Interculturele communicatie:
Inleiding:
Ieder mens maakt deel uit van verschillende sociale systemen ofwel
sociale groepen (partner, vriend, werknemer, collega etc). Ieder
systeem kenmerkt zich door een zekere cultuur die van invloed is op de
communicatie: etnisch of niet etnisch.
Interculturele communicatie is de studie naar de werking en invloed
van cultuur en culturele verschillen op de communicatie. ‘’Doorbreken
van verschillende referentiekaders van verschillende mensen, om
miscommunicatie te voorkomen’’.
- Je referentiekader zijn al de ervaringen die je in het leven hebt
opgedaan, die bepalen hoe jij tegen situaties aankijkt, wat jou waarheid
(werkelijkheid) en door welke bril jij naar de wereld kijkt.
Aan ieder sociaal systeem + de bijbehorende cultuur (kenmerken) ontleent
iemand een sociale identiteit daardoor heeft iedereen een meervoudige,
multiculturele identiteit (Je bent Nederlander, dochter van, vriendin van,
student, werknemer etc).
Meervoudig kijken: niet gelijk kijken naar het voor de hand liggende
als je denkt dat iets om een etnisch verschil gaat, vraag je dan eerst af
‘wat heeft het man of vrouw zijn hiermee te maken? of zijn beroep?’
Essentiële voorwaarde in het TOPOI-model = presentatie het
ontmoeten en er zijn voor de ander.
Hoofdstuk 1: een inclusieve, systeemtheoretische benadering van
interculturele COM!
Veel professionals vinden de communicatie met mensen met een andere
etnische achtergrond extra lastig vanwege de culturele misverstanden die
zich kunnen voordoen: Mensen handelen hierdoor extra voorzichtig en
minder onbevangen en gaan op zoek naar allerlei weetjes over de cultuur
dit leidt tot generalisering, categorisering en stereotypering.
Passieve tolerantie: niet meer tegen de migrant in durven gaan, als zij
het oneens met hem zijn. Men vergeet zijn eigen waarden en brengt
alleen maar respect op voor de andere cultuur.
Deze ‘voorzichtige houding’ wordt versterkt door de culturaliserende
deskundigheidsbevordering in deze benadering staan de culturele
achtergronden van etnische groeperingen centraal bij het oplossen van
communicatieproblemen.
Bekende communicatietheorieën:
- David Pinto gaat uit van structuren van culturen
- Frans Tompenaars gaat uit van verschillende soorten van culturen
- Geert Hofstede gaat uit van dimensies van culturen
Gaan allen uit van noodzakelijke kennis over de verschillende
culturen voor een goede communicatie.
Het TOPOI-model: Taal, Ordening, Personen, Organisatie en Inzet!
een praktische handvat om misverstanden vanwege culturele verschillen
op te sporen en aan te pakken.
, Culturaliserende benadering: culturele kennis wordt als voorschrift
gepresenteerd of als zodanig belangrijk gepretendeerd om effectief te
kunnen communiceren. Uitgangspunt is:
je moet de cultuur van de ander kennen, om goed (effectief) met die
persoon te kunnen communiceren.
Risico’s:
- Cultuur verklaart niets: cultuur of religie kun je niet als verklaring
gebruiken. De aannames die wij hebben bij het woord ‘cultuur’ verklaart
enkel onze beweegredenen.
- Oneigenlijke legitimatie van handelen: excuus om eigen gedrag te
rechtvaardigen. Mensen worden zo opgesloten in hun eigen cultuur,
omdat alles wat ze doen cultureel bepaald is.
- Reductie van een persoon tot alleen zijn etnische, religieuze of
nationale identiteit: je ziet iemand niet meer als persoon, maar als
voorkomen van zijn cultuur. Hierdoor worden veel waardevolle
eigenschappen en talenten over het hoofd gezien.
- Culturele exotisering (het buitengewoon anders maken) van het
gedrag van een persoon een eenzijdige vastlegging van
betekenissen: gedrag heel erg uitvergroten, omdat hij nou eenmaal
‘Turks’ is. de betekenis van bepaald gedrag wordt eenduidig vastgelegd:
Voorbeeld: Een speler die bij een voetbalwedstrijd zijn scheidsrechter niet
aankijkt na een strafschop, hoeft niet te betekenen dat hij dit vanuit
respect doet, maar kan ook zijn omdat hij boos is. Maakt iemand
speciaal, anders. Andere verklaringen niet meer mogelijk.
- Generalisatie en stereotypering: individuele personen als
representanten van een cultuur zien en daar een bepaald vooropgesteld
beeld bij hebben. Je richt je op één aspect van de cultuur en past deze
bij iedereen van die cultuur toe.
- Wij/zij denken: Dit bevordert exclusief denken door wij-autochtonen en
zij-allochtonen en omgekeerd. diversiteit wordt hierbij over het hoofd
gezien, de verschillen tussen de twee worden uitvergroot en de
overeenkomsten miskend. Opgesloten in de eigen cultuur.
- Bevoogding: denken te kunnen leren hoe ‘zij’ de allochtonen, zich
gedragen. Je mist hierdoor heel veel informatie, omdat je ‘alles’ al denkt te
weten.
- Haalt je uit je kracht: professionals denken niets te kunnen veranderen.
Je wordt kwetsbaar Je gaat je richten op de cultuur van de ander en
vergeet daarom te kijken en handelen vanuit je eigen referentiekader (je
eigen kracht).
Gevolg: de culturaliserende benadering zet aan tot exclusief denken en
handelen (buitensluiten): de ander wordt opgesloten in zijn cultuur en tot
vreemde gemaakt met als gevolg dan het wij tegen zij wordt.
Tautologie: begrip of denkbeeld tweemaal of meerdere malen,
voorbeelden: enkel en alleen, blijf en verheugd etc.
Exclusief denken: een denken in tegenstellingen het denken in termen
van of-of: ‘Of mijn groep wint of de zijne’. Daarbij is de mens er steeds op
uit geweest om zich met andere mensen te verbinden tegen andere
mensen (groepen). Exclusief denken leidt tot uitsluiting van personen en
groepen.
, Inclusief denken: een denken, dat er principieel van uitgaat dat mijn heil
(geluk, leven, welvaart) niet verkregen wordt ten koste van of zonder de
ander, maar dat het alleen verkregen kan worden als ik tegelijk het heil
van de ander beoog en ‘bevorder’.
Van of-of denken naar en-en denken.
1. Het principe van de erkende gelijkheid: dit verwijst naar datgene
wat mensen in de eerste plaats verbindt binnen een bepaalde
context, zoals buren, studenten, medewerkers. Op deze manier kijk je
eerst naar de persoon in plaats van naar zijn cultuur. !! Pas wel op voor
kleurenblindheid: iedereen hetzelfde behandelen; dit doet de menselijke
waardigheid te kort.
2. Het principe van erkende diversiteit: dit betekent het erkennen van
verschillen. Het erkent de verscheidenheid tussen groepen en personen.
Iedereen is anders m.b.t. talenten, eigenschappen, competenties,
motieven, emoties, behoeften, belangen, verlangens, normen en waarden.
Erkennen van diversiteit, dan ben je je ook bewust dat ieder
mens anders is en respecteer en waardeer je die verschillen ook!
Inclusief denken en handelen in de praktijk: erkende gelijkheid en
erkende diversiteit zijn altijd met elkaar verbonden en dienen
tegelijkertijd gebruikt te worden. Alleen gelijkheid hanteren
zorgt voor de ontkenning van verschillen en uitsluitsel van diegene die
‘anders’ is. Alleen diversiteit erkennen zorgt voor generalisering en
stigmatisering van degenen die anders zijn.
De algemene systeem- en communicatietheorie: deze theorie is van
Paul Watzlawick. Hij gaat ervan uit dat een persoon in zijn communicatie
slechts te begrijpen is door al de sociale systemen in ogenschouw te
nemen waartoe deze persoon behoord of heeft behoord. Ieder mens
maakt deel uit van sociale systemen en ontleent daar verschillende sociale
identiteiten aan. Etniciteit, religie en nationaliteit zijn daarbij slechts 3 van
die mogelijke sociale identiteiten, naast vele anderen (Je hoeft de
cultuur van de ander niet perse te kennen, om de ander goed te
begrijpen, maar cultuur speelt wel een belangrijke rol.)
Watzlawick en anderen passen deze algemene theorie toe op de
communicatie tussen mensen. Zij beschouwen de menselijke interactie als
een sociaal systeem van personen-communicerend-met-andere-personen.
Dit betekent dat de elementen van een sociaal systeem niet de
individuele personen zijn die deelnemen, maar hun handelingen,
hun onderlinge interacties. Een sociaal systeem is dut in feite een
interactiesysteem.
Kenmerken van een sociaal systeem:
- Een sociaal systeem is open, onbegrensd en heterogeen van
karakter. Ieder mens maakt tegelijkertijd deel uit van verschillende
sociale systemen, die aan elkaar worden overgedragen.
- Binnen en tussen sociale systemen vindt voortdurend onderlinge
beïnvloeding plaats. Deze beïnvloeding heeft een circulair karakter:
wederzijdse beïnvloeding waarin iedereen zijn deel heeft.
- Elk sociaal systeem streeft naar een zeker evenwicht. systemen
groeien en veranderen zonder daarbij hun evenwicht te verliezen.