Inhoudsopgave
vrijdag 29 oktober 2021 13:49
- College 1: Lichaamssamenstelling
- College 2: Macronutriënten: energie uit voeding en koolhydraten
- College 3: Fysiologie van het maagdarmkanaal
- College 4: Macronutriënten: eiwitten
- College 5: Micronutriënten: vitaminen en mineralen
- College 6: Voedselconsumptiemethoden
- College 7:Klinische voeding
- College 8: Macronutriënten: vetten
- College 9: Gezondheidsraad
- College 10: DE macht van het menu
- College 11: Energiebalans en overgewicht
- College 12: Voedselverdeling wereldwijd
- Kennisclips voedingsnormen en richtlijnen
Voeding Pagina 1
,College 1
dinsdag 7 september 2021 09:04
Kwaliteit en kwantiteit van voeding bepaald lichaamssamenstelling
- Ook andere leefstijl factoren: afwijkingen, sporten etc
Lichaamssamenstelling beïnvloed ook weer gezondheid en ziekten. Ook andersom: ziekte kan de
lichaamssamenstelling beïnvloeden (denk aan metabole afwijkingen, bedlegerig door ziekte etc).
Waarom willen we lichaamssamenstelling weten?
- Om gezondheidsrisico vast te stellen
- Om veranderingen in lichaamssamenstelling te volgen die geassocieerd zijn met bepaalde
ziekten
- Om de effectiviteit van voedings- of activiteiteninterventies te bepalen
- Om het ideale lichaamsgewicht vast te stellen
- Om voedingsadvies of trainingsadvies te volgen
Eerst afvragen op welk niveau je de lichaamsstelling wil meten.
'Referenence man'en 'reference women'afgesproken om vanuit daar te kijken wat er nou in een
lichaam zit.
Hoeveel zit er in een reference man:
Water 42kg (60%)
Eiwit 10kg (14%)
Koolhydraat 0,5kg (0,6%)
Koolhydraten zitten in suiker in je bloed. Er zit ook glycogeen in je lichaam -> zit in spier en in de
Voeding Pagina 2
,Koolhydraten zitten in suiker in je bloed. Er zit ook glycogeen in je lichaam -> zit in spier en in de
lever
Essentieel vet is bijvoorbeeld omhulsels zenuwbanen of fosfolypiden in de cel. Je kan dus nooit een
lager vetpercentage dan 1,5 krijgen.
Niet-essentieel is een energiereserve, maar het zit ook als bescherming om weefsels als nieren en
hart.
Meeste eiwit zit in spier, maar denk ook aan transporteiwiten etc
Er zit 5,5kg bloed in je lijf en maar 5kg bot. ER zit 28kg spier in je lichaam -> voldoende eiwit eten
Voeding Pagina 3
,Methoden voor het meten van de lichaamssamenstelling:
Ze verschillen in techniek, en hoe nauwkeurig ze iets zeggen over de lichaamssamenstelling
1) Directe methoden (soort gouden standaard)
2) Indirecte methoden (gebaseerd op directe methoden) -> worden veel in onderzoeken
gebruikt. Ze zijn best nauwkeurig maar je hebt wel vaak een ingewikkeld apparaat nodig (MRI
scan bijv)
3) Dubbel indirecte methoden (gebaseerd op indirecte methoden), zijn een beetje de huis-, tuin-
en keukenmethode, makkelijk in gebruik.
Voor deze cursus de directe methoden en de dubbel indirecte methoden.
1) Directe methoden:
a- Kadaver studies
- Ontleding en chemische analyse van kadavers
- Bevindingen:
○ Aanzienlijke variatie in hoeveelheid lichaamsvet
○ Samenstelling van botmassa, vet-vrije weefsel en vetweefsel redelijk constant
Nog steeds gebruiken we dit soort studies ook om te valideren -> je kan het precies analyseren.
Nadelen:
- Relatief klein aantal humane studies
- Kadavers vaak van oude/zieke personen
- Samenstelling veranderd na de dood
- Niet praktisch voor levende mens
b- in vivo neutronen analyse
- Wat je uitstraalt aan atomen zegt iets over wat in je lijf zit
- Je bestraalt een lichaam -> waardoor bijvoorbeeld de natrium atomen isotoop worden ->
gamma straling
○ Bij veel gamma straling weet je dat er veel natrium is
Kan met Na, Ca, Cl, P, N, H, O C
Voeding Pagina 4
,Kan met Na, Ca, Cl, P, N, H, O C
- Veel gebruikte methode is met stikstof
Voordelen:
- Meet chemische samenstelling lichaam in vivo
- Gouden standaard
Nadelen:
- Flinke stralingsbelasting
- Duur
- Zeer beperkt beschikbaar
2) Indirecte methoden
Hoef je niet te leren
3) Dubbel-indirecte methoden
a- Gewicht / lengte/ body mass index
Gewicht
- IJk de weegschaal
- Weeg persoon zonder kleding en zelfde moment
Lengte:
- Zonder schoenen
- Tegen de muur
- Maximale inademing
- Hoofd in Frankfort 'Horizontal Plane'
Je hebt er eigenlijk pas wat aan als je ze bij elkaar voegt
- Quetelet index: gewicht/lengte^2 (BMI)
Voor een grotere groep kun je zeggen dat hoger BMI, hoger vet is (individueel kan erg verschillen)
Gebruik maken van lineair verband om vetpercentage te voorspellen op basis van de BMI
Ook zijn er leeftijdsverschillen -> in een zelfde BMI categorie hebben ouderen een hoger
vetpercentage dan jongeren. Dit komt omdat ouderen minder spieren hebben. Het zelfde BMI zegt
ook niets over de vetverdeling. Daarnaast neemt bij krimp (kyfose/lordose) en constant gewicht BMI
toe!!
Er zijn ook rasverschillen tussen BMI en lichaamsvet.
Standaard afkappunten (25 en 30) zijn anders bij kinderen
Als een kind op 4 jaar al op de curve zit. Zie je dat die later overgewicht kan krijgen.
b- omtreksmaten
- Middelomtrek/buikomvang
- Midden tussen onderste rib en iliac crest -> na normale uitademing
Voeding Pagina 5
, - Midden tussen onderste rib en iliac crest -> na normale uitademing
- Meestal niet de natuurlijke taille
Maat voor abdominaal vet
- Vet binnen je buikspieren en wat onder je huid zit
- Middelomtrek is heel effectief voor vet dat echt in je buik zit
Bij veroudering vindt herverdeling van lichaamsvet plaats: accumulatie van buikvet. Middelomtrek
bij ouderen mogelijk beter dan BMI -> wel afkappunten middelomtrek aanpassen
Voordelen -
- Redelijk makkelijk te meten
- Hangt met name af van buikvet
- Wellicht beter bruikbaar bij ouderen dan BMI
Nadeel
- Meting lastig bij obesitas (locatie / huidplooien)
- Afkappunten zijn geslacht specifiek
- Afkappunten bij ouderen mogelijk niet juist
Oude maat: waist-to-hip ratio =
Middelomtrek / heupomtrek = MHV
Gebruikt als maat voor vetverdeling -> maar erg verouderd. De ratio is veel minder gecorreleerd met
hoeveelheid vet. Met MHV minder goede voorspelling gezondheidsrisico.
hoofdomtrek: groei (vooral bij kinderen)
kuitomtrek: spiermassa
armomtrek: goede voor ondervoeding
Hoe ondervoeding bij ouderen meten?
- Weer met armomtrek samen met wat anderen vragen
c- huidplooien
- Je meet de dubbele laag onder huidvet
- Het vetpercentage voorspel je
Som van 4 huidplooien hangt best goed samen met vetpercentage
- Verschilt weer per leeftijd -> ouderen hebben toch hoger vetpercentage (je meet niet het
Voeding Pagina 6
, - Verschilt weer per leeftijd -> ouderen hebben toch hoger vetpercentage (je meet niet het
vetpercentage in de buik)
d-Bio-elektrische impedantie
- Meet de weerstand die de stroom ondervind van je voet naar je hand en andersom
Arm en been dragen veel bij aan de weerstand -> komt door smallere cilinder
- Arm en been maken dus grote rol uit in deze meting
Weerstand van vetweefsel is heel groot. Spieren en water geleiden juist heel goed.
Als een lichaam langer is, is er meer weerstand. De impedantie index corrigeerd daarvoor
Die waarde kun je goed afzetten tegen vet-vrije massa. De weerstand is dus heel sterk gecorreleerd
met iemands vetpercentage. Jej meet dus de weerstand, de ratio, vervolgens plug je dat in een
formule en zo voorspel je uiteindelijk de vetvrije massa.
Zo'n apparaat meet je inpedantie -> maar hij gebruikt dus wel de voorspellingsformule voor het
resultaat
Voordelen
- Niet invasief
- Kleding kan aanblijven
- Makkelijk te gebruiken (beperkte waarnemer-bias)
Voeding Pagina 7