Wat zijn de kenmerken van eetstoornissen?
Vandereycken - handboek hoofdstuk 1 kenmerken
Eeststoornissen:
De eetstoornissen die in dit hoofdstuk besproken worden behoren tot die eetproblemen
die niet te wijten zijn aan te geringe beschikbaarheid van voedsel, die niet toe te
schrijven zijn aan een lichamelijke aandoening en die ook geen voedingsproblemen zijn.
Wel kan een inadequate voedingsbegeleiding of een lichamelijke ziekte of afwijking ertoe
bijdragen dat er later een eetstoornis ontstaat.
De grootste risicoleeftijd voor het ontstaan van eetstoornissen is tussen 14 en 25, maar
het kan ook op oudere leeftijd ontstaan. Daarbij kunnen 3 groepen onderscheiden
worden:
1. Patiënten die op latere leeftijd een eerste episode meemaken.
2. Patiënten die de eerste episode tijdens de jeugd hebben gehad en gedurende vele
jaren hardnekkige problemen blijven behouden.
3. Patiënten bij wie de eetstoornis een beloop van terugval en herstel heeft.
Bij een eetstoornis gaat het om een syndroom waarbij het gestoorde eetgedrag een
centraal en betekenisvolle component vormt. Overzicht van eetstoornissen:
Typische eetstoornissen: deze stoornissen hebben als gemeen kenmerk de
sterke preoccupatie met lichaamsomvang en gewicht. Het gaat daarbij ook om en
gestoord eetpatroon dat leidt tot uigesproken ondergewicht, normaal gewicht ,
dan wel overgewicht. hieronder vallen:
- anorexia nervosa: beperkend subtype & eetbuien- purgerend subtype
- boulimia nervosa: purgerend subtype & niet-purgerend subtype
- overeten/overgewichtstoornis(OOS): boulimische subtype & niet-boulimische
subtype
Atypische eetstoornissen: dit zijn stoornissen die belangrijke gelijkenissen
vertonen met de typische eetstoornissen, maar niet volledig voldoen aan alle
gestelde criteria. Hieronder vallen:
- Met preoccupatie: sterk begaan met lichaamsomvang en/of gewicht, maar
geen volledig beeld van AN of BN.
- Zonder preoccupatie: weinig of niet begaan met lichaamsomvang en/of
gewicht, maar wel andere kenmerken van AN of BN , zoals bij eetbuistoornis (EBS)
- Overige: obesitas (zwaarlijvigheid: adipositas) zonder EBS of OOS, maar met
belangrijke inperking van het psychosociaal functioneren. Psychogeen braken en
Nachtelijk eten
Deze indeling van typische stoornissen eetstoornissen vormt een continuüm. Veelal
overlappen de stoornissen met elkaar en vertonen ze ook verschuivingen.
Sommige patiënten kunnen in korte tijd zulke grote gewichtsschommelingen vertonen dat
ze in het continuüm heen en weer bewegen en verschillende diagnoses krijgen. Dit wijst
op het relatieve karakter van dergelijke diagnostische categorieën. Daarnaast laat het
model zien hoe belangrijk het is het huidige beeld van de cliënt te plaatsen tegen de
achtergrond van de geschiedenis van haar eetgedrag en gewicht
Kortom: i.p.v. eetstoornissen zijn niet statische beelden, maar je moet ze zien
als dynamische momentopnames die aan verandering onderhevig zijn.
,Anorexia nervosa:
Het onderscheidende kenmerk is de beperking van voedselinname waardoor
gewichtsverlies ontstaat, of de weigering om gewicht te handhaven op een
minimaal niveau (<85% van het verwachte gewicht) dat voor de leeftijd en lengte
gewenst is.
Criterium B en C zijn te beschrijven als gedragskenmerken die de kern vormen
van het klinisch beeld. Er moet sprake zijn van angst om aan te komen, een soort
gewichtsfobie (terwijl juist ondergewicht). C gaat over de manier waarop iemand
haar lichaamsgewicht beleeft.
Er bestaat discussie over criterium D, het uitblijven van minstens drie
achtereenvolgende menstruaties (amenorroe):
- Welk kenmerk geldt dan voor mannen?
- Kan niet worden vastgesteld bij pilgebruik of zwangerschap
- Bij adolescenten blijft de menstruatie wel vaker uit, zonder sprake van een
afwijking
Beperkende type = patiënt is niet geregeld bezig met eetbuien of purgerende
maatregelen tijdens de huidige episode. Ze zouden vaker obsessioneel zijn.
Extreem lijnen op de voorgrond.
Eetbuien- purgerende = juist wel geregeld bezig met eetbuien of purgerende
maatregelen. Ze zijn veelal impulsiever, hebben de stoornis langer en zijn iets
zwaarder. Niet duidelijk is hoe vaak de eetbuien en braken moeten voorkomen om
tot dit type te behoren. Vaak vertoont die type ook meer overeenkomsten met
boulimia dan met anorexia: dit benadrukt het belang van een continuüm model.
