Verstandelijke beperkingen: fc uitvoeren van zorg
DSM 4 TR werd van verstandelijke beperking
gesproken als: A= iq lager dan 70, B=gelijktijdig
aanwezige tekorten met beperkingen van huidige
aanpassingsgedrag op ten minsten 1 van de : commu,
zelfverzorging, wonen, sociaal/relationeel
vaardigheden, C= begin voor 18e jaar
Dsm 5: werkt niet meer met IQ- niveaus, er is sprake
van verst bep:
- Te kort intellectuele functies, deficienties in
adaptief funct dat betrokenne niet voldoen aan
ontw en soc-culturele standaarden van pers onafhankelijkheid/sociaal, deficienties in verst
functies/aanpassingsvermogen
Zwakbegaafdheid v-code = voor andere prob die reden
in de zorg kunnen zijn
Gedragsproblemen = moeilijk verstaanbaar gedrag , bijv.
automutilatie, agressie fysiek/verbaal
Oorzaak moeilijk gedrag = overvraging stellen van hoge
eisen op cogn/emotioneel en of sociaal gebied, iemand
ontwniv is lager dan gedacht word
Psych aandoeningen met verst beperkingen
- ASS 4-6% heeft ook verst bep, vrouwen met verst bep word diagnose vaak gemist
(compensatie soc aangeleerd gedrag) charge, cornelia lange syndr, prader-willy
- Psychotisch ontw is groot in combi met vb, syndroom klienerfeld, stofw ziekten, ses
- Stemmingsstoornis bipolaire stoornis weinig, vooral depressie
- Angst komen allemaal vaak voor met vb, ptss word vaak gemist
- Som-symptoom weinig over bekent, alle clienten hebben meerdere som klachten zonder
te weten
- ADHD weinig bekent , veel sympt lijken vaak voor te komen met mensen vb betekent
niet dat ze adhd hebben
- Verslaving risicio op is groter dan bij normale mensen, meer beinvloedbaar, meer psych
problemen daardoor gebruiken
- Pers stoornis klin beeld door vb , of stoornis lastig, vb zijn niet imuun voor ontw pers
stoornis, diagnose heeft duidelijk klin relevantie
Automutilatie iemand doet zichzelf pijn door frustratie, onduidelijkheid,verveling, pijn
Analyseren onbegrepen gedrag= 1.herkenning, 2.leren voorgeschiedenis, 3.analyse factoren die
verband hebben met gedrag,4. hypothesevorming en toetsing
Fasen Timmers-huigens lichaamsgebonden deel, associatief, structureel, vormgevend
- 4 vragen: lichaam veilig? Omgeving betrouwbaar? Ken ik samenhang? Mag ik mijzelf zijn?
Communicatie taalbegrip, comvoor test, B2 vragenlijst, gedragsanalyse
, Sociaal-emo ontw veel clienten hebben een dyshormonisch profiel= verschillende aspecten van
persoon niet in evenwicht met elkaar zijn emotioneel kwetsbaar, draagkracht is essentieel
Fasen omgaan met: omgeving, lichaam ,angsten, leeftijdsgenoten, affectie, volwassen, zelfbeleving,
materiaal (gemiddelde ontw uitgangspunt)
SEO-R diagnostisch instrument in gehandicapten zorg om soci-emo ontw te testen. Aan de hand
van kleuren op welk niveau iemand functioneert.
Sensorische info verwerking : Zintuigen: smaak, reuk, geur, tast, evnewicht, proprioceptie = sens
verwerking verst bep stoornis in verwerking zintuigen onder-vervraaging, anders reageren,
gevolg= onbegrepen gedrag
FC ICF
ICF ontstaan in 2001, WHO ontw, onderdeel van ICD/ICHI lijkt op 3N, maar dan veel breder
belangrijk om te classificeren
- Eisen: 1 indelingsprincipe, niveau helder, categorieën helder/uitsluiten, classificatie moet
zinnige info opleveren
- Doel wet grondslag, gemeenschap taal
scheppen, vergelijkbaar maken van gegevens in
tijd, voorzine in syst codestelsel voor infosys in
zorg
- Icf = taal met termen mens func
(functies/anatomische eigenschappen)word
beschreven, ordenen gegevens (extern/pers),
structuur
Functies zijn fysiologische en mentale eigenschappen van het menselijk organisme
Anatomische eigenschappen betreffende de positie, aanwezigheid, vorm en continuïteit van
onderdelen van het menselijk lichaam.
Stoornissen zijn afwijkingen in of verlies van functies of anatomische eigenschappen.
Activiteiten zijn onderdelen van iemands handelen
Participatie is iemands deelname aan het
maatschappelijk leven
Beperkingen zijn de moeilijkheden die iemand
heeft met het uitvoeren van activiteiten
Participatieproblemen zijn de problemen die
iemand heeft met het deelnemen aan het
maatschappelijk leven
Activiteiten & Participatie worden getypeerd
naar:Uitvoering – wat iemand in zijn/haar bestaande omgeving doet en Vermogen – of iemand een
taak of een handeling kan uitvoeren
- Externe fact fys/soc omgeving, kunnen posi/nega invoed hebben
- Pers fact individuele achtergrond bijv. leeftijd, geslacht,opleiding,conditie,opvoeding
Model AAIDD (American Association of Intellectual and Developmental Disabilities ioneren
centraal, niet de beperking. Het functioneren wordt bepaald door het spanningsveld tussen de