Algemeen bestuursrecht
het bestuursrecht gaat over het toepassen van het recht. (uitvoerende macht).
Bestuursrecht zijn regels m.b.t. het juridisch functioneren van het openbaar bestuur en zijn
relatie tot de burger. Oftewel: het recht van, voor en tegen het openbaar bestuur.
1. Organisatie openbaar bestuur
2. Verlening bestuursbevoegdheden
3. Regels voor uitoefenen van deze bevoegdheden
4. Regels voor burgers (en handhaving hiervan)
5. Rechtsbescherming tegen openbaar bestuur
Wat doet het openbaar bestuur?
Overheid verricht bestuurshandelingen.
Bestuurshandelingen bestaan uit
- Feitelijke rechtshandelingen
- Rechtshandelingen
Rechtshandelingen bestaan uit:
- Publieksrechtelijke rechtshandelingen (door een bestuursorgaan) (exclusieve
overheidshandelingen)
o Meerzijdig
o Eenzijdig
Besluiten van algemene strekking (geldt voor iedereen)
Beschikking (geldt voor een bepaald persoon)
- Privaatrechtelijke rechtshandelingen: handelingen die wij ook kunnen verrichten. Bijv.
het kopen of verkopen van grond.
Feitelijke handelingen: (een openbare lichaam, bijv. gemeente, die bijv. een
verkeersdrempel plaats, of het strooien als het glad is of het snoeien van bomen).
Publiekrechtelijke rechtshandelingen zijn exclusief voor 'de overheid', wij als burgers kunnen
geen publiekrechtelijke rechtshandelingen verrichten.
In het bestuursrecht is de eenzijdige, publiekrechtelijke rechtshandeling van belang.
Bronnen bestuursrecht
- Wet- en regelgeving
- Jurisprudentie
- Gewoonte
- Verdragen
De eerste twee zijn van belang bij het bestuursrecht en dit wordt het algemene beginselen
van behoorlijk bestuur genoemd.
Legaliteitsbeginsel: bestuursorgaan moet binnen de bevoegdheid blijven. elk handelen van
de overheid moet een basis hebben in de wet. Als het niet in de wet staat mogen ze het niet
doen. Ze moeten zich aan de wet houden, er staat in wat ze mogen doen en hoe ze dat
mogen doen.
,Specialiteitsbeginsel: Dit beginsel houdt in dat het bestuursorgaan niet zijn of haar
bevoegdheid mag gebruiken als het niet voor het doel is waarvoor het de bevoegdheid heeft
gekregen.
Als er sprake is van alle 3 b`s, dan is er sprake van algemene wet bestuursrecht. Dit is
de hoofdregel, maar er zijn uitzonderingen. Er zijn bijv. instanties die onder de definitie
bestuursorgaan vallen, maar het toch niet zijn. Of beslissingen die onder de definitie van
besluit vallen, maar waar je toch geen rechtsbescherming voor krijgt.
Bestuurlijk ophouden art. 154 a en 176 a Gemeentewet
Bestuursorgaan is art. 1:1 AWB:
- Orgaan
- Rechtspersoon. Art. 2:1 lid 1 BW
- Krachtens publiekrecht is ingesteld.
Een gemeente is dus een openbaar lichaam en wat eronder is de bestuursorganen, dat zijn
de:
- College van B&W
- Gemeenteraad
- Burgemeester
Binnen het bestuursrecht is één van de partijen altijd een BESTUURSORGAAN
Bevoegd op basis van de wet (legaliteitsbeginsel)
- Attributie: het toekennen van bevoegdheden.
- Delegatie: (bijv. art. 5 lid 8 wet arbeid vreemdelingen, art. 156 gemeentewet). het
bestuursorgaan draagt het aan hen gegeven bevoegdheid toe aan een ander
bestuursorgaan. Het overdragende orgaan heet de delegant, het bestuursorgaan die
de bevoegdheid krijgt heet de delegataris. art. 10:13 Awb
- Mandaat: een bevoegdheid om namens een bestuursorgaan te nemen. art. 10:1 Awb
De reden? = algemeen belang.
Onder bestuursorgaan wordt verstaan:
A (art. 1:1 lid 1 sub a): een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is
ingesteld Art. 2:1 BW: de Staat, de provincies, de gemeenten, de waterschappen en alle
lichamen bij of waaraan krachtens de grondwet rechtspersoonlijkheid is toegekend.
Opgericht door onze wetgever in formele zin. Als je bijvoorbeeld kijkt naar de gemeente. Dat
is een rechtspersoon krachtens publiekrecht ingesteld, maar het is geen bestuursorgaan.
Niet de gemeente zelf is een BO, maar de organen van de gemeente zijn BO’s. Die organen
vindt je in de gemeentewet. Bijv. de burgemeester of de gemeenteraad. Voorbeelden van A-
organen zijn de regering en individuele ministers (art. 42 Gw), provinciale staten en het
college van gedeputeerde staten (art. 6 Provinciewet) en het college van burgemeester en
wethouders (art. 6 GemW). Maar ook de inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid
(SZW) en de belastingdienst. Zij vallen onder de Staat (Ministerie) en dienen volgens de
Hoge Raad als 1 publiekrechtelijk rechtspersoon te worden beschouwd (HR 27 juni 2017,
ECLI:RBDHA:2017:7140).
B (art. 1:1 lid 1 sub b): een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed. Zij
oefenen hun bevoegdheid uit op een specifiek terrein van het maatschappelijk leven. Geen
onderdeel van de overheid, maar wel bevoegd om voor burgers bindende besluiten te
, nemen. Tot dit type bestuursorgaan behoren doorgaans (maar niet altijd) colleges en
personen van privaatrechtelijke rechtspersonen die met enig openbaar gezag zijn bekleed,
zoals de Nederlands Meetinstituut NV dat snelheidsmeters van de politie keurt en daarover
een verklaring afgeeft. Of bijvoorbeeld een garagehouder die APK-keuringsbewijs mag
afgeven. Art. 85a Wegenverkeerswet 1994.
De vraag of sprake is van een B-orgaan, kan pas aan de orde komen nadat is vastgesteld dat van een
A-orgaan geen sprake kan zijn.
Hoe kom ik daar achter?
Stap 1:
Volgens artikel 1:1 lid 1 sub a Awb wordt onder een A-orgaan verstaan; een bestuursorgaan
krachtens publiekrecht ingesteld. Daarvoor gaan we naar artikel 2:1 lid 1
Burgerlijk Wetboek. Volgens dit artikel bezitten de Staat, de provincies, de gemeenten, de
waterschappen, alsmede alle lichamen waaraan krachtens de Grondwet verordenende
bevoegdheid is verleend, rechtspersoonlijkheid. De organen van deze rechtspersonen zijn A-
organen. Uitzonderingen (art. 1:1 lid 2 Awb): de wetgevende macht, de kamers van de
Staten-Generaal, de rechterlijke macht, Raad van State, etc. Staan de publiekrechtelijke
rechtspersonen niet in dit rijtje, dan door naar stap 2.
Stap 2:
Volgens artikel 2:1 lid 2 Burgerlijk Wetboek kunnen er eveneens organisaties zijn die
overheidstaken verrichten en rechtspersoonlijkheid bezitten, waardoor die bestuursorganen
als A-organen kunnen worden aangemerkt. Dat een lichaam rechtspersoonlijkheid bezit,
moet dan blijken uit een wettelijk voorschrift. Denk aan de Rijksdienst voor het wegverkeer
(RDW), volgens artikel 4a Wegenverkeerswet. Het CBR, volgens artikel 4z
Wegenverkeerswet, de organen van deze organisaties vind je terug in respectievelijk artikel
4d en artikel 4ac Wegenverkeerswet. Vind je de lichamen niet terug in de wet of is er sprake
van een privaatrechtelijk rechtspersoon, bijvoorbeeld een Stichting, NV,BV of een natuurlijk
persoon, dan kan het enkel nog maar een B-orgaan zijn.
Stap 3:
We spreken van B-organen alleen voor zover zij openbaar gezag uitoefenen, waarbij het dan
in de regel gaat om het nemen van besluiten. Bij b-organen gaat het om natuurlijke personen
of besturen van privaatrechtelijke rechtspersonen (stichtingen, nv's enz.) die openbaar
gezag uitoefenen. Openbaar gezag kan wettelijk (‘bij of krachtens de wet')
of buitenwettelijk zijn. Een voorbeeld van een persoon die bij of krachtens de wet openbaar
gezag uitoefent is de garagehouder die als APK-keurder is erkend: deze is b-orgaan als hij
keuringsbewijzen afgeeft.( Dit is bij wet geregeld: Artikel 85a Wegenverkeerswet)
Als aan een organisatie bij of krachtens de wet geen enkel openbaar gezag is toegekend,
bepaalt de rechter aan de hand van een aantal factoren of sprake is van een b-orgaan. Dit
gaat voor nu te ver en zal in het tweede jaar terugkomen.
Relevante verschil:
A orgaan: altijd onderworpen aan de regels van de AWB. Geen openbaar gezag vereist. Derhalve kan
een bezwaarcommissie of een andere commissie eveneens A-orgaan zijn, en is een politieambtenaar
(werkzaam bij de Nationale Politie=publiekrechtelijk rechtspersoon, artikel 26 Politiewet) eveneens
een A-orgaan.
B orgaan: gebonden aan de Awb op het moment dat er openbaar gezag wordt bekleed en
uitgeoefend. Zodra de APK-keurder klaar is met keuren, is er geen openbaar gezag meer aanwezig en
is hij weer privaatrechtelijk rechtspersoon (BV,NV, Stichting, eenmanszaak etc). Ben je het niet eens
met de APK-keuring, dan is het bestuursrecht van toepassing. Ben je het niet eens met de reparatie