Samenvatting
Mens en recht
Hoofdstukken 1, 2, 3, 6 en 16
Nederlands Paperback, 9789001815530, Druk: 8 augustus 2013, 512 pagina's
Samenvatting gemaakt door Bregtje Hut
Samenvatting Mens en Recht 1
,Inhoudsopgave
1. Rechten en Regels.................................................................................................................................. 3
1.1 Waarom is er recht? ............................................................................................................................. 3
1.2. Vindplaats van het recht ...................................................................................................................... 3
1.3. Aard van de regels ................................................................................................................................ 4
1.4 Grondrechten....................................................................................................................................... 5
1.5 Recht en de praktijk van het zorg- en welzijnswerk.............................................................................. 5
2. Indeling van het recht ............................................................................................................................ 5
2.1 Publiekrecht en privaatrecht ................................................................................................................ 5
2.2. Materieel- en formeel recht ................................................................................................................. 7
2.3 Beginselen van het procesrecht ............................................................................................................ 7
2.4. Korte schets van het procesrecht ......................................................................................................... 9
3. Verbintenissen....................................................................................................................................... 9
3.1. Ontstaan van een verbintenis............................................................................................................... 9
3.2. Overeenkomst ...................................................................................................................................... 9
3.3. Niet-nakoming van de overeenkomst................................................................................................. 11
3.4. Onrechtmatige daad .......................................................................................................................... 12
6. Schulden .............................................................................................................................................. 12
6.1. Als schulden een probleem worden .................................................................................................... 12
6.2. Positie van de schuldeiser: incasso en beslaglegging ......................................................................... 12
6.3. Schuldhulpverlening ........................................................................................................................... 13
6.4. Wet schuldsanering natuurlijke personen .......................................................................................... 14
16. Hulp- en dienstverlening ................................................................................................................. 15
16.1. Organisatie van hulp- en dienstverlening ........................................................................................... 15
16.2. Bekwaamheid en professionaliteit ..................................................................................................... 15
16.3. Relatie van de professional met de cliënt ........................................................................................... 15
16.4. Werken in een instelling of organisatie .............................................................................................. 15
16.5. Spanningsveld tussen regelgeving en praktijk .................................................................................... 16
16.3. Aansprakelijkheid voor het eigen handelen ....................................................................................... 16
Samenvatting Mens en Recht 2
, 1. Rechten en Regels
Rechten omvat een heel stelsel van regels waaraan zowel de overheid als de burger zich moet
houden. Regels zijn er om de samenleving te ordenen en conflicten te voorkomen of het op te
lossen.
1.1 Waarom is er recht?
In de Nederlandse samenleving leven en handelen mensen en organisaties met verschillende belangen.
Vaak is er geen spraken van verschillende of tegengestelde belangen, maar hebben partijen
verschillende verwachtingen. Om conflicten te ver komen, kunnen er duidelijke afspraken gemaakt
worden.
Het gaat om rechten en plichten van individuen en van de overheid. Deze rechten en plichten komen
voort uit normen en waarden die algemeen gelden in de maatschappij. Door de normen en waarden
vast te leggen in de rechtsregel, hoe regels gehandhaafd kunnen worden, krijgt het recht vorm.
Recht zijn de vastgestelde regels hoe ieder individu zich hoort te gedragen.
Het recht brengt een doelmatige ordening aan in de samenleving. Tevens heeft het recht spelregels
voor gedragingen tussen individuen onderling en voor het handelen door de overheid. Daarnaast
stuurt het recht het individuele gedrag van burgers.
1.2. Vindplaats van het recht
Pas als regels algemeen als rechtsregels zijn aanvaard en vastgesteld, behoren ze tot het recht.
De samenleving veranderd met de jaren en de inhoud van het recht veranderd mee, maar waar de
rechten gevonden kunnen worden veranderd niet. Ook wel de rechtsbronnen genoemd.
