Bouwkunde Hoofdstuk 15
Staalplaat: Witgloeiende ingot wordt tussen zware rollen uitgewalst. Dikte is 1,5 -
3mm. Platen worden eventueel voorzien van profilering, voor vergroten van
stijfheid.
Toepassingen zijn:
- Gegolfde platen voor dakplaten, gevelbekleding en vloerconstructies.
- Vlakke platen voor gevelpanelen, deuren en betonkisten
- Geperforeerde platen voor afdekking watergoten in natte ruimten
- Geprofileerde platen voor traptreden
- Strippen voor het vervaardigen van stalen roosters
Voor gevelbekleding wordt vaak duurzame kunststofcoating aangebracht of
een glazuurlaag
Profielstaal: Ingot wordt uitgewalst tot staven en daarna met profielwals gewalst. De
witgloeiende staaf wordt door de verschillende openingen tussen de
walsrollen gevoerd.
Warmgewalste profielen:
- Bij omgevingstemperatuur gevormd. Hoogwaardig, gewrongen of getordeerd betonstaal.
Zijn stijver, gladder, hebben een lage maattolerantie en ronde hoeken.
Koudgevormde profielen:
- Van dunne staalplaat bij normale fabriekstemperaturen. Voor grote stijfheid en gering
gewicht, kleinere wanddikte. Tralieligger voor vloer- en dakconstructies (ook
kozijnprofielen). Holle profielen, vierkante of rechthoekige kokers. Doorsneden zijn overal
even dik, scherpe hoeken en blank staal.
Weervast constructiestaal:
Op cortenstaal wordt van nature een corrosiehuid gevormd die niet
doorzet. Kan zonder oppervlakte bewerking in de open lucht worden
toegepast.
Roestvast staal: Wordt niet door corrosie aangetast. Is een legering met chroom
minimaal 13%. Er worden ook andere materialen toegepast voor betere
eigenschappen. Het is duurder dan staal, maar heeft weinig onderhoud
nodig.
Verbindingen in staal:
Klinknagelverbindingen:
Arbeidsintensief, dus alleen voor restauraties en bijzondere constructies.
Dunner dan 10mm koud klinken, vanaf 10mm witheet klinken. Door
afkoeling krimpt het waardoor de delen vaster op elkaar worden getrokken.
Schroefverbinding: De schroef met boorpunt is geschikt voor koudgevormde en
warmgewalste profielen. De zelftappende moet worden voorgeboord.
Boutverbindingen: Meest gangbare bij staalskelet zijn zeskantbouten met metrische
draad. Vaak worden voorspanbouten toegepast. Krachten worden
overgebracht door wrijving tussen verbindende delen.
Lasverbinding: Voor hoofddraagconstructies de beste verbinding. De delen worden
zoveel mogelijk in de werkplaats gelast en op de montageplaats in elkaar
, gezet met bouten of met tijdelijke bouten en daarna gelast. Een goed
gevoerde lasverbinding zorgt voor een vloeiende overgang die even sterk
kan zijn als het profiel zelf.
Fels- en lijmverbindingen:
Felsverbindingen door randen van twee delen aan elkaar te vouwen en om
te slaan. Niet in constructies. Lijmverbindingen komen voor in
plaatverbindingen in de vliegtuigindustrie.
Brandwerende bescherming staalconstructie:
Staal is onbrandbaar, maar bij 300 graden C nemen de stijfheid en sterkte
af, waardoor de brandwerendheid slechts 20 tot 30 minuten is. Een
bekleding op staal vertraagt het opwarmen tijdens een brand aanzienlijk.
Materialen die hiervoor in aanmerking komen zijn: stucwerk, gipsplaten,
beton, steenwol.
Beschermen van staal:
Staal kan worden beschermd door een laag verf, lak, kunststof of bitumen
of een laagje materiaal als lood, zink, koper, tin en chroom.
Verloden: Verloden kan door laag smeltpunt van lood door onderdompeling om
materialen te beschermen tegen inwerking van zuren, zeewater en
rookgassen.
Vertinnen: Door metaal te vertinnen ontstaat blik. Kan plaatsvinden door
onderdompeling en met elektrische stroom.
Elektrolytsich verzinken:
Zinklaag wordt via elektronische weg aangebracht. De laag is mooi glad en
glimmend
Continu thermisch verzinken of sendzimir verzinken:
Koudgewalst bandstaal wordt na voorbehandeling door een zinkblