Alles wat je in de samenleving tegenkomt is sociologie.
Systematisch onderzoek naar de samenleving, kijkend naar menselijke patronen van denken,
voelen en handelen.
Voor en nadelen aan sociologie
- Debunking: niet alles wat we denken is altijd waar, wat is er waar?
- Empowering: laat een nadeel over een sociale groep zien, BLM, METO, door deze
bewegingen wordt de samenleving empowered, erkenning gegeven door de
aandacht.
- Sociologen zijn mensen - lastig om afstand te doen van wat je onderzoek, want je
bent er toch onderdeel van
De 6 criteria van Schuyt: is iets een sociologisch probleem?
1. Probleem treft veel mensen
2. Mensen moeten daadwerkelijk het probleem ervaren
3. Cumulatie van problemen, een probleem leidt tot andere problemen
4. Niet tijdelijk, speelt een langere tijd
5. Sociale oorzaken, het probleem ontstaat doordat de mensen het samen veroorzaken
6. Geldende waarden in gedrang, afwijzing van de samenleving
Alle 6 ‘ja’ antwoord = sociaal probleem
Sociologische verbeelding: kritisch kijken om ons heen in onze omgeving maar ook verder
dan dat.
Bauman: Sociologie is meer dan borrelpraat
1. Responsible speech: regels van een goede argumentatie
2. Size of the field: verder kijken dan je neus lang is, buiten je eigen wereld
3. Making sense: verklaren en interpreteren van menselijk gedrag
4. Defamiliarize: bekende zaken ter discussie te stellen;
zoals 3 kussen geven in Nederland, is dat wel normaal?
,P-T-O (de empirische cyclus)
P = probleem → waarom is iets zo?
T = theorie → misschien omdat…?
O = onderzoek → klopt de theorie?
(P) Probleem regels:
- WAT of WAAROM vragen stellen
- Gestructureerde vragen stellen
NIET: Waarom verdiennen mannen meer?
WEL: Waarom verdienen mannen meer dan vrouwen?
- Precieze en ondubbelzinnige vragen stellen
NIET: hoe zit het met geld van mannen en vrouwen?
WEL: in welke mate verdienen mannen meer dan vrouwen?
- Terechte en ware vragen stellen → eerst kijken of iets echt waar is
- In juiste volgorde vragen stellen
Specifieke volgorde:
1. Beschrijvingsvraag → wat is het geval?
2. Trend- of vergelijkingsvraag → wat is het geval in vergelijking met?
3. Verklaringsvraag → waarom is dat het geval?
4. Toetsingsvraag → is het daarom het geval?
5. Toepassingsvraag → leidt dit beleid tot de uitkomst?
(T) Theorie regels:
Voorlopig antwoord op WAAROM vraag
1. Wetmatigheid (W) of propositie ➔ Algemene hypothese of verklaring die vaker is
bevestigd
2. Conditie (C) ➔ aanname in specifieke setting
Verschil met psychologie: sociologie kijkt buiten de psyche meer naar het geheel van de
maatschappij en hoe mensen handelen. Psychologie is meer individueel.
Empirische cyclus: je ziet een probleem > je gaat denken hoe dat komt > gaat je verklaring
na > klopt T? Volstaat deels, andere verklaringen nog zoeken.
Hoofdvragen:
- Ongelijkheidsprobleem (Karl Marx)
In welke mate zijn schaarse hulpbronnen verdeeld?
- Cohesieprobleem (Emile Durkheim)
, In welke mate leven mensen in vrede samen?
- Rationalisering in cultuur (Max Weber)
In welke mate is een samenleving beter & efficiënter geworden?
Paradigma: een nieuw wereldbeeld waarvan we meer kunnen leren, verschillende beelden
op de werkelijkheid. Meerdere theorieën in de sociale wetenschappen dus meerdere
paradigma. Dit is bij natuurwetenschap minder het geval.
Goede wetenschappelijke vraag: het is een waarom vraag;
Eerst moet je een beschrijving geven dus wat vragen voordat je de waarom vragen mag
stellen.
(verklaring bedenken).=de wat, waarom, hoe en verklarende vragen.
Conceptueel model: grafische manier weergeven of aflezen/maken om iets te begrijpen.
Verklaring Schema: talige variant om een theorie te begrijpen.
Wetmatigheid: iets wat je vaak tegenkomt, bekend is dus bijvoorbeeld hoe slimmer je bent
hoe meer je verdient. > onder welke voorwaarde geldt dit? In welke conditie? Vrouwen
verdienen nog steeds minder dan mannen.
Inductie: op grond van een aantal waarnemingen tot een generaliserende mening komen.
Bottom up logica> je redeneert van iets bijzonders naar iets algemeens.
Deductie: een theorie testen door al de wetenschappelijke informatie te controleren en te
kijken of de theorie waar is. Je wilt dus wat voorspellen of verklaren en hierover zoek je
informatie. Je toetst een theorie (top down logica).
Deductief model:
- Checkt op fouten
- Nieuwe voorspellingen zijn af te leiden
- Preciezer toetsen
- Theorie is makkelijk uit te breiden
Hoorcollege 3: Geschiedenis sociologisch denken
Vrede
Thomas Hobbes ‘hoe is het mogelijk dat mensen vreedzaam samenleven?’
Als geweld meer oplevert ➩ wordt er meer geweld gebruikt.
⤷ als er is: Grotere schaarste
Meer gelijkheid in kracht
Vrede ontstaat alleen als iemand orde afdwingt ➩ de staat
John Locke
Staat bant niet alle geweld uit ➩ onderdrukking & opstanden
Vrede alleen bij een scheiding der machten = democratie
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper anoukschouten. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.