Wet- en regelgeving
Wetten bevatten rechtsregels die zijn vastgesteld door de overheid. Tot de overheid behoort onze
centrale volksvertegenwoordiging. Deze bestaat uit de Eerste en Tweede kamer, ook wel de Staten-
Generaal. Een wet komt tot stand als de regering (Koning en ministers) en de Staten-Generaal
met een wetvoorstel instemmen.
- Koninklijk besluit (KB):
Als een regeling afkomstig is van de regering, zonder betrekking van de Staten-Generaal,
worden Koninklijk besluit genoemd.
- Algemene maatregel van bestuur (AMvB):
Als een koninklijk besluit regels bevatten wordt het een algemeen maatregel van bestuur
genoemd.
- Ministeriële regeling:
Dit zijn regels die afkomstig zijn van de minister
- Verordening:
Een Provinciale Staten kunnen regels maken voor hun provincie. De gemeenteraad kan dit
voor het grondgebied van hun gemeente.
- Gemeenschap verordeningen en -richtlijnen
Dit zijn de verordeningen en richtlijnen die vast worden gesteld door de Europese Unie.
Allen landen die lid zijn van de EU hebben zich aan deze verordeningen en richtlijnen te
houden. Het is zelf hoger dan de Nederlandse grond wet.
Jurisprudentie
Tweede rechtsbron is de jurisprudentie. Dit is ontstaat door dat wetten en regelgeving moeilijk
zwart wit te bekijken zijn. Dezelfde wet- en regelgeving moet op diverse situaties worden
toegepast. Er is dus voor de rechter de ruimte om de wet- en regelgevingen te interpreteren zoals
ze bedoeld worden in de individuele situatie en dit te formuleren in een uitspraak.
Als de antwoorden niet duidelijk in de wet- en regelgeving te vinden zijn, dan zullen deze dus in
de jurisprudentie moeten worden gevonden.
Samenvatting Mens en Recht 3
,Omdat in de rechtspraak nieuwe rechten worden gevormd door de rechter, wordt jurisprudentie ook
wel rechtsrechten genoemd.
Afhankelijk van de soort de soort zaak of het niveau waarop er recht wordt gesprokken, heer zo’n
uitspraak vonnis, uitspraak of arrest.
Een uit spraak van de Hoge Raad der Nederlanden, de hoogste rechter in Nederland, heet een
arrest.
Omdat in de rechtspraak nieuwe rechten worden gevormd door de rechter, wordt jurisprudentie ook
wel rechtsrechten genoemd.
Gewoonte
De derde rechtsbron, die net als de jurisprudentie tot het zogenoemde ongeschreven recht behoort,
is de gewoonte. De regels van gewoonterecht zijn niet ergens opgeschreven, maar ontstaan in de
loop van tijd door het gebruik ervan in algemene kring.
Overigens valt een gewoonte die in strijd is met het recht niet onder het gewoonterecht.
Verdrag
Afspraak tussen twee of meer partijen en deze staan zwart op wit en moeten worden nageleefd.
Dit kan alleen als de partijen hun handtekening er onder hebben gezet en dat wil zeggen dat ze
akkoord zijn gegaan met de afspraken. Als de afspraken niet worden na geleefd kan er beroep op
het verdraagt worden gedaan.
Verdragsregels staan boven de rechtsregels die in Nederland zijn gemaakt, net zoals de regelgeving
van de EU.
1.3. Aard van de regels
Niet alle rechtsregels hebben dezelfde werking, het kan verschillen waar voor deze gebruikt wordt
en er zitten bepaalde volgorden in.
1.3.1. Dwingend en aanvullend recht
Dwang recht
Sommige rechtsregels leggen aan individuen of partijen die een juridische relatie ofwel
rechtsbetrekking met elkaar hebben, dwingende bepaalde rechten en plichten op. Dit zijn regels van
dwingende recht waarvan niet mag worden afgeweken. Andere rechtsregels geven partijen die
mogelijkheid om zelf dingen nader te regelen, dit heet semidwingend recht.
Ten slotte zijn er regels die alleen gelden als specifieke afspraken ontbreken. Dit wordt aanvullende
recht genoemd (Als beide partijen niet tot een andere overeenkomst zijn gekomen, maar dat wel
mogelijk was geweest).
