Samenvatting bestuursrecht
Schema verplichte literatuur Kern van het bestuursrecht
H1 Introductie en overzicht V
H2 Grondslagen en karakteristieken van het bestuursrecht V
H3 De Algemene wet bestuursrecht: structuur en kenmerken V
H4 Besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht V
H5 De Bestuursrechtelijke normering van besluiten V
H7 Handhaving
H9,1 en 9.2 Bestuursrechtelijke voorprocedures V
H10.1, 10.3, Rechtsbescherming tegen de overheid: de rechter
10.4, 10.7, 10.8
en 10.13
Verplichte arresten:
- ABRvS 1 oktober 2008, ECLI:NL:RVS:2008:BF3911, AB 2008/348, m.nt. F.C.M.A.
Michiels (Stichting Openbare Ruimte) (bijeenkomst 8.2 LCV);
- ABRvS 21 november 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3822, JB 2019/5, m.nt. J.H.
Keinemans (Evenementenkalender) (bijeenkomst 10.2 LCV);
- ABRvS 11 januari 2000, ECLI:NL:RVS:2000:AA4609, JB 2000/63, m.nt. Pieke van
den Brekel (Advisering) (bijeenkomst 10.2 LCV);
- ABRvS 9 mei 1996, ECLI:NL:RVS:1996:ZF2153, JB 1996/158 (Praxis en Maxis)
(bijeenkomst 10.2 LCV);
- ABRvS 29-05-2019, ECLI:NL:RVS:2019:1694, m.nt. L.J.A. Damen, AB 2019/302
(Amsterdamse dakopbouw) (bijeenkomst 11.1 LCV);
- ABRvS 30-06-2004, ECLI:NL:RVS:2004:AP4683, met annotatie van C.L.G.F.H.
A., JB2004/293 (Illegale dakkapel Haarlem) (bijeenkomst 12.1 LCV).
,Hoofdstuk 1. Introductie en overzicht
- Besturen → is het ordenen, reguleren en sturen van activiteiten, dan wel het
(financieel) beïnvloeden van rechtsposities van burgers. Ook handhaaft het bestuur
regels. Het bestuur bestuurt in het algemeen belang.
Het openbaar bestuur is dat deel van de overheid dat zich bezighoudt met ‘besturen’.
Het openbaar bestuur is actief op verschillende overheidsniveaus:
Rijk (ministers en de Koning), worden door het parlement (1e en 2e Kamer)
gecontroleerd.
Gemeente & provincie (decentraal niveau).
Waterschap
Het openbaar bestuur behartigt het algemeen belang. Het openbaar bestuur heeft een
dienende functie: het is in het leven geroepen door en voor ons allemaal. Het moet daarom
zorgvuldig en zonder partijdigheid zijn besluit nemen en handelingen verrichten.
, Hoofdstuk 2 Grondslagen en karakteristieken van het bestuursrecht
- Rechtsverhoudingen → door het recht genormeerde relaties tussen subjecten –
waarbinnen (het tot stand brengen van) bestuursrechtelijke rechtsgevolgen centraal
staan.
Een bestuursrechtelijke rechtsverhouding veronderstelt drie bouwstenen:
Een bestuursorgaan;
Een bestuursbevoegdheid → ‘bevoegdheidsuitoefening’ → besluit;
Een of meer belanghebbenden
- Bestuursorganen → zijn belast met de behartiging van publieke belangen.
De behartiging van publieke belangen door een bestuursorgaan geschiedt in de regel op
basis van door de wetgever toegekende bestuursbevoegdheden. Een enkele keer wordt
gehandeld op basis van een ongeschreven ‘publieke taak’.
Vele (maar niet alle) alle bestuursorganen zijn verenigd in ‘openbare lichamen’. Een zodanig
openbaar lichaam kan men zien als een door het recht geregeld verband waarbinnen
bevoegde bestuursorganen (samenhangende) taken verrichten en bestuursbevoegdheden
uitoefenen.
- Openbaar lichaam → een rechtspersoon waaraan krachtens de Grondwet
verordenende bevoegdheid toekomt. Dit is de bevoegdheid tot het geven van
algemeen verbindende voorschriften. Openbare lichamen zijn dus een bepaald soort
rechtspersonen ingesteld krachtens publiekrecht (r.i.k.p.).
De Staat (Rijk) (= algemene bestuurstaak)
De provincies en gemeenten (art. 123 lid 1 Gw) (= algemene bestuurstaak)
Waterschappen (art. 133 lid 1 Gw) (= functionele bestuurstaak, beogen een
doel)
Een rechtspersoon is ingesteld krachtens publiekrecht als aan de oprichting van deze
persoon geen privaatrechtelijke oprichtingshandelingen ten grondslag liggen (vereist
is een wettelijke grondslag).
Het BW kent op grond van art. 2:1 lid 1 BW rechtspersoonlijkheid toe aan de Staat,
provincies, gemeenten, waterschappen, alsmede alle lichamen waaraan krachtens de
Grondwet verordende bevoegdheid is verleend. Ook kent het Burgerlijk Wetboek
rechtspersoonlijkheid toe aan andere lichamen, waaraan een deel van de overheidstaak is
opgedragen. Die rechtspersoonlijkheid moet wel volgen uit het bij of krachtens de wet
bepaalde (art. 2:1 lid 2 Awb). In dit geval is sprake van een rechtspersoon ‘sui generis’.
Openbare lichamen en andere rechtspersonen oefenen geen bestuursbevoegdheden uit.
Een omgevingsvergunning om te bouwen wordt bijvoorbeeld verleend door het college van
burgermeester en wethouders. Niet de rechtspersoon ‘gemeente’, maar het bevoegde
orgaan (het college) neemt daartoe het besluit.
2.2 De algemene wet bestuursrecht a en b-organen
Onder bestuursorgaan wordt verstaan (art. 1:1 lid 1 Awb):
a. (a-organen): Een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is
ingesteld, of
Het gaat hier om elk orgaan dat kan worden aangemerkt als een orgaan van een
rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld (art. 2:1 BW). Verreweg de meeste
bestuursorganen zijn a-organen. Zoals bijvoorbeeld, organen van de Staat, gemeenten,
provincies en waterschappen. Ook zijn er op het centrale overheidsniveau diverse andere
rechtspersonen die krachtens publiekrecht zijn ingesteld op grond van een bijzondere wet.
1. Een orgaan;
2. Van een rechtspersoon;
3. Die krachtens publiekrecht is ingesteld.