Ethiek week 1 hoofdstuk 3
Martin Heidegger: (blz. 80.82)
Betrokkenheid en zorg zijn twee centrale begrippen van Martin Heidegger.
Bij zorg moet je niet perse denken aan een activiteit wat je doet, maar om de manier waarop we
door te leven betrokken zijn; het is onze ‘zijnstoestand’ om te zorgen voor jezelf, de wereld en
anderen.
Je kunt betrokken zijn met je plant, partner, hond etc. maar bijv. niet voor je televisie of lamp. Hoe
iets voor ons betekent, is bepalend voor hoe we er mee om gaan.
Wie betrokken is, voelt zich verbonden met datgene waarop hij betrokken is. Het uiten van je
betrokkenheid is een vorm van aandacht of zorg
Wie vanuit zorg handelt, doet iets met een bepaalde intentie, is betrokken en voelt zich verbonden.
Het duidt op iets positiefs en daarmee normatief: we drukken er een waarde mee uit.
Bij Heidegger is zorgen de bestaansgrond van ons wezen, die duidelijk maakt op welke manier we in
de wereld zijn. Zonder zorg zijn we nergens; zorgend zijn wij in de wereld
Deugdethiek Aristoteles: (blz.83.88)
De deugdethiek is een van de oudste ethieken en hanteert geen plichten of regels waaraan we ons
moeten houden, maar probeert iets te zeggen over onze kwaliteiten als mens. Het gaat om het
goede doen.
Voor Aristoteles is het goede iets wat ieder mens spontaan als nastrevenswaardig beschouwt.
Het redelijke en hetgeen wat je persoonlijk vervult of gelukkig maakt zijn niet van elkaar gescheiden -
> je wil graag moediger zijn maar het is onredelijk om te zeggen dat je graag laffer zou willen zijn.
Er zijn geen regels om het goede te omschrijven. Het gaat daarom om het ontwikkelen van de juiste
houding. Welke kwaliteiten moet je beschikken om in elke situatie de juiste keuze te maken.
Omdat je telkens de vraag kunt stellen waarom je iets doet kun je eindeloos doorgaan, daarom stelt
Aristoteles dat er een uiteindelijk laatste doel moet zijn dat al je handelen stuurt. Omdat geluk een
einddoel is wordt het een intrinsieke doel genoemd. Deugden zijn intrinsieke doelen.
Deugden zijn goed in zichzelf en helpen je bij het vervolmaken van je leven. Volgens Aristoteles is de
mens pas gelukkig als hij deugt als mens: gelukkig zijn betekent bij Aristoteles eerder als ‘gelukt zijn’.
Je bent ‘gelukt’ als je je potenties en mogelijkheden als mens hebt verwerkelijkt.
Soorten deugd:
- Intellectuele deugd: verstandigheid, wijsheid en bezonnenheid
- Karakter deugd: moed, zorgzaamheid, matigheid, rechtvaardigheid, vrijgevend, vriendelijk
De karakterdeugden moeten altijd onder leiding staan van de intellectuele deugden; je hebt je
verstand nodig om te bepalen wat in elke situatie de juiste manier of de juiste maat is.
Rechtvaardigheid houdt het midden tussen onrecht ondergaan en onrecht doen.
Stelen is altijd slecht en wordt niet ineens een deugd omdat je het voor een goede zaak doet, het
blijft slecht omdat het stelen is.
, Een dief mag moed nodig hebben om in te breken, maar hij handelt niet rechtvaardig en zullen we
hem ook niet moedig noemen. Er is sprake van moed wanneer je je inzet voor een goede zaak en je
daarbij durf toont. Onrechtvaardige moed is geen moed, maar hooguit iets wat er op lijkt.
Praktische wijsheid is voor zorgprofessionals die constant moeten afwegen wat het goede is met alle
relevante regels, wetten en belangen. Er is moed nodig om soms een beslissing te kunnen maken
Zorgethiek: (blz. 88.96) (kohlberg & Gilligan)
Zorgzaamheid zegt iets over hoe betrokken je bent bij iemand en het is de centrale deugd in de
zorgethiek. Zorgethiek is ontstaan door kritiek op een onderzoek van Lawrence Kohlberg.
Kohlberg was geïnteresseerd in de morele ontwikkeling van kinderen per leeftijd.
- Niveau 1: pre conventioneel niveau
- Niveau 2: conventioneel niveau
- Niveau 3: post conventioneel niveau (blz. 89)
Kohlberg dacht dat dit zijn meetinstrument was voor het gedrag van jongens en meisjes, echter
bleven de meisjes op niveau 2 hangen en dat meisjes dus niet logisch kunnen redeneren op hoog
niveau.
Studente Carol Gilligan had kritiek op Kohlberg en toonde aan dat er iets mis is met het data van het
onderzoek. Meisjes benaderen het probleem niet vanuit regels of principes, maar keken naar de
andere factoren als relationeel en zorgperspectief.
Simone de Beauvoir: vrouwen worden niet als vrouw geboren, maar tot vrouw gemaakt
(blz.91.02/P3.4.4)
Joan Tronto: (blz. 92)
‘zorg is een activiteit die alles omvat van wat we doen om onze wereld in stand te houden, voort te
zetten en te herstellen zodat we er zo goed mogelijk in kunnen leven. Zorg is geen activiteit, maar
een houding van iemand.
Fasen van zorgen volgens Tronto
- 1e fase: Caring about: Zich zorgen maken, zich bekommeren, bezorgd zijn
- 2e fase: Taking care of: zorgen dat er iets gebeurt
- 3e fase: Caregiving: zorg geven
- 4lpe fase: care receiving: zorg ontvangen
Filosoof Friedrich Nietzsche (blz. 96.101)
Volgens Nietzsche zijn zorgzaamheid en hulpvaardigheid geen deugden, maar uitingen van wat hij de
‘slavenmoraal’ noemt.
2 gedachtes van Nietzsche: er is één waarheid, en ten tweede kan die waarheid niet gevonden
worden.
Nietzsche gaat niet over politieke macht of macht over anderen, maar over macht aan jezelf. Wie
macht heeft over zichzelf, voelt zich sterk en heeft zichzelf onder controle. Je moet heer en meester
van jezelf worden.
- We moeten elkaar het slechtste toewensen, want wie ongelukken overwint, komt sterker uit
de strijd.