht → ubi societas, ibi ius (waar een samenleving is, is recht)
Voorwaarden om voor de rechter aanvaard te worden
Herhaling van gedragingen (het moet daadwerkelijk een gewoonte zijn)
De overtuiging dat men zich zo hoort te gedragen als gevolg van een
rechtsplicht (het idee dat als je je niet zo gedraagt er juridische
consequenties aan vastzitten)
Belangrijke rechtsbeginselen →
1. Legaliteitsbeginsel → geen bevoegdheid zonder grond in de wet
2. Verantwoordingsbeginsel → 'controle van de controleurs', geen bevoegdheid
zonder vorm van verantwoordingsplicht, machtenscheiding
Geschreven recht: Ongeschreven recht:
Verdragen Wetenschap
Internationale regelgeving Rechtspraak
Grondwet Gewoonte recht
College & pgo samenvattingen 3