Latijn toetsweek 4
+ KCV t/m Olympia
Plinius – brief 20
Een nieuw verzoek van Tacitus
C. PLINIUS TACITO SUO S.
[1] Ais te (A) adductum (ppp) litteris quas exigenti tibi de morte avunculi mei scripsi, cupere (I)
cognoscere (I), quos ego Miseni (abl. Loc.) relictus (ppp) — id enim ingressus (ppp) abruperam — non
solum metus verum etiam casus pertulerim (con. Afh. Vraag). 'Quamquam animus meminisse
horret, ...incipiam.'
C. Plinius groet zijn Tacitus. Jij zegt dat jij wil weten, ertoe gebracht door de brief die ik heb
geschreven aan jou die het vroeg over de dood van mijn oom, wilt weten niet alleen welke
angsten maar ook welke gebeurtenissen ik heb verdragen nadat ik was achtergelaten in
Misenum want nadat ik dit was begonnen had ik het verhaal afgebroken. Hoewel mijn geest
huivert het zich te herinneren, … zal ik beginnen.
Een onrustige slaap en een goed boek
[2] Profecto avunculo (ablabs met ppp) ipse reliquum tempus studiis — ideo enim remanseram —
impendi; mox balineum cena somnus (tricolon) inquietus et brevis.
Nadat mijn oom was vertrokken heb ik zelf de overgebleven tijd besteed aan studie – want
daarom was ik achtergebleven – spoedig was er een bad een maaltijd een onrustige en korte
slaap.
[3] Praecesserat per multos dies tremor terrae, minus formidolosus quia Campaniae solitus; illa vero
nocte ita invaluit, ut non moveri (inf. Passief) omnia sed verti (inf. Passief) crederentur
Gedurende vele dagen was er een aardbeving voorafgegaan, minder angstaanjagend omdat
het de gewoonte was van Campanië; maar in die nacht was het zo toegenomen, dat alle
huisraad geloofd werden niet bewogen te worden maar omgekeerd te worden.
[4] Irrupit cubiculum meum mater; surgebam invicem, si quiesceret excitaturus (pfa). Resedimus in
area domus, quae mare a tectis (abl. Sep.) modico spatio dividebat.
Mijn Moeder is mijn slaapkamer binnengevallen; ik stond aan de andere kant op om haar te
wekken als ze zou slapen. Wij zijn gaan zitten op de binnenplaats van het huis, die de zee scheidde
van de gebouwen met een gematigde afstand.
[5] Dubito (ik=Plinius), constantiam vocare an imprudentiam debeam (con. Afh. Vraag) — agebam
enim duodevicensimum annum -: posco librum Titi Livi, et quasi per otium lego atque etiam ut
coeperam excerpo. Ecce amicus avunculi qui nuper ad eum ex Hispania venerat, ut me (A) et matrem
(A) sedentes (P) (ACP), me vero etiam legentem videt, illius (A) patientiam (B) securitatem (B) meam
(A) corripit. Nihilo segnius (comp.) ego intentus in librum.
, ik twijfel, of ik het vastberadenheid of onverstandigheid moet noemen – want ik was 18 jaar oud –
Ik vraag om een boek van Titus Livius en ik lees net zoals door mijn vrije tijd en ik maak zelfs een
uittreksel zoals ik begonnen was. Kijk een vriend van mijn oom, die onlangs uit Spanje naar hem was
gekomen, zodra als hij mij en mijn moeder ziet zitten maar mij zelfs ziet lezen berispt hij haar
passiviteit en mijn zorgeloosheid. Geenszins langzamer ben ik bezig met mijn boek.
Plinius verlaat toch het huis
[6] Iam hora diei prima, et adhuc dubius et quasi languidus dies. Iam quassatis circumiacentibus tectis
(ablabs + 2 ppp), quamquam in aperto loco, angusto tamen, magnus et certus ruinae metus.
nu was het het eerste uur van de dag en nog steeds was de dag twijfelachtig en alsof hij loom was.
Nadat nu de eromheenliggende huizen hevig geschud hadden hoewel wij in een open plaats waren,
toch een nauwe, was er een grote en zekere angst voor instorting.
[7] Tum demum excedere oppido visum; sequitur vulgus attonitum, quodque in pavore simile
prudentiae, alienum consilium suo praefert, ingentique agmine abeuntes (ppa van abire) premit et
impellit.
toen pas besloten wij de stad te veralten; het verbijsterde gewone volk volgt en wat in paniek
gelijk is aan wijsheid, verkiest andermans plan boven het zijne, en met een enorme stoet drukt het
ons plat en drijft het ons voort terwijl wij weggaan.
[8] Egressi (ppp) tecta consistimus. Multa ibi miranda, multas formidines patimur. Nam vehicula quae
produci iusseramus, quamquam in planissimo campo, in contrarias partes agebantur, ac ne lapidibus
quidem fulta in eodem vestigio quiescebant.
nadat we de huizen hebben verlaten zijn we blijven staan. Daar waren veel wonderbaarlijke
dingen, wij ondergaan vele angsten. Want de voertuigen die wij hadden bevolen dat naar voren
gebracht werden, hoewel in een zeer vlakke vlakte, kwamen naar verschillende kanten in beweging,
en zelfs niet gestut door stenen rustten zij in hetzelfde spoor.
Angstaanjagende beelden
[9] Praeterea mare (A) in se resorberi (I) et tremore terrae quasi repelli (I) videbamus. Certe
processerat litus, multaque animalia maris siccis harenis detinebat. Ab altero latere nubes atra et
horrenda (gv), ignei spiritus tortis vibratisque discursibus rupta (ppp), in longas flammarum figuras
dehiscebat; fulguribus (abl. Comp.) illae et similes et maiores erant.
Bovendien zagen wij dat de zee in zichzelf opgeslurpt werd en teruggedreven werd alsof door een
trilling van de aarde. Het strand was zeker groter geworden en het hield vele dieren van de zee vast
op de droge zanden. Van de andere kant spleet een zwarte en huiveringwekkende wolk uiteen in
lange figuren van vlammen, gebroken door gekronkelde en geflikkerde flitsen van brandend gas, zij
waren en gelijk en groter dan bliksemflitsen.
[10] Tum vero idem ille ex Hispania amicus acrius (comp. & bw) et instantius (comp. & bw) 'Si frater
(A)' inquit 'tuus (B) (moeder plinius), tuus (B) (plinius junior) avunculus (A) vivit, vult esse (I) vos (A)
salvos (A); si periit, superstites voluit. Proin de quid cessatis evadere?' Respondimus (pfa) non
commissuros (pfa + A + esse I) nos ut de salute illius incerti nostrae consuleremus.