Semidwingend en aanvullende recht komen vooral voor bij rechtsregels die betrekking hebben op het
sluiten van een overeenkomst.
1.3.2. Rangorde in regelingen
Niet alle regels hebben dezelfde rechten, maar de ene staat wel boven de andere. Dit houdt in dat
er rechtskracht verschilt. Het is belangrijk om deze rangorde te weten, omdat je de regels soms
moet koppelen aan elkaar.
1. Verdragen
2. Gemeenschap verordeningen en richtlijnen
3. Grondwet
4. Overige wetten
5. Algemene maatregelen voor bestuur
6. Ministeriele regelingen en richtlijnen
7. Provinciale verordeningen
Samenvatting Mens en Recht 4
, 8. Gemeentelijke verordeningen
Als de lagere regeling in Nederland in strijd is met deze hogere regeling, dan kan daar een beroep
op worden gedaan. De rechter kan de lagere regeling buiten toepassing laten en dan geld deze niet.
1.3.3. Objectief en subjectief recht
Het objectieve recht bevat alle geldende regels, dus alle rechten en plichten die in de rechtsbronnen
zijn vastgelegd. Iedereen heeft er recht op en moet zich eraan houden.
Daarbij hebben we subjectieve recht, dit is een recht dat aan iemand persoonlijk is toegeschreven.
Voorbeeld:
Iedereen kan bijstandsuitkering aanvragen en iedereen heeft hier ook recht op, alleen op een bijstand
te kunnen krijgen moet je aan bepaalde criteria voldoen. Als je niet aan de objectieve rechten
voldoet kan je geen bijstandsuitkering krijgen. Hierdoor wordt deze objectief recht een subjectief
recht.
1.4 Grondrechten
De grondwet is de hoogste wet in Nederland. Grondrechten zijn de meest elementaire en
onvervreemdbare rechten van een individu, die zowel door de overheid als door anderen
gerespecteerd moeten worden. De grondweten vormen het fundament van een menswaardige
samenleving.
De klassieke grondrechten zijn de rechten van een de individu waar de overheid alleen als de wet
het toestaat inbreuk op mogen maken (Recht op meningsvrijheid, recht op gelijke behandelingen,
geen discriminatie).
Er zijn ook sociale grondrechten, deze zijn anders dan de klassieke rechten. Deze zijn niet
afgedwongen bij de rechter. Het is de taak van de overheid om ervoor te zorgen dat er in Nederland
een goede gezondheidszorg, voldoende woon- en werkgelegenheid en welvaartsspreiding is en dat
iedereen hier gebruik van kan maken.
1.5 Recht en de praktijk van het zorg- en welzijnswerk
Het recht vormt enerzijds het kader waarbinnen de hup- en dienstverlening in het zorg- en
welzijnswerk plaats vindt. Het bepaalt de juridische verhouding tussen de hulp en dienstverlener en
zijn cliënt. Geeft ook een duidelijk beeld van hun de verantwoordelijkheden en verplichtingen van
beide partijen. Het recht bepaald ook de juridische (on)mogelijkheden die een cliënt heeft.
2. Indeling van het recht
Recht heeft een bepaalde ordening in grote lijnen en de twee belangrijkst worden behandeld in dit
hoofdstuk. De eerste tweedeling is publiekrecht en privaatrecht en daarnaast de materiele recht en
het formele recht. Ook wordt in het hoofdstuk behandeld hoe deze kennis je relatie kan vergroten
van een individu tot de overheid of een (rechts)persoon.
2.1 Publiekrecht en privaatrecht
Rechten kan je al eerste ingedeeld worden in publiekrecht en in privaatrecht.
2.1.1 Publiekrecht
De overheid oefent gezag uit op burgers door middel van wetgeving, bestuur en hoe toepassen van
sancties, dit behoort tot publiekrecht. Er is een verticale verhouding tussen de ‘machtige overheid’
en de ondergeschikte burger’.
Samenvatting Mens en Recht 5