Fraijlemaborg 133, 1102 CV Amsterdam Zuid-Oost
Postbus 22575, 1100 DB Amsterdam Zuid-Oost
TENTAMEN COMMERCIËLE ECONOMIE 1
CE1VPAVF01-1 (H 1)
Verhage: Grondslagen van de marketing
Hoofdstukken 1 (§ 1.1, 1.4, 1.6,1.7); 2 (§ 2.1, 2.3, 2.4, 2.5.5, 2.6);
3; 4 (§ 4.3, 4.4, 4.5); 5 (§ 5.1, 5.2) en 6
AC-REST, BE-REST, BIM-REST, BKM-RESTCE-REST, CO-REST, FRE-REST,
FSM-REST, LE-REST, SPM-REST
16 januari 2013 (14.30 – 16.30 uur)
OPGAVENKATERN
AANWIJZINGEN
-
- Het tentamen bestaat een opgavenkatern van 9 pagina’s en een los antwoordenkatern van 6 pagina’s
Controleer of dit het geval is. Zo niet, meld dit aan de surveillant.
- Het tentamen bestaat uit: deel I - 25 meerkeuzevragen (2 punten per vraag; totaal 50 punten) en
deel II - 5 open vragen (totaal 50 punten).
- Vul op het antwoordenkatern de gevraagde gegevens in.
- Beantwoord de vragen met pen (geen potlood). Beantwoord de open vragen binnen de gegeven kaders.
- Het gebruik van een HvA -rekenmachine is toegestaan.
- Lever alles in (opgavenkatern en antwoordenkatern)!
Succes
Docenten:
J. Abid (ABIDJ) R.F.C. van Hest (HESRF) P. Schoemaker (SCHOP)
L.J. Doornbos (DOORL) R. Kemp (KEMPR) B.J.M. Spaan (SPABJ)
J.H. Eggers (EGGEJ) E. Meij (MEEXX) E.P.A. van Thillart (THIEP)
L.E.G. van Geffen-Wenink R.J.C. van Oostwaard (OOSRC) M.H.L.G. Veltmans (VELMH)
(WENLE) A. Pauzenga (PAUZA) J.G. Vosmer (VOSJG)
P. Gispen (GISPP) F.G. Post (POSFG) A.P. Walter (WALAA)
M.L.M. van Hees (HEEM) J. Rodenhuis (RODEJ) D. Wubbe (WUBBD)
D. Herzberger (DHE) B.S. Schadenberg (SCHBS) J.A.W. Zonneveld (ZONJA)
,CE1VPAVF01-H1 16 januari 2013
DEEL I - MEERKEUZEVRAGEN
Vraag 1
Volgens welke stappen heeft de marketinggedachte zich de afgelopen decennia ontwikkeld?
a. Productie-, verkoop-, product-, marketingorientatie en relatiemarketing
b. Productie-, product-, verkoop-, marketingorientatie en relatiemarketing
c. Productie-, verkoop-, product-, relatiemarketing en marketingorientatie
d. Productie-, product-, verkoop-, relatiemarketing en marketingorientatie
Vraag 2
Red Bull hanteert unieke marketingmethoden. Red Bull volgt niet de regels van het spel, maar maakt deze zelf.
Daarbij hebben ze een first mover’s advantage (als eerste met een ontwikkeling of innovatie komen). De life time
value van de individuele klant is voor Red Bull belangrijk.
Wat wordt er bedoeld met life time value van de individuele klant?
a. De ontwikkeling en uitvoering van een beleid dat is gericht op het creëren en voortdurend verbeteren van
duurzame relaties tussen de organisatie en haar klanten, leveranciers, intermediairs,
kapitaalverschaffers en andere belangengroepen
b. De mate waarin een afnemer hetzelfde merk blijft kopen, ondanks veranderingen in het product of de
prijs dan wel in de marketingmix van concurrerende merken
c. De financiële waarde van de relaties die het bedrijf met zijn klanten onderhoudt
d. De contante waarde van de winst die al zijn toekomstige aankopen het bedrijf opleveren, dus
tijdens de gehele periode van de relatie met die klant.
Vraag 3
In het marketingbeleid wordt wel gesproken over segmenteren en positioneren.
Wat is de samenhang tussen beide begrippen?
a. Men positioneert een gesegmenteerd product op een deelmarkt
b. Men positioneert een product in een geselecteerd segment
c. Men positioneert een product op een totale markt, terwijl men segmenteert om de markt op te delen
d. Men positioneert een product en vervolgens segmenteert men de markt.
Vraag 4
De concurrentiestrijd tussen de wasmiddelen van Unilever en Procter & Gamble (P&G) woedt ook in een
verzadigde markt voort. P&G is werelds grootste producent van wasmiddelen. De portfolio van P&G omvat Ariel,
Bold, Fairy, Daz en Dreft. Unilever beschikt echter over het grootste en langst bestaande merk: Persil. Op welk
niveau vindt hier de concurrentie plaats
a. Productconcurrentie
b. Behoefteconcurrentie
c. Merkenconcurrentie
d. Generieke concurrentie
2
, CE1VPAVF01-H1 16 januari 2013
Vraag 5
Over welk niveau van marketing hebben we het als organisaties proberen samen te werken binnen een bepaalde
bedrijfstak door bijvoorbeeld een brancheorganisatie op te richten?
a. Micromarketing
b. Macromarketing
c. Relatiemarketing
d. Mesomarketing
Vraag 6
Het marketing planningsproces bestaat uit verschillende onderdelen die elkaar op volgen. Welke van de onderstaande
antwoorden geeft de juiste volgorde weer?
a. Interne analyse, externe analyse, kernprobleem, SWOT
b. Externe analyse, interne analyse, marketingdoelstellingen, kernprobleem
c. Interne analyse, externe analyse, SWOT, kernprobleem
d. Externe analyse, interne analyse, strategische opties, marketingdoelstellingen
Vraag 7
Op de website van Nike kun je onder ander navigeren naar de Nike Women Community. Op dit deel van de
website vind je uitsluitend producten voor vrouwen. De vrouwelijke consument wordt aangesproken in een voor
haar aansprekende omgeving met trainingsschema’s speciaal voor vrouwen, tips speciaal voor vrouwen etc. Eén
van de doelstellingen van deze community is merkenvoorkeur te creëren onder vrouwen. Van welke strategie
maakt dit onderdeel uit?
a. Gedifferentieerde marketing middels het instrument plaats
b. Gedifferentieerde marketing middels het instrument product
c. Ongedifferentieerde marketing middels het instrument plaats
d. Gedifferentieerde marketing middels het instrument promotie
Vraag 8
In welke onderstaande situatie zou een geconcentreerde marketingstrategie succesvol kunnen zijn?
a. Honda richt zich met de Hybride-uitvoering op het marktsegment Hybride binnen de automarkt
b. Sony wil de nieuwe Playstation-3 op de hele Nederlandse markt brengen
c. De NS voert de OV-chipkaart in, welke ook geldt voor bus en tram
d. In alle 3 van de bovenstaande situaties
Vraag 9
Kruidvat, "Steeds verrassend, altijd voordelig" , biedt sinds kort ook reizen aan.
De drogisterijketen wil hiermee een nieuwe markt aanboren.
Van welke groeistrategie van Igor Ansoff maakt Kruidvat kennelijk gebruik?
a. Marktontwikkeling
b. Marktpenetratie
c. Productontwikkeling
d. Diversificatie
3