HC 1: Wetenschapsfilosofie
Veel wetenschap is sloppy science
- Publicatiebias (veel mislukte experimenten, wordt niet over gepubliceerd)
- Gebrek aan herhaling van onderzoek (en dus geen controle)
- Statistische incompetentie en desinteresse
- Geen of nauwelijks van wetenschapsethiek: onderzoekers weten niet hoe ze zich
moeten gedragen
Common sense beeld van de wetenschap:
- Wetenschappers zijn opzoek naar de waarheid
- Wetenschappelijke kennis is objectief
- In wetenschap spelen externe invloeden geen rol: alles draait om empirisch bewijs
- Er is een unieke wetenschappelijke methode waarvoor de natuurkunde model staat
.. wordt bedreigd door sloppy science
Is wetenschappelijke kennis objectief?
- Claim: wetenschappelijke kennis is objectief (heldere begripvorming)
o Afwezigheid van vaagheid en meerduidigheid
o Er moet helderheid en eenduidigheid zijn (wetenschappelijke taal)
o Begrippen moeten operationeel zijn: gespecificeerd en meetbaar (vrij van
persoonlijke opvattingen/cultureel bepaalde waarden)
Voorbeeld “intelligentie”
Vroeger: intelligentie staat gelijk aan de maat van iemands schedel
• Europese mensen zijn intelligenter
• Mannen intelligenter dan vrouwen
Nu: intelligentie is de uitslag van een IQ test
Het bestaan van sloppy science geeft aanleiding om kritisch te kijken naar wetenschappelijk
onderzoek. Eerste gedachte: sloppy science uitbannen en ervoor zorgen dat het common
sense beeld weer werkelijkheid wordt. Als dat lukt, betekent dit dan dat wetenschap toch
objectief is?
Het is problematisch. Kritiek gaat verder dan sloppy science.
Jeroen Geurts: blijkbaar kan objectiviteit ook problematisch zijn, als er geen sprake is van
sloppy science.
- Wetenschap is meer dan een mening, wetenschappers moeten bewijs aanvoeren en
verantwoorden. Ze gaan in debat met andere wetenschappers die een controlerende
functie hebben.
- Als wetenschap feilbaar is, wanneer kan je dan spreken over betrouwbare
resultaten? Ondanks dat mensen kunnen falen moet je toch proberen betrouwbare
resultaten te behalen, wetenschappers proberen hiernaar te streven. Ze
onderbouwen dit, leggen het voor aan collega’s, toetsen het, je kan dan aannemen
dat het waarschijnlijk wel zo is.
,Er is een unieke wetenschappelijke methode waar natuurkunde model voor staat:
wetenschappers hebben vaak zelf geen idee wat wetenschappelijk bewijs nou precies is. Dit
zegt namelijk niet zoveel. Mensen gaan ervan uit dat het er is.
Natuurkunde als model voor sociale wetenschappen
- In 16e eeuw begonnen: succesvolle natuurwetenschappers
- Sinds 19e eeuw: maatschappij onderwerp van onderzoek → dit doen net zoals
natuurkundigen
- Dit levert allerlei vragen op. In de natuurwerkelijkheid werden natuurwetten
ontdekt. In de natuur kun je zaken benaderen als oorzaak-gevolg, causale relatie. In
de sociale werkelijkheid ook zulke wetten opzetten?
Natuurkunde werkt met elementaire eenheden. Natuurkunde werkt van complex
naar eenvoudig. Sociale wetenschappen ook dit model volgen? Kunnen we in sociale
wetenschap de maatschappij reduceren tot individuen?
In natuurwetenschappen staat onderzoeker tegenover het onderzochte. Subject
staat tegenover object. Kan dit ook in sociale wetenschappen? Staat onderzoeker
helemaal los van het object of maakt hij er zelf ook deel van uit?
Staat subject (onderzoeker) in SW tegenover het object van onderzoek?
Het insider/outsider probleem in de godsdienst antropologie.
Stelling 1: een goede godsdienstwetenschapper moet, wil hij diepste lagen van religieuze
beleving in kaart kunnen brengen, zelf een aanhanger van een religieuze traditie zijn.
→ insider
Stelling 2: het spreekt vanzelf dat het de onderzoeker op dit terrein niet verboden is een al
niet religieuze wereldbeschouwing te hebben, maar deze is even irrelevant voor zijn
onderzoek als zijn culinaire voorkeur voor spruitjes of Brussels lof. (politici stemmen ook op
een politieke partij, maar zodra ze zelf actief moeten zijn laten zij hun voorkeur ook niet
horen)
→ outsider
bezwaren tegen insider -outsider
Tegen insiders:
- Gekleurde beschrijvingen
- Apologetische (beschermend, verdedigend) beschrijvingen
Tegen outsiders
- Teveel nadruk op verklarende theorieën
- Onterechte reductie van binnen perspectief
Bekendste oplossingen:
- Neutral stance (bv. methodologisch agnosticisme)
- Reflexive stance (kritisch ten aanzien van eigen uitgangspunt)
- Schutz: the perspective of the stranger → vreemdeling is een heel mooi beeld om te
bewegen tussen insider/outsider posities. Voorbeeld: als je in een onbekende stad
komt, hoe kun je dan verder gaan. Insider weet zijn weg te vinden, maar outsider
weet dit niet. Die moet een kaart gaan bekijken, die geeft objectief alle wegen weer
om ergens te komen. De vreemdeling heeft geen insider/outsider perspectief. De
vreemdeling heeft iets van beide posities: een overzichtelijke kaart, met bepaalde
, lijntjes die eruit springen die hem kunnen brengen naar wij hij wil komen. (stel je
hebt een metro kaart, er zijn bepaalde metrolijnen die je naar je bestemming kunnen
brengen, die volg je dan).
Dus
- Sloppy science gevaar voor betrouwbare wetenschap
- Maakt het noodzakelijk om over wetenschap na te denken
- Dan blijkt: common sense beeld is sowieso problematisch
- Wetenschappelijk onderzoek is mensenwerk dus feilbaar
- Welke specifieke problemen spelen nu als we ons op sociale wetenschap focussen als
we resultaten willen boeken die zo betrouwbaar mogelijk zijn?
3 problemen/thema’s
1. Naturalisme: het probleem van begrijpen en verklaren in de sociale wetenschappen
(In de natuurwerkelijkheid werden natuurwetten ontdekt. In de natuur kun je zaken
benaderen als oorzaak-gevolg, causale relatie. In de sociale werkelijkheid ook zulke
wetten opzetten?)
2. Reductionisme: het probleem van de verhouding tussen holisme en individualisme in
de sociale wetenschappen (Natuurkunde werkt met elementaire eenheden.
Natuurkunde werkt van complex naar eenvoudig. Sociale wetenschappen ook dit
model volgen? Kunnen we in sociale wetenschap de maatschappij reduceren tot
individuen?)
3. Normativiteit: de vraag naar normen, waarden en regels in de sociale
wetenschappen (In natuurwetenschappen staat onderzoeker tegenover het
onderzochte. Subject staat tegenover object. Kan dit ook in sociale wetenschappen?
Staat onderzoeker helemaal los van het object of maakt hij er zelf ook deel van uit?)
Naturalisme = sociale werkelijkheid benaderen zoals de natuur.
Reductionisme = het niveau van analyses, individuen of grotere eenheden
Normativiteit = kunnen we objectief zijn, of zijn er bepaalde normen en waarden
Zie volgende sheet.
Robert D. Putnam
Punten van kritiek:
- verhouding uit balans tussen persoonlijke leefwereld en politieke en economische
krachten?
- tendentieuze stijl en woordkeus?
- te eenzijdig perspectief?
Naturalisme: probeert dit onderzoek te verklaren of voornamelijk te begrijpen.
Reductionisme: kunnen structurele factorel zoals politieke en economische krachten en
juridische systemen herleid worden tot de handelingen en gedrag van individuen?
Normativiteit: in hoeverre is Putnams persoonlijke opvatting verantwoordelijk voor zijn
onderzoeksresultaten
, Het centrale schema: zie sheet
Naturalisme: explanation en understanding
Reductionisme: holisme en individualisme (bovenste rij reduceren tot onderste rij?)
Normativiteit: is het iets wat je objectief kan waarnemen, geld voor alles in het schema
4 kwadranten nader bekeken:
1. Systems → Marx: de structuur vd maatschappij is doorslaggevend voor hoe men zich
gedraagt (wetten) dus: het systeem bepaald handelen van individuen.
2. Agents → Mill: mensen tonen wetmatig gedrag, maar kan je vaststellen op
individueel niveau. Individuen volgen bepaalde wetten. (Rationele keuze theorie:
mensen zijn wezens die lijst van voorkeuren hebben, gebaseerd daarop maak je
keuzes. Deze voorkeuren zijn wetmatig.) Er zijn wetten op individueel niveau, het
handelen van individuen resulteert in een systeem.
3. Practices → Wittgenstein: bepaalde wetenschappen volgen bepaalde regels. Sociale
werkelijkheid bepaald door regels van het spel (interne relaties). Praktijk volgt
bepaalde regels, begrijp bepaalde verschijnselen als practices. In een practice zijn
bepaalde regels die rol spelen, spel heeft overhand op spelers. Game gaat voor op
de player, sociale rol is bepalend (bv rector en leerling).
4. Actors → Players construct the game of social life. Spelers zijn belangrijkste rol ipv
game, je begrijpt pas wat eraan de hand is als je de individuen echt begrijpt. Acteur
trekt rol naar zich toe. Begrip van sociale instituties door te kijken hoe die gevormd
worden door betekenisvolle handelingen van individuen. Begrijpen op het niveau
van individu.
HC 2: Wetenschapsfilosofie
Het centrale schema: explanation
Empirisch analytische methode
- Wetenschappelijk onderzoek is gebaseerd op systematische waarneming (empirisch)
- Ontleedbaar in logische, elementaire uitspraken (analytisch)
- Resultaat: hypothese over empirische regelmatigheden (wet)
Toepassing: kwantitatief onderzoek in sociale wetenschappen, gemodelleerd naar de
natuurwetenschappen
Uitgangspunt van deze methode: positivisme
- Vrij van waarden
- Derdepersoons perspectief
- Gericht op objectieve kennis
- Gebruik van statistische analyses
- Voorbeeld: enquête
→ wat gebeurt hier precies en waarom doet met het zo?
→ welke overwegingen hebben geleid tot deze methode?
→ wat zijn de filosofische achtergronden?