Boulimia nervosa:
De kern van deze stoornis is het hebben van eetbuien die gepaard gaan met
allerlei maatregelen om het gewicht binnen min of meer normale
grenzen te houden. Een eetbui houdt in dat er binnen een beperkte tijd (bv. 2
uur) een abnormale grote hoeveelheid voedsel naar binnen wordt gewerkt, waarbij
men het gevoel heeft de beheersing over het eten kwijt te zijn (binge eating).
Essentieel kenmerk: compenseren van de eetbuien met de bedoeling het
gewicht te controleren.
De meeste boulimia patiënten houden hun gewicht binnen normale grenzen.
Wanneer zij echter te erg vermageren, kunnen ze ook terecht komen in het type
eetbuien-purgerende type van anorexia.
Er lijkt bij eetbuien sprake van een continuüm van ernst, waarbij de
purgerende patiënten als de ernstigste en de niet-purgerende patiënten als
gemiddeld ernstig beschouwd kunnen worden, terwijl mensen met een
eetbuistoornis als minst ernstige naar voren komen.
, Purgerende type: hebben gewoonlijk een lager gewicht, meer symptomen van
depressiviteit en meer zorgen over hun figuur en gewicht dan patiënten die niet
purgeren.
Niet purgerende type: andere compensatoire gedragingen, zoals vasten of
overmatige lichaamsbeweging. Het neigt meer richting de eetbuistoornis en
overgewicht.
Ondanks de categoriaal bedoelde aftekening in de DSM-IV, omvat boulimia
nervosa geen homogene groep. Er zijn dan ook diverse voorstellen gedaan tot
subclassificatie van boulimia nervosa:
- Met of zonder voorgeschiedenis van anorexia nervosa
- Met een geschiedenis van lijnen vóór de eetbuien of omgekeerd
- Met of zonder comorbiditeit op as-1 of as-2
- Al of niet seizoensgebonden patroon (bijv. meer boulimia in de
wintermaanden)
Eetbuistoornis
Het is in feite boulimia zonder compensatoir gedrag. Dit is vanuit de veronderstelling
dat lichaamsomvang en lichaamsgewicht geen belangrijke rol spelen in de
zelfbeoordeling (de drang om gewichtstoename te compenseren ontbreekt). Dit is echter
wel een belangrijk criterium, dat gemeenschappelijk is aan anorexia en boulimia, wat dus
wordt weggelaten. Om deze reden hoort de eetbuistoornis in de groep atypische
eetstoornissen.
Voorgestelde criteria voor overeten/overgewichtsstoornis:
A: preoccupatie: zelfbeoordeling wordt overmatig beïnvloed door de
lichaamsomvang en het gewicht
B: overeten: minstens 2 dagen per week gedurende 3 maanden lang wordt een
totale hoeveelheid voedsel ingenomen die veel hoger is dan de fysiologische
behoeften in normale omstandigheden.
C: overgewicht: na de 3 maanden overeten is de BMI gedurende minsten een
maand ≥ 25 (bij een BMI boven de 30 wordt gesproken van obesitas)
Boulimische type: het overeten heeft grotendeels de kenmerken van eetbuien
Nietboulimische type: er wordt frequent de hele dag door kleine hoeveelheden
gegeten
Overige eetstoornissen:
Atypische eetstoornissen
Eetstoornissen NAO blijken het meest voor te komen. Het gaat hier allereerst om de
atypische eetstoornissen, waarbij één of meer van de sleutelkenmerken van de typische
eetstoornissen ontbreekt. BV iemand die aan alle kenmerken voldoet voor anorexia
nervosa, maar wier gewicht toch binnen het normale bereikt blijft (eerst bijvoorbeeld
obese en nu heel veel afgevallen, maar nog te weinig op aan ondergewicht te voldoen).
Overgewicht en obesitas
Bij een BMI van meer dan 25 wordt gesproken van overgewicht. De termen obesitas en
adipositas worden pas gebruikt vanaf een BMI van hoger dan 30. Bij een BMI van
hoger dan 40 = morbide obesitas. Zwaarlijvigheid i.c.m. een eetstoornis zou slechts bij
1/3 van de obsese personen voorkomen.
Dit houdt in dat bij de meerderheid van de gevallen met obesitas geen sprake is van een
eetstoornis.
Braken en laxeren
De ICD-10 vermeldt ook een aparte categorie, braken in samenhang met andere
psychische stoornissen. Hierbij gaat het om het ongewild braken dat niet gekoppeld is
aan de wens gewicht laag of onder controle te houden. Het kan een conversiestoornis
(vroeger hysterisch braken genoemd) of als onderdeel van een hypochondrische stoornis,
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper PSYCHO. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.