Samenvatting Organisatiekunde
Hoofdstuk 1
Doelgerichte samenwerkingsverbanden = in een organisatie werken mensen samen om
doelen te bereiken.
profitorganisaties Non-profitorganisaties
- Zijn er op gericht producten en diensten - Niet perse gericht op winst
te verkopen op de markt. - Ziekenhuis, school
- Doel is winst maken
Eind negentiende eeuw tot 1935
o Scientific management: Kwantitieve benadering, Frederick Taylor schreef boek
o Efficiency stond voorop, lopende band werd gecreëerd
o Werknemers aangenomen op basis van kennis en vaardigheden
Na 1935
o Humanrelationsbenadering: sociale aspecten.
o Revionisme = herziening, motto: mensen en organisatie
o Systeemtheorie: de invloeden bekijken
Organisatie-evenwicht = als de organisatie erin slaagt om d externe en interne
belanghebbenden(stakeholders) zodanig te belonen dat zij in ruil daarvoor hun bijdragen
gemotiveerd blijven deelnemen
1. Beleidsvorming analyseren, doelstellingen en plannen maken
2. Structurering organisatiestructuur ontwerpen
3. Uitvoering doen uitvoeren, beheersen en bijsturen
Beleidsuitgangspunten (missie en visie):
Werkterrein Welke producten aan welke klanten worden bediend,
behoefte van de klant
Ambities Wat de organisatie wil bereiken in de toekomst
binnen 3 jaar
Culturele uitgangspunten Normen en waarden (kinderarbeid)
Betekenis voor stakeholders Wat de onderneming voor hen wil betekenen
Visie = gericht op de latere toekomst
7s-model
1. Strategy
De route die de organisatie moet volgen om hun doelstellingen te behalen,
bedreigingen of kansen
2. Structure
Arbeidsverdeling en coördinatie. Deze elementen zijn met elkaar verbonden
, 3. Systems
De systemen en processen binnen een organisatie.
4. Staff
Medewerkers, het management
5. Skills
Kennis en vaardigheden die de
organisatie nodig heeft om de
concurrentieslag aan te kunnen gaan
6. Style
De wijze waarop en de houding waaruit
er leiding wordt gegeven
7. Shared values
Vormen de bedrijfscultuur, die iets laten zien van de normen en waarden
Hoofdstuk 2
Verschillende soorten planning:
niveau Concern, werkmaatschappij, afdeling, product
Tijdshorizon Kort, middellang, lang.
Mate van detail Strategisch: hoe doelstellingen gerealiseerd moeten worden
Tactisch: hoe de strategische beslissingen gerealiseerd worden
Functioneel gebied Inkoopplaning, marketingplanning, productieplanning etc.
Situatieanalyse: gegevens verzamelen over totale markt, missie, doelstellingen, segmenten
die worden bewerkt en de wijze waarop die bewerkt worden, concurrenten, bereikte
resultaten, marktvorm.
SWOT-analyse = externe ontwikkelingen en de eigen sterktes en zwaktes kunnen in
vergelijking worden gebracht met de concurrentie.
S = Strengths
W = weaknesses
O = opportunities
T = threats
Sterktes en zwaktes analyseren (intern = micro):
Producten, distributie, kwaliteit van management, financiële positie, onderzoek en
development, positie binnen een concern, productie