Het doel van dit onderzoek is om de verschillende visies op de invloed van media op leren, motivatie
en efficiency uit te leggen en aan te scherpen. Het is een reactie op de kritiek van Kozma.
Introductie
Een korte geschiedenis van mediaonderzoek
Er zijn veel onderzoeken geweest die aangaven dat media wel invloed heeft (bijv. op de economie),
maar dat media geen invloed heeft op leren en instructie. Ook Clark zelf beweerde dat men niet
profiteerde van invloed van media bij het leren.
Medium beïnvloedt niet het leren
Medium en onderwijs moeten gescheiden
Instructie methode = bepalend
Medium zoekt naar problemen om op te lossen
Grocery truck metaphor medium vervoert alleen, zelf niet effectief
De belangrijkst aspecten van het leren door media-argumenten
Clark stelt in eerdere artikelen dat media meer een middel zijn om instructie te leveren, dan een
middel op leren te beïnvloeden. Salomon en andere auteurs stelde dat het niet het medium was dat
leren beïnvloedde, maar meer de kenmerken van de media die het ‘cognitieve proces’ kunnen
vormen.
Een vervangbare uitdaging
Het gaat er volgens Clark om dat de media de gebruikt kan worden bij het leren, zo goed moet zijn
dat geen andere manier van instructie geven een beter resultaat geeft. De ontwerper van instructie
moet de goedkoopste manier van instructie ontwerpen kiezen.
Wat is een instructiemethode en wat is het verschil met een medium?
Een instructiemethode is een manier om informatie te vormen zodat het het cognitieve proces, dat
nodig is voor motivatie of prestatie, activeert, verdringt of compenseert. (bijv. het geven van een
voorbeeld bij de uitleg van instructie).
Een verwarring aan technologieën
In de ogen van Clark worden twee methodes, ‘delivery technology’ en ‘design technology’ door
elkaar heen gehaald, terwijl er een groot verschil tussen zit. Waar ‘delivery technology’ kijkt naar
essentiële instructiemethoden die gebaseerd zijn op beschikbare middelen en de kosteneffectiviteit,
let de ‘design technology’ meer op het beïnvloeden van prestaties.
Motivatie en media
Clark vind ook dat media niet verantwoordelijk is voor het motiveren om te leren. Er is bewijs dat
overtuigingen van studenten over hun kansen om te leren van media verschillend zijn voor elke
student.
Wat zijn de tegenargumenten
Gewoonlijke gebruiken
De gewoonlijke gebruiken (dus bijv. gewoon een tekstboek i.p.v. een computer) zijn niet slechter
voor de prestaties dan de nieuwe media die gebruikt wordt bij het leren.
Meta-analytisch bewijs
Uit onderzoeken in naar voren gekomen dat bij instructie waarbij een computer werd gebruikt bij
lesgeven, de resultaten beter waren. Maar, dat ligt niet aan de computer maar aan de
onderwijsmethode.
,Afgunst voor het empirisme
Cunningham bijvoorbeeld was het niet eens met Clark. Maar hij gebruikte vooral kwalitatief
onderzoek en niet de empirische methode.
Noodzakelijke media-attributen
Sommigen zeggen dat nieuwe media, zoals de televisie, voor een unieke cognitieve representatie
kunnen zorgen (bijv. doordat je op de televisie dingen in 3D kunt zien) en dat de televisie dus van
groot belang is Clark gaf bewijs dat niet één bepaald medium een uniek cognitief effect heeft omdat
ze hetzelfde leerdoel vervullen.
Argument van Kozma over de invloed van media op leren
Kozma laat onderzoeken zien waar behandelingen met kenmerken van media nodig zijn voor leren.
Maar Clark zegt daarover dat elke behandeling dat voldoende is om te leren alles wat nodig is om
leren te veroorzaken moet belichamen.
Structurele en oppervlakkige kenmerken van onderzoek-constructen
Clark accepteert het idee dat het voor leren nodig is dat een medium of dat media
gepresenteerd moet worden. Maar als leren ontstaat door blootstelling aan bepaalde media,
dan wordt het leren veroorzaakt door de instructiemethode die ‘in die media zit.’ Volgens
hem doet Kozma het verkeerd omdat hij van ons vraagt dat we media als een integraal
aspect van de methode beschouwen. Dus volgens Clark gaat het veel meer om de
instructiemethode die met behulp van media wordt gegeven. Er zijn vele soorten media die
de instructiemethode over kunnen brengen. Het gaat er niet om welke soort media het
beste is, want elke medium heeft zijn eigen efficiencykenmerken.
Bewijs voor Kozma’s kijk
Een belangrijke vraag die gesteld moet worden over het nut van media-attributen is of
andere lerenden die geen media gebruiken dezelfde resultaten boeken als lerenden die wel
media gebruiken.
Conclusie
Kozma is het eens met Clark dat er nog geen bewijs is dat media of media-attributen leren
zouden beïnvloeden. Maar Kozma hoopt wel dat toekomstig onderzoek positiever zal zijn.
Hij denkt dat we nog wel een verbinding kunnen vinden tussen media-attributen en leren.
In het kort is de bewering van Clark dat media een belangrijke invloed heeft op de kosten of
snelheid van leren, maar dat alleen het gebruik van geschikte instructiemethodes leren
zullen beïnvloeden.
,1.2 Artikel Kozma
Introductie
Clark beweert dat het medium geen invloed heeft op leren, maar dat het gaat om de
instructiemethode die door middel van het medium gegeven wordt. Kozma geeft daar
antwoord op door te zeggen wat wanneer er nu misschien nog geen relatie is tussen media
en leren, dat dat is omdat we die relatie nog moeten leggen.
Wat goed is om te begrijpen, is dat leren niet de reactie is op het ‘leveren’ van instructie.
Leren is de actief, constructief, cognitief en sociaal proces waardoor de lerende middelen
gebruikt om nieuwe kennis op te doen. Dit doet de lerende door interactie met de omgeving
en door informatie te integreren in het geheugen.
Kozma gebruikt in zijn artikel de interactie tussen informatie en mentale processen als
framework om de potentiele relatie tussen leren en media te leggen.
Het medium heeft echt een toegevoegde waarde
Activeert voorkennis en representatie meerdere situaties
Medium bepaalt de methode
Relatie tussen media en leren is een vereiste
Meer onderzoek is nodig
Succesvolle interacties in twee omgevingen
- ThinkerTools: White heeft een computer-gebaseerde leeromgeving ontwikkeld, om
leermoeilijkheden van studenten bij het Newton mechanisme aan te pakken. Dit
curriculumbestond uit vier modules die geleidelijk geavanceerde modellen over
kracht en beweging presenteerden. Deze vier modules waren motivation phase(de
leraar beschrijft realistische situaties over krachten en studenten wordt gevraag naar
uitkomsten), model evolution phase(studenten werken in paren om problemen op te
lossen die zijn gepresenteerd tijdens de motivation phase)), formalization
phase(studenten moeten met een ‘wet’ komen die gedrag van de microwereld
beschrijft) en transfer phase(studneten gebruiken de ‘wet’ om antwoorden te krijgen
op de gestelde vragen uit de motivation phase). Dit programma bleek een positief
effect te hebben op de prestaties van de studenten.
- The Jasper Woodbury Series: probleemsituaties bij wiskunde werden op video laten
zien. De set van probleemsituaties boden de leraren en studenten beelden van de
echte omgeving om complexe wiskundeproblemen op te lossen. Uit dit experiment
bleek dat deze manier wel degelijk hielp om probleemoplossingen ook in de echte
wereld toe te kunnen passen.
De rol van media
Wat houdt media eigenlijk in? Bij media gaat het om de technologie, symboolsystemen(bijv.
grafieken en afbeeldingen) en verwerkingscapaciteiten. Dit zijn de hoofkenmerken van
media die we gebruiken om iets bijv. te classificeren als een televisie. Leren met media kan
gezien worden als een proces waarin voorstellingen worden gemaakt en procedures worden
uitgevoerd. Dit wordt soms door de lerende gedaan, en soms door het medium.
De lerenden in het ThinkerTools project profiteerden van het gebruik van computers omdat
de mogelijkheden van dit medium werden gebruikt om voorstellingen aan te bieden en
acties uit te voeren die voor de lerende zelf moeilijk waren.
Lerenden in het Jasper project profiteerde van het gebruik van televisie omdat het medium
werd gebruikt om problemen te presenteren die ingebed waren in complexe, sociale
omgevingen. Het Jasper project maakte het voor lerenden mogelijk om hun kennis over het
oplossen van procedures te verbinden met problemen in de echte wereld.
2.1 artikel Salinas
, Waarom wordt technologie eigenlijk zo weinig gebruikt in het hoger onderwijs? Dit
probleem komt voor een deel voort uit de neiging die men heeft om nieuwe technologieën
te implementeren in oudere modellen. Er moet een paradigma verschuiving plaatsvinden in
het onderwijsmodel van vandaag de dag. Daarbij is het nodig om te verschuiven van een
‘lecture model’ naar een ‘mastery model’ waarbij samenwerking het centraal stellen van de
leerling belangrijk zijn.
1.1 Paradigmaverschuiving in onderwijs
Er moet een variatie aan werkvormen komen die gebaseerd zijn op een reeks van behoeften
van lerenden en gewenste leeruitkomsten. Daar bestaat al een model voor: het ‘learning-
centered model’. In dit model hebben lerenden onder andere meer eigen
verantwoordelijkheid over hun leerproces en kunnen ze hun tijd zelf indelen.
1.2 Verschillende technologieën voor verschillende doelen
Instructiedoelen zijn direct gelinked aan zowel de rol van de leraar in de klas als aan de
functie van technologie.
Wanneer de instructiedoelen in het laagste level van de taxonomie van Bloom zitten
(knowlegde en comprehension), dan heeft de leraar meer een autoritaire rol. Op die manier
heeft het gebruik van technologie niet echt een toegevoegde waarde. Hoe hoger je komt in
de taxonomie, hoe belangrijker het gebruikt van technologie wordt. Dus hoe meer het
‘learning-centered model’ wordt gebruikt, hoe belangrijker technologie wordt.
1.3 Kenmerken voor de nieuwe leeromgeving
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper meganbuitelaar. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.