Psychologie samenvatting:
- Zintuigen zijn de filters hoe wij als mens de wereld ervaren sensorische psychologie
hoe komt info in de hersenen binnen
Sensatie Gestimuleerde receptoren(ogen/oren) een
patroon van neutrale impulsen creëren.
= gewaarworden van een stimulus
zien,horen,ruiken,voelen,proeven
(hersenen ontvangen stimuli nooit rechtstreeks)
Perceptie of waarneming = betekenisgeving
- Is dus een interpretatie van de sensatie
Proces beinvloed door:
Ervaringen,stemming,omgeving,herninneringen,
waarden, overuitingen,adaptatie,meta
prgramma’s en het moment
3 kenmerken die alle zintuigen met elkaar gemeen hebben:
1. Transductie fysische energie word omgezet in neutrale impulsen
2. Sensorische adaptatie zintuigen word steeds minder gevoelig naarmate een stimulus
langer aanhoudt (koud water,zwemmen,gewenning)
3. Absolute drempelwaarde minimale hoeveelheid fysische energie die nodig is om tot een
sensorische ervaring te komen
- Deze drempel verschilt per persoon door geestelijke alertheid en lichamelijke conditie
Psychofysica: experimenteren waarbij drempelwaarden van verschillende typen prikkeling werden
vastgesteld
,Verschildrempel: wat is de kleinste verandering die je moet doorvoeren om ervoor te zorgen dat je
huisgenoot je goede bedoelinge opmerkt. (je wilt tv zo hard laten staan, huisgenoot leert en vraagt of
het zachter mag) wordt: juist waarneembare verschil genoemd.
Wet van weber: de grootte van het jwv hangt samen met de intensiteit van de stimulus
Signaaldetectietheorie: inzicht in absolute- verschildrempels en geld zowel voor biologische als
elektronische sensoren
- Sensatie(gewaarworden) is afhankelijk vd stimilus/achtergrondstimuli/detector
- Door deze theorie: begrijpen we waarom drempelwaarden per persoon verschillen
Relatie tussen perceptie en sensatie:
- Perceptie geeft betekenis aan sensatie. Door perceptie ontstaat een interpretatie van de
externe wereld, geen letterlijke kopie.
Gewaarwording tot een betekenis-zinvolle perectie door 2 visuele banen: wat/waar route
Wat route:
- 2 takken occipitaalkwab / temporale kwab haalt info op over kleur,vorm van een
voorwerp en welke context het bevindt
- Ene tak is voor objecten naar boven halen / andere tak voor identificeren omgeving
Waar route:
- Vanuit occipitaal kwab op de parietaalkwab locatie van een voorwerp vaststellen t.o.v.
ons lichaam. (is het voorwerp voor ons kunnen we ertegen aan lopen)
Tast-gehoorzin hebben ook wat-en waar routes.
Blindzicht: schade aan de wat route waardoor men zich niet meer visueel bewust is van voorwerpen
om zich heen
Kenmerkdectoren:
Wat en waarroute verder in hersenen gespeci cellen in visuele routes specifieke
stimuluskenmerken : lengte,lichtinval,kleur,contouren,locatie en beweging van object eruit halen.
Is nog niet bekend hoe de hersenen de kenmerken die deze cellen hebben opgemerkt, met elkaar
verbinden tot een enkel percept van bijv een gezicht = binding problem
Bottum-up- en top-downverwerking
1. Top down doelen,vroege ervaringen, kennis, verwachtingen, herinneringen, motivaties of
culturele achtergrond een rol bij perceptie van objecten of ervaringen
2. Bottum up kenmerken vd stimulus sterke invloed op onze waarnemingen. = afhankelijk
van kenmerkdetectoren vd hersenen om stimuluskenmerken op te merken.
Kenmerkdectoren: geven antwoord opvragen als: beweegt het? wat heeft het voor kleur? Is
het warm? Ruikt het lekker? hete peper in wokmaaltijd, bewegende via in aquarium
Stimulus gedreven verwerking: sensorische gegevens via receptoren naar hersenen omhoog naar
cortex elementaire analyse om kenmerken vd stimulus te bepalen = bottum up
, Top down werkt andersom percept wordt bepaalt door cortex. Dit soort denken is afhankelijk van
concepten (kennis)in de geest vd waarnemer = conceptuele of kennisgedreven verwerking
Perceptuele constanties vermogen om een voorwerp uit verschillende hoeken en vanaf
verschillende afstanden ongewijzigd waar te nemen
vb: kleurconstantie van een bloem , constantie van grootte : persoon op afstand gelijk waar te
nemen , vormconstantie: deur rechthoekig waarnemen
doel perceptie = accurate greep op wereld krijgen fam vrienden herkennen en vijanden te
scheiden, mogelijkheden van gevaren.
Perceptuele problemen: door onduidelijke stimuli en interpretatie is inaccuraat
Illusie: voor de gek houden
- Hersenen door stimuluspatroon te interpreren op
een manier die aantoonbaar fout is
Ambique figuren: 2e type illusie , misgaat op het niveau van
perceptie (foto)
- Stimuluspatroon die op 2 of meer verschillende
manieren kan worden geinterpreteerd
Gestallttheorie: nadruk op aangeboren factoren die ons helpen stimulatie tot betekenisvolle
patronen te organiseren
- Bijznonder: processen beschreven waarmee we de figuur vd achtergrond kunnen
onderscheiden, contouren kunnen onderscheiden en het mechanisme van sluiting
Wetten van perceptuele ordening: psycholoog Wertheimer
Wet Uitleg
Gelijkenis Mensen voegen dingen samen die op elkaar