SAMENVATTING
Penologie en Detentierecht
,WEEK 1: Ontwikkeling van het gevangeniswezen
Penologie wetenschap die zich bezighoudt met (onderzoek naar) de effecten van straffen
Detentierecht het rechtsgebied dat betrekking heeft op de tenuitvoerlegging van
vrijheidsbenemende sancties (straffen en maatregelen)
onderdeel van penitentiair recht/sanctierecht
Poena: straf (Latijn) of schadevergoeding/zoengeld (Grieks)
Het tweesporenstelsel
Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen straffen (bewuste leedtoevoeging) en maatregelen
(gericht op beveiliging van de maatschappij of herstel van een onrechtmatige toestand)
Straffen Maatregelen
Opgelegd op grond van het strafbare feit Opgelegd naar aanleiding van het strafbare feit
Grondslag = (proportionele) vergelding Grondslag = verbetering, herstel, voorkomen van gevaar
Leedtoevoeging Geen leedtoevoeging (kan wel zo worden gevoeld)
Historische ontwikkeling van gevangenissen
- Tuchthuis/rasphuis/spinhuis (1586): landlopers en veroordeelden werden gevangen gezet en
aan het werk gezet, hout raspen. Gedetineerden moesten niet alleen gestraft worden, maar
ook een zedelijke verbetering plaatsvinden (vergelding en verbetering)
- Panopticum (eind 18e eeuw) van Bentham waarbij één iemand vanuit het midden alle
gevangenen kon zien: efficiënt én een gevoel van continue controle voor gevangenen. Vanuit
ideeën van de Verlichting (rationele mens: uniform, transparant, ordelijk
- Pennsylviana stelsel (19e eeuw): autonome mens, los van sociale omgeving, bedorven ziel.
Rigoureuze afsluiting van buitenwereld enige mogelijkheid tot verbetering
- Auburn stelsel: geen volstrekte afzondering, maar wel een spreekverbod, zware arbeid
- Progressieve stelsel: verkorting door hard werken, stapsgewijs een betere klasse verdienen
- Detentiehuizen: kleine voorzieningen, blijven in de samenleving (Belgie)
Wettelijke regelingen
Artikel 2 lid 1 Pbw bepaalt:
De tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel vindt [...]
plaats door onderbrenging van de persoon aan wie deze is opgelegd in een penitentiaire
inrichting* dan wel door diens deelname aan een penitentiair programma.
Penitentiaire inrichtingen (PI):
1. Huizen van bewaring (hvb) – waar mensen voorlopige hechtenis ondergaan
2. Gevangenissen – waar mensen gevangenisstraf uitzitten
3. Isd-inrichting – voor stelselmatige daders
, Artikel 4 Pbw bepaalt:
1. Een penitentiair programma is een samenstel van activiteiten waaraan wordt
deelgenomen door personen ter verdere tenuitvoerlegging van de aan hen opgelegde
vrijheidsstraf of voorlopige hechtenis in aansluiting op hun verblijf in een inrichting […]. De
deelnemer aan een penitentiair programma kan onder elektronisch toezicht worden
gesteld.
2. Aan een penitentiair programma kan worden deelgenomen gedurende ten hoogste een
zesde deel van de opgelegde vrijheidsstraf direct voorafgaand aan de datum van
invrijheidsstelling, mits:
a. de gedetineerde is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van ten minste
zes maanden,
b. het strafrestant bij aanvang van de deelname aan het penitentiair programma ten minste
vier weken en ten hoogste een jaar bedraagt, en
c. er geen andere omstandigheden zijn die zich tegen zijn deelname verzetten.
- De minister voor Rechtsbescherming bepaalt de bestemming voor elke inrichting en kan
binnen een bepaalde inrichting een afdeling met specifieke bestemming aanwijzen (art 8
Pbw).
Differentiatiecriteria:
o Juridische status: hvb, gevangenis, isd-inrichting
o Sekse: man – vrouw
o Leeftijd: volwassenen – jeugdigen
o Mate van beveiliging: beperkt, normaal, uitgebreid, extra beveiligd
o Regime: gemeenschapsregime – individueel regime
- De minister voor Rechtsbescherming is verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van
vrijheidsbenemende sancties.
- Alle PI’s vallen onder de DJI, een agentschap van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.
- De selectiefunctionaris van dit Ministerie is belast met de (over)plaatsing van gedetineerden.
- De selectiefunctionaris neemt de aanwijzingen van OM en rechter mee bij de beslissing.
- De directeur bepaalt de wijze van onderbrenging van de gedetineerde en draagt
verantwoordelijkheid voor het opstellen van een detentie- en re-integratieplan.
Beginselen van de tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen
1. Resocialisatiebeginsel (art 2 lid 2 Pbw)
Met handhaving van het karakter van de vrijheidsstraf of de vrijheidsbenemende
maatregel wordt de tenuitvoerlegging hiervan zoveel mogelijk en afhankelijk van
en het gedrag van de betrokkene dienstbaar gemaakt aan de voorbereiding van
de terugkeer in de maatschappij. Bij het verlenen van vrijheden aan
gedetineerden wordt rekening gehouden met de veiligheid van de samenleving
en de belangen van slachtoffers en nabestaanden.
Ziet op het voorbereiden van gedetineerde op de terugkeer in de maatschappij
2. Beginsel van minimale beperkingen (art 2 lid 3 Pbw)
Personen ten aanzien van wie de tenuitvoerlegging plaatsvindt van een
vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel worden aan geen andere
, beperkingen onderworpen dan die voor het doel van de vrijheidsbeneming of in
het belang van de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting
noodzakelijk zijn.
Zo veel mogelijk fysieke vrijheidsbeneming met zo min mogelijk extra leed
3. Beginsel van voortvarendheid (art 6:1:2 Sv)
Voor zover de tenuitvoerlegging is toegelaten, wordt de beslissing zo spoedig
mogelijk ten uitvoer gelegd.
Ontwikkeling gevangenisbeleid
- Vanaf 2004 grote bezuinigingen op het gevangeniswezen
- Programma Modernisering Gevangeniswezen en Masterplan DJI 2013-2018
o Pijlers: vergelding, levensloopbenadering, persoonsgerichte aanpak, eigen
verantwoordelijkheid
o Enkele maatregelen MGW:
Afschaffing algemene detentiefasering (maar is niet doorgegaan)
Invoering meerpersoonscellen
Invoering beperkt regime voor arrestanten en voorlopig gehechten
Sluiting van groot aantal PI’s
o 1 maart 2014: invoering beleidskader dat stelsel van promoveren en degraderen
introduceerde
o Medio 2018: visie minister voor Rechtsbescherming op de tenuitvoerlegging van
gevangenisstraf: Recht doen, kansen bieden
Effectieve gevangenisstraffen dienen een dubbel doel: vergelding en recidive
verminderen
Drie uitgangspunten:
1. Straf is straf aanpassing v.i.-regeling.
Voorheen ontstond na twee derde van de straf van rechtswege
aanspraak op de v.i.
V.i. zal niet langer van rechtswege worden verleend (voorheen was
geen beslissing nodig, alleen over de bijzondere voorwaarden). Als
geen v.i. moest worden verleend moest dit worden gevorderd bij de
rechter, die uiteindelijk de beslissing nam
Nu is er een meer persoonsgerichte aanpak (individuele beoordeling)
De beoordelingscriteria:
o Eventuele risico’s bij vrijlating
o Gedrag van de gedetineerde gedurende gehele detentie
o De belangen van de slachtoffers
De termijn van de v.i. wordt gemaximeerd op twee jaar (voorheen
tastte het grote ‘gat’ van v.i. de geloofwaardigheid en inzichtelijkheid
van de straf aan en ondermijnde het het rechtvaardigheidsgevoel
2. Gedrag telt eigen verantwoordelijkheid voor het verloop van detentie
(responsabiliseringsgedachte). Het algemeen verlof en regimegebonden
verlof worden vervangen door doelgebonden verlof.
Detentieverloop:
o Aanvang detentie: snelle en volledige screening
, o Basisprogramma (waar de gedetineerde recht op heeft) en
plusprogramma (vaker aangeboden activiteiten en
gerichtere invulling, als blijkt dat gedetineerde bereid is zich
in te zetten voor verandering van gedrag en re-integratie
door doelen van zijn plan te behalen)
o Re-integratieverlof (gericht en nuttig ingevuld, gekoppeld
aan re-integratiedoel). Gedetineerden met extramurale
arbeid worden in een BBA geplaatst
o Penitentiair programma en v.i. (activiteitenprogramma
gericht op re-integratie buiten de inrichting
3. Werken aan een veiliger terugkeer Re-integratie aan de hand van 5
basisvoorwaarden: onderdak, inkomen, inzicht in schulden,
identiteitsbewijs, zorg en zorgverzekering
o Het doel is om bij terugkeer fundamentele zaken voor een
stabiel leven op orde te hebben
o Aandacht voor herstel en vaardigheden d.m.v. trainingen
Daarnaast wordt aandacht besteed aan het op orde hebben van de
organisatie en het personeel (veiligheid in de inrichtingen en solide
personeelsbeleid)
Voor ‘vervolg’ wordt gewezen op financiën, wetgeving en monitoring
Positieve punten uit de visie: aandacht voor herstel, detentiefasering blijft
gehandhaafd, dekkend netwerk van BBA’s (beperkt beveiligde afdeling)
Kritiek op responsabiliseringsgedachte
1. Schending van het resocialisatiebeginsel
2. Het in het beleid veronderstelde mensbeeld staat haaks op een aantal kenmerken en
eigenschappen die gedetineerden bezitten
3. Wetenschappelijke fundering ontbreekt
4. Toename ongelijkheid gedetineerden
Promoveren en degraderen
- Het beleidskader Dagprogramma, Beveiliging en Toezicht (DBT) maakt onderscheid tussen
het basisprogramma en het plusprogramma
- Promotie of degradatie is mede afhankelijk van het gedrag van de gedetineerde, aanvankelijk
beoordeeld aan de hand van het stoplichtmodel (groen, oranje, rood).
- De directeur beslist over promotie en degradatie
- Een gedetineerde heeft aanspraak op promotie indien hij gedurende een periode van zes
weken na aanvang van de detentie het in de categorie ‘re-integratie/resocialisatie’ en het in
de categorie ‘verblijf en leefbaarheid’ beschreven gewenste gedrag heeft laten zien
- Een gepromoveerde gedetineerde die niet het gewenste gedrag laat zien kan worden
gedegradeerd
- Er volgt altijd een besluit tot degradatie indien een gedetineerde ontoelaatbaar gedrag toont
- Uitgesloten van promotie of het plusprogramma zijn pre-isd’ers, gedetineerden geplaatst in
een Justitieel Medisch Centrum of Penitentiair Psychiatrisch Centrum, gedetineerden
geplaatst in een uitgebreid beveiligde inrichting, een EBI of de terroristenafdeling
, - Belangrijke wijzigingen in dit systeem
o Stoplichtmodel vervalt, voortaan bestaat het toetsingskader uit gewenst –
ongewenst gedrag in de categorieën ‘re-integratie/resocialisatie’ en ‘verblijf en
leefbaarheid’
o Toevoeging categorie ‘ontoelaatbaar gedrag’ (= grond voor terugplaatsing in het
basisprogramma), incidentele gedragingen die degradatie rechtvaardigen
o De duur van de periode die volgt op een terugplaatsing is minimaal 6 weken in plaats
van maximaal 6 weken
S. Meijer (2020): Verscherpt toetsingskader promoveren en degraderen van gedetineerden
Stoplichtmodel
- Groen: gewenst gedrag, betekent promoveren
- Oranje: dit kan beter, grotere vrijheid directeur om de situatie in zijn context te beoordelen
- Rood: ongewenst, grensoverschrijdend, mogelijk disciplinaire straf
- Promoveren als gedetineerde gedurende 6 weken op alle onderdelen groen scoorde
- Niet elk oranje/rood gedrag stond per definitie een promotie in de weg
Kritiek op promoveren en degraderen
1. Uitholling resocialisatiebeginsel (gedetineerden zijn niet in staat om de gewenste eigen
verantwoordelijkheid te tonen)
2. Invoering systeem zonder voldoende informatie over de effectiviteit en uitvoerbaarheid
(bewijs voor de werking van straffen en belonen is beperkt)
3. Het systeem miskent de beperkingen en behoeften van de populatie (gaat uit van de
rationele mens terwijl 45% van de gedetineerden een verstandelijke beperking heeft)
4. De doelgroep wordt niet herkend (deze gedetineerden kunnen niet goed communiceren en
daarmee hun onvermogen verbergen
- Ook is zorgelijk dat aan het gedrag van gedetineerde grote betekenis wordt toegekend
terwijl de kwaliteit van de beoordeling van dat gedrag door inrichtingspersoneel te wensen
overlaat (PIW’ers staan onder druk, weinig zicht op gedrag in cel, onvoldoende opleiding, kan
bedreigend voelen om gedrag als rood te bestempelen)
- Aangescherpte toetsingskader: van de categorieën ‘veiligheid en beveiliging’, ‘zorg en
begeleiding’ en ‘re-integratie en resocialisatie’ wordt gegaan naar de categorieën ‘re-
integratie en resocialisatie’ en ‘verblijf en leefbaarheid’
- Aangescherpte en vereenvoudigde kaders voor beoordeling van gedrag
- Vervallen van tussencategorie ‘oranje’ (maar hierdoor kan gedetineerde niet leren welk
gedrag gewenst en ongewenst is, was tevens goede manier van waarschuwen zonder op
scherp stellen van de relatie tussen PIW’ers en gedetineerden)
- Toevoeging categorie ‘ontoelaatbaar gedrag’: hierdoor zal de directeur niet meer de vereiste
belangenafweging en plaatsing in context maken
Kritiek op aangescherpte systeem van promoveren en degraderen
5. Verdere uitholling van het resocialisatiebeginsel
6. De proportionaliteit van de overheidsreactie als geheel kan in het geding komen
,WEEK 2: De interne rechtspositie
Interne rechtspositie het verblijf in de inrichting
Externe rechtspositie hoe gedetineerden in de inrichting komen en hoe hun verblijf kan worden
beëindigd
Beklagrecht
- Na WOII humanisering van het strafrecht
- 1977: invoering beklagrecht gedetineerden
- 1998: invoering Pbw, handhaving beklagrecht op hoofdlijnen
- Informele bemiddeling: de beklagcommissie kan de klacht in handen stellen van de
maandcommissaris voor informele bemiddeling (art 63 lid 4 Pbw)
o Succesvolle bemiddeling, of
o Klager zet de klacht door en deze wordt op zitting gezet
- Formele bemiddeling: door de inwerkingtreding van de Veegwet (2021) is in de Pbw een
geformaliseerde vorm van bemiddeling ingevoerd (laat de informele bemiddelingsprocedure
onverlet)
o Aanleiding is de toename in het aantal beklag- en beroepszaken en de constatering
dat veel van de klachten van doen hebben met de bejegening van en de
communicatie met gedetineerden
o De gedetineerde kan kiezen of hij een klaagschrift indient of dat hij een verzoek om
bemiddeling doet. De voorzitter van de beklagcommissie heeft een
verwijsmogelijkheid, indien hij van oordeel is dat het beklag zich leent voor
bemiddeling. De gedetineerde beslist uiteindelijk of hij een beslissing op het
klaagschrift wil.
o Bij het instellen van beklag dienen de redenen waarom niet om bemiddeling is
gevraagd te worden vermeld (art 61 lid 1 Pbw).
o Bemiddeling is een recht van de gedetineerde en kan mondeling of schriftelijk
worden verzocht
o Het verzoek tot bemiddeling dient uiterlijk op de zevende dag na die waarop de
gedetineerde kennis heeft gekregen van beslissing te worden ingediend
o De CvT streeft ernaar binnen vier weken een voor beiden aanvaardbare oplossing te
bereiken, schriftelijk medegedeeld
o Gedetineerde moet worden gewezen op mogelijkheid tot beklag en de wijze waarop
Beklag
- Staat open tegen een de gedetineerde betreffende, door of namens de directeur genomen
beslissing
- Ook verzuim of weigering te beslissen valt hieronder
o Dit is het geval als niet binnen de wettelijke regeling (of bij het ontbreken daarvan,
een redelijke termijn) een beslissing is genomen
- Moet worden ingediend door een klaagschrift (schriftelijk) bij de beklagcommissie (CvT) van
de inrichting
, - Vormvereisten: vormvrij, maar moet duidelijk zijn. Mag ook in een andere taal. Vaak stelt de
inrichting een beklagformulier beschikbaar. Bevat beslissing en redenen van het beklag.
Commissie van Toezicht
- Wettelijke taken:
o Toezichthouden op de wijze van tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming in de
inrichting of afdeling
o Kennisnemen van door de gedetineerden naar voren gebrachte grieven
o Zorgdragen voor de behandeling van klaagschriften
o Advies en inlichtingen geven omtrent het eerstgenoemde punt
- De CvT stelt uit haar midden een maandcommissaris aan (deze bezoekt tenminste één keer
per maand de inrichting, vaak met mogelijkheid hem te verzoeken langs te komen
- De beklagcommissie bestaat uit drie leden, bijgestaan door een secretaris
- De gedetineerde doet beklag door een klaagschrift in te dienen bij de beklagcommissie/CvT
- Het beklag mag enkelvoudig (een alleensprekende beklagrechter) worden afgedaan indien
o Het beklag van eenvoudige aard is
o Het beklag kennelijk niet-ontvankelijk is
o Het beklag kennelijk (on)gegrond is
Voorafgaand aan de zitting
- De secretaris van de beklagcommissie stuurt de directeur een afschrift van de klacht
- De beklagcommissie kan de directeur horen of om inlichtingen vragen
- De secretaris stelt de klager op de hoogte van deze inlichtingen
- De beklagcommissie kan de klacht in handen stellen van de maandcommissaris voor
(informele) bemiddeling. Onsuccesvolle bemiddeling klacht doorgezet en op zitting gezet
Ontvankelijkheid van het beklag
- Klachten zijn mogelijk tegen beslissingen van de directeur die de gedetineerde betreffen
- Klachten zijn niet mogelijk tegen algemene regels
o Uitzondering: wel beklag mogelijk wanneer in het beklag de verbindendheid van een
lagere regel ten opzichte van een hogere regel aan de orde wordt gesteld
- Klachten zijn niet mogelijk tegen feitelijke handelingen of adviezen van de directeur
- Klachten zijn wel mogelijk tegen beslissingen van het personeel (namens de directeur)
- In het klaagschrift moeten de redenen van het beklag worden vermeld
- Termijn van indienen: 7 dagen na de dag waarop gedetineerde de beslissing heeft gehoord
- Schorsing: de voorzitter van de beroepscommissie kan op verzoek van klager de
tenuitvoerlegging van de beslissing geheel of gedeeltelijk schorsen
- Termijn van beslissen: uitspraak van beklagcommissie z.s.m., uiterlijk binnen vier weken
Zittingsvoorschriften
- Klager en directeur kunnen vragen door geven aan de voorzitter die zij willen behandelen
- Klager en directeur kunnen buiten elkaars aanwezigheid worden gehoord
- Op zitting kunnen andere personen worden gehoord (getuigen/deskundigen)
- Interne openbaarheid: mogelijkheid klager tot kennisneming gedingstukken
- Externe openbaarheid: zitting niet openbaar
,Toetsing
- Of de beslissing in strijd is met de in de inrichting geldende voorschriften (dwz penitentiaire
regelgeving, maar ook alle wettelijke voorschriften en rechtstreeks werkende
verdragsbepalingen)
- Of de beslissing, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en omstandigheden,
waaronder de veiligheid van de samenleving en de belangen van de slachtoffers en
nabestaanden, onredelijk of onbillijk mogen worden geacht
Uitspraak
- Geheel of gedeeltelijk niet-ontvankelijk verklaren (of een onbevoegdverklaring)
- Ongegrond verklaren
- Gegrond verklaren en beslissen dat
o De directeur met inachtneming van de uitspraak een nieuwe beslissing moet nemen
o Dat haar uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak
o Volstaan met gehele of gedeeltelijke vernietiging
- De uitspraak is met redenen omkleed en gedagtekend.
Beroep
- De directeur en klager kunnen beroep instellen bij de (afdeling rechtspraak van de) Raad
voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming
- Dit beroepschrift wordt ingediend en behandeld door een beroepscommissie van drie leden,
bijgestaan door een secretaris
- Termijn is 7 dagen na die van ontvangst van het afschrift van de uitspraak (of de
mondelingen mededeling daarvan)
- Door indiening van beroepschrift wordt de tenuitvoerlegging van de uitspraak niet geschorst,
behalve met betrekking tot de compensatie
- De voorzitter van de BC kan de uitspraak van de beklagcommissie op verzoek van degene die
het beroep heeft ingesteld schorsen
- Termijn uitspraak is zo spoedig mogelijk
- De uitspraak kan worden bevestigd (met overneming of verbetering van de gronden) of
vernietigd
Toename aantal beklagzaken
- Hoge werklast, onderbezetting en gebrek aan scholing van PIW’ers
- Juridisering en verharding verhoudingen tussen PIW’ers en gedetineerden
- Complexere gedetineerdenpopulatie
- Toename bijstand door advocaten
- Klagen om het klagen cultuur (futiele klachten)
Mogelijke oplossingen
- Meer inhoudsvolle bejegening
- Meer bemiddeling
- Strikte handhaving ontvankelijkheidsdrempel
, - Handhaven huidige schorsingsregeling
- Invoeren griffierecht ter voorkoming van het indienen van futiele klachten
Advies spanning in detentie, Raad voor de Strafrechtstoepassing
- Er blijkt een spanning te bestaan tussen het beleid ten aanzien van de tenuitvoerlegging van
vrijheidsstraffen en de realisatie daarvan in de praktijk
- Door toegenomen werklast van PIW’ers en vaak ontoereikende competenties dreigen de
beleidsdoelen van het kabinet (re-integratie en het daarbij betrekken van consequenties van
gedrag) in gevaar te komen
- Ook hebben PIW’ers minder tijd voor reguliere veiligheidsmaatregelen maar ook relationele
veiligheid. Hierdoor wordt onenigheid eerder formeel dan informeel beslecht
- Toename van klachten lijkt te komen door verharding van de verhoudingen binnen detentie
- Vicieuze cirkel: door toename beklag weer minder tijd voor bejegening
- Regionale plaatsing is gewenst maar niet altijd mogelijk door behoefte aan een bepaald soort
inrichting en onevenredig verdeelde detentiecapaciteit
- Aanbevelingen:
1. Versterking van de PIW-functie
2. De-bureaucratisering en heroriëntatie op de taken van de PIW’er
3. Regionale plaatsing
4. Vermindering rechtsongelijkheid (experimenten en maatwerk impliceren rechtsongelijkheid)
5. Onderzoek naar onveiligheid in detentie
6. Preventie
7. Strafrechtelijke vervolging
8. Minder beklag en beroep door betere relatie tussen personeel en gedetineerden
9. Pilot: intern en informeel klachtensysteem
10. Pilot: griffierechten
11. Duidelijkheid omtrent bemiddeling
12. Kritische reflectie op de werkwijze van CvT’s en beroepscommisie RSJ
P.C. Vegter (2020), Veegt de Veegwet schoon?
- De verantwoordelijkheid van de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke sancties is verschoven
van het OM naar de Minister van Justitie en Veiligheid en daarmee op een aantal onderdelen
eveneens de beslissingsbevoegdheid
- De wijziging in bemiddeling is ingegeven door de toename in het aantal beklag/beroeps-
zaken die vooral van doen hebben met bejegening van en communicatie met gedetineerden
- De gedetineerde heeft het recht zich tot de commissie van toezicht te wenden met het
verzoek te bemiddelen ter zake van een grief omtrent de wijze waarop de directeur zich in
een bepaalde aangelegenheid jegens hem heeft gedragen of een bij of krachtens deze wet
gestelde zorgplicht heeft betracht. Daarmee is bemiddeling een bevoegdheid van de
gedetineerde en geen plicht of voorwaarde om in beklag te kunnen gaan. Het verzoek om
bemiddeling kan namelijk een beslissing betreffen waartegen eveneens beklag openstaat.
- De regeling van de bemiddeling heeft gevolgen voor de beklagprocedure. De wet vereist dat
bij het instellen van beklag de redenen waarom niet om bemiddeling is gevraagd worden
vermeld. Een rechtsgevolg verbindt de wet niet aan het achterwege blijven van die
vermelding. Bij een beklag zonder voorafgaand bemiddelingsverzoek van de gedetineerde
kan de beklagcommissie de behandeling uitstellen, als hij van oordeel is dat het klaagschrift