Les 1: Cultuur & erkenning
Morele vragen gaan over goed en kwaad, de manier waarop mensen zouden moeten leven.
Morele opvattingen zijn een antwoord op de vraag hoe men zich als mens goed en
verantwoordelijk kan gedragen. De Belgische filosoof Verplaetse doet onderzoek naar de
verschillende achtergronden van morele keuzes. Hij onderscheidt vier intuïtieve moralen:
De hechtingsmoraal regelt hoe we omgaan met de mensen met wie we verbonden
zijn. In deze moraal gaat het om hechting en empathie. De hechtingsmoraal in
beperkt. Mensen zijn eerder geneigd om hun vrienden en familie te helpen, dan om
iets te doen voor een vreemde.
De geweldmoraal is een moreel systeem dat regelt hoe we met bedreigende situaties
omgaan.
De reinigingsmoraal regelt dat mensen reinheid koppelen aan het goede en
besmetting aan het kwaad.
De samenwerkingsmoraal speelt een rol in de manier waarop mensen met elkaar
samenwerken en omgaan met mensen die de samenwerking bedreigen.
Morele kwesties spelen op verschillende niveaus:
Microniveau: de manier waarop je van mens tot mens met elkaar zou moeten
omgaan.
Mesoniveau: opvattingen over de missie van een instelling en de manier waarop ze
daaraan wil werken.
Macroniveau: de manier waarop de samenleving moet worden ingericht, politieke
keuzes.
Moraal = geheel van waarden en normen, die in een bepaalde groep of gemeenschap
gangbaar zijn. Idee over wat het goede is.
Waarden = op zichzelf staande nastrevenswaardige zaken.
Normen = regels of richtlijnen die aangeven wat we in een bepaalde situatie wel of
niet behoren te doen. Met normen proberen we belangrijke waarden te realiseren.
- Morele normen
Een richtlijn die aangeeft hoe iemand zou moeten handelen, of een maatstaaf die
gebruikt kan worden om het gedrag te beoordelen.
- Fatsoensnormen
Ongeschreven regels, goede manieren die vastleggen wat wel en niet hoort.
- Juridische normen
Deugd = een min of meer vaste, goede eigenschap van een persoon, die ertoe leidt dat hij
moreel juist handelt.
Als mensen niet meer instinctief en op een redelijke manier het verschil tussen goed en
kwaad kunnen beargumenteren, bevind je je in ethiek.
Descriptieve ethiek
Beschrijvende ethiek beschrijft de moraal in een gemeenschap. Het gaat over feiten: hoe
gedragen mensen zich in morele kwesties en welke argumenten gebruiken ze hierbij.
, Prescriptieve of normatieve ethiek
Voorschrijvende ethiek gaat over hoe mensen zich zouden moeten gedragen. Het gaat niet
meer over feiten, maar over waarden.
Het is ook mogelijk om voor bepaalde beroepsgroepen specifieke morele regels voor te
schrijven: beroepsethiek. Beroepsethiek kan descriptief zijn en prescriptief. De beroepscode
is een voorbeeld van prescriptieve ethiek. Hierin staat hoe de werknemers zich zouden
moeten gedragen.
Meta-ethiek
Bij meta-ethiek gaat het over morele vraagstukken van een hoger abstractieniveau. De
vragen waar meta-ethiek zich o.a. mee bezig houdt zijn:
1. Zijn waarden universeel of cultuurgebonden?
Cultureel Beschrijvend In elke cultuur gelden andere waarden en normen (feit)
relativisme Normatief Morele kwesties behoren beoordeeld te worden op
basis van de waarden die in die cultuur gelden (norm)
Universalisme Bijschrijvend Overal gelden dezelfde waarden (feit)
Normatief Bepaalde centrale waarden moet overal worden
aanvaard (norm)
2. Zijn mensen vrij en dus verantwoordelijk voor hun daden? Hoe vrij moet een staat
zijn burgers laten?
Wilsvrijheid = vrijheid van het individu om zijn eigen wil te bepalen
Maatschappelijke vrijheid = vrijheid van een individu binnen de samenleving
3. Zijn mensen gelijk?
Natuurlijke gelijkheid = mensen zijn van nature gelijk
Economische-culturele gelijkheid = mensen zijn gelijk wat betreft inkomen en
maatschappelijke mogelijkheden
Rechtsgelijkheid = mensen zijn gelijk voor de wet
4. Hoe ziet een rechtvaardige samenleving eruit?
Beschrijvend universalisme = het is een feit dat overal dezelfde waarden gelden.
Normatief universalisme = het moet de norm zijn dat dezelfde regels over de hele wereld
gelden. Ook al behoor je niet tot de cultuur en weet je er weinig vanaf, dan mag je toch daar
iets van vinden.
Cultureel relativisme = relativeren van de eigen cultuur. Je mag alleen iets over een cultuur
zeggen als het een onderdeel is van je eigen cultuur. Je weet te weinig van een cultuur aan
de andere kant van de wereld. Dat jij iets niet belangrijk vindt wil niet zeggen dat je het de
ander mag gaan verbieden.
Kritiekpunten cultureel relativisme:
Leidt tot morele verlamming of apathie.
Maakt hervorming in principe verwerpelijk.
Hun tolerantie maakt het een universele waarde, maar ze zeggen dat ze die niet
willen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jasmijnvanveen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.