100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
HRR Werkgroepopdrachten week 1 tm 8 €4,09
In winkelwagen

Overig

HRR Werkgroepopdrachten week 1 tm 8

 183 keer bekeken  5 keer verkocht

Voorbeeld 3 van de 42  pagina's

  • 10 februari 2015
  • 42
  • 2013/2014
  • Overig
  • Onbekend
Alle documenten voor dit vak (3)
avatar-seller
Lilson
Handels en rechtspersonenrecht werkgroep week 1
24-04-14

C.J.D.Warren@uu.nl

Verschil persoon vennootschappen enerzijds en bv/nv anderzijds:
- rechtspersoonlijkheid bv/nv
- regels naast boek 2, minder gedetailleerd pv dan bv/nv

Maatschap, artikel 7A:1655 BW
- overeenkomst tot samenwerking
- in gemeenschap brengen (7A:1662 BW)
- oogmerk daaruit ontstaande voordeel met elkaar te delen
(HR Dierenartspraktijk)

Inbrengen van goederen:
Juridische inbreng  alle maten worden gezamenlijk eigenaar
Economische inbreng  inbrenger blijft juridisch eigenaar (alle waardeveranderingen gaan de
maatschap aan)
Genot inbrengen vennoot verstrekt alleen gebruiksrecht aan de maatschap

Beroep= maatschappelijke status (meer advocaat, arts, notaris)
Bedrijf= geen beroep (meer supermarkt)
 Bij uitoefening beroep zit je bij maatschap

Alleen openbare maatschap onder gemeenschappelijke naam.

Vof, artikel 16K
Maatschap +
- uitoefening bedrijf
- onder gemeenschappelijke naam
 alles wat niet in K is geregeld, terugvallen op BW

CV, artikel 19K
Vof+
- geldschieter
 commandite mag alleen geld inbrengen, niks besturen etc; als hij dat wel doet dan is hij volledig
aansprakelijk

Casus I

Drie vrienden, A, B en C drijven sinds een jaar gezamenlijk een onderneming genaamd De
vliegende schotel. Het doel van deze onderneming is voordeel te behalen door het bereiden en
bezorgen van maaltijden tbv ondernemingen en particulieren. A brengt daarvoor een
bestelauto (waarde €10.000) in (juridisch) eigendom in; B brengt keukeninventaris en –
apparatuur in (juridische) eigendom in (waarde €10.000); C stort zijn inbreng (€5.000)
op de bankrekening van de vliegende schotel.
A, B en C hebben in samenwerkingsovereenkomst verder afgesproken dat A en B elk 60 uur per
week voor het bedrijf zullen werken en C 30 uur. Ook is afgesproken dat A en B zorg dragen voor
het bereiden en verspreiden van de maaltijden en C de administratie voert, belast is met de inkoop
van de ingrediënten en als enige bevoegd is De vliegende schotel te vertegenwoordigen. Over
de verdeling van de eventuele winsten of verliezen zijn geen afspraken gemaakt.

Vraag 1!!!!! (basis)

Welke wettelijke bepalingen beheersen het samenwerkingsverband van A, B en C?
Maatschap= uitoefening van beroep
Vof=uitoefening van bedrijf

,Waarom denk je hier aan persoon vennootschappen en niet aan bv/nv? Voor bv/nv moet je altijd
naar notaris. Persoon vennootschappen zijn contractuele samenwerkingsverbanden, met
overeenkomst opgericht.

Als je onder gemeenschappelijke naam optreedt is er sprake van een openbare maatschap, doe je
dat niet dan is er sprake van een stille maatschap.
*Stille maatschap blijkt naar buiten toe niets
*Openbare maatschap voor derden duidelijk kenbare wijze naar buiten (gezamenlijke uitoefening)
 contractueel samenwerkingsverband geldt voor allebei

Artikelen 7A:1655 tm 7A:1688 BW.  maatschap. En de artikelen 16 tm 34 K  vof.

Vereisten maatschap:
- overeenkomst (tot samenwerking) ja casus
- iets in gemeenschap brengen (geld, goederen, genot van goederen, arbeid 7A:1662)  ja sprake
van inbreng
- oogmerk daaruit ontstane voordeel met elkaar te delen  ja

Vereisten verder Vof:
- uitoefening bedrijf  catering
- gemeenschappelijke naam  De vliegende schotel

Dus de vliegende schotel is een Vof.

Bij openbare maatschap ook onder gemeenschappelijke naam, waarom in casu dus vof, die ook
onder gemeenschappelijke naam handelt? Vof uitoefening van bedrijf, maatschap uitoefening
beroep.
*Bedrijf=geen beroep
*Beroep= maatschappelijke status

Vraag 2

Neem aan dat De vliegende schotel in het eerste jaar een winst zou boeken van €25.000. Hoe moet
deze winst worden verdeeld?

Er zijn geen afspraken gemaakt over de verdeling van de winst. De winst behoort naar
evenredigheid van inbreng verdeeld te worden, artikel 7A:1670 BW.
A brengt 40% in  krijgt 10.000 euro
B brengt 40% in  krijgt 10.000 euro
C brengt 20% in  krijgt 5.000 euro

Verhouding 2:2:1 = 5
25.000/5=5.000 en dan verdelen

In wetboek van koophandel niks geregeld over vof, daarom val je terug op de regels van de
maatschap in BW.

Vervolg casus (aansprakelijkheid, vaak op tentamen)!!!!
In juni koopt C namens De vliegende schotel van X, handelaar in ongeregelde goederen, een
partij warmhoudschotels ‘’voor de helft van de winkelwaarde’’. C meent met deze transactie een
flinke slag te hebben geslagen. Wanneer X de schotels komt afleveren aan het adres van De
vliegende schotel en om betaling van de koopprijs (€1.500) vraagt, geven A en B hem echter te
verstaan dat De vliegende schotel deze schotels niet wil hebben.

Vraag 3a

Kan X met succes betaling vorderen en zo ja, van wie? Ga er daarbij vanuit, dat zowel De vliegende
schotel als de gemaakte vertegenwoordigingsafspraak zijn ingeschreven in het
handelsregister.

Onderscheid tussen vof en maatschap
VOF Maatschap

, Vertegenwoordigingsbevoe 17K iedere vennoot tenzij 7A:1679/1681 BW iedere
gdheid uitgesloten, of als er vennoot is onbevoegd,
sprake is van doel tenzij volmacht.
overschrijding.
Aansprakelijkheid Hoofdelijk 18K Gelijke delen art 7A:1680
(als rechtsgeldig gebonden -afgescheiden vermogen BW
is) -openbare maatschap
afgescheiden vermogen
(HR Biek Holdings)
1.Is de vof al dan niet rechtsgeldig vertegenwoordigd?
-Iedere vennoot vertegenwoordigingsbevoegdheid, 17K.
- C is bij uitsluiting bevoegd. Dus vof rechtsgeldig vertegenwoordigd.

2.En zo ja/nee, wie kan X dan aanspreken?
*Ja, hoofdelijk aansprakelijk 18K.
Vof afgescheiden vermogen (HR van den Broeke/ van der Linden).
Artikel 5 Hrgw jo artikel 23 K  inschrijving handelsregister, C heeft de bevoegdheid.
Hoofdelijk aansprakelijk artikel 18K, dus X kan bij iedereen nakoming vorderen. En ook
afgescheiden vermogen.

Vraag 3b

Hoe luidt uw antwoord op vraag 3a indien A namens De vliegende schotel de warmhoudschotels
heeft aangeschaft en B en C hier niet mee eens zijn?

A is niet bevoegd en dus is de vof niet gebonden. Maar A is wel gebonden ogv artikel 7A:1681 BW,
er is geen volmacht gegeven hij bindt niet de vof maar zichzelf.

Artikel 3:70 BW, kun je schadevergoeding vorderen. Bij 7A:1681 BW kan je nakoming vorderen.
Artikel 3:70 BW, mits te goeder trouw wil je die grondslag kunnen inroepen.

X kan A aanspreken ogv deze twee artikelen.

Uitzonderingen waar de Vof wel gebonden is ondanks geen volmacht:
1. 3:69  bekrachtiging (moet gedaan worden door C)
2. 3:61  toerekenbare schijn (gewekt door degene die wel vertegenwoordigingsbevoegd is dus C)
3. 7A:1681  baattrekking, arrest dieselgarage II (door transactie uiteindelijk financieel voordeel
halen) enkele inkopen voor lage prijs is niet voldoende

A is onbevoegd om vof te vertegenwoordigen. Wel aanspreken ogv de twee artikelen.

Vraag 3c

Hoe luidt uw antwoord op vraag 3b indien De vliegende schotel wel, maar de gemaakte
vertegenwoordigingsafspraak (bevoegdheidsuitsluiting) niet is ingeschreven in het handelsregister?

(Er is wel wat vastgelegd in de overeenkomst, maar dit is niet ingeschreven in het handelsregister)

Allerlei beperkingen op de vertegenwoordigingsbevoegdheid kunnen in de
vennootschapsovereenkomst worden opgenomen en, voor zover zij in het handelsregister zijn
gepubliceerd, aan derden die daarvan onkundig waren, worden tegengeworpen (artikel 25 Hrgw).

Artikel 25 Hrgw, derdenwerking  onjuiste of onvolledige gegevens. (als x op andere wijze toch
bekend was met de onbevoegdheid van a, dan kan x geen beroep doen op dit artikel)
Als derde te goeder trouw is dan wordt hij beschermd  hij moet dus ‘onkundig’ zijn. Als het niet
ingeschreven staat dan maakt dat hem ook onkundig, hij mag aannemen dat alle vennoten
bevoegd zijn.

Artikel 17K en 18K, elke vennoot is hoofdelijk aansprakelijk. En aanspraak maken op afgescheiden
vermogen.

Als hij niet te goeder trouw is  niet voldaan aan artikel 25 lid 1 Hrgw. Dan wordt je niet beschermd
als derde en is de vof niet gebonden.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Lilson. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,09. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53920 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,09  5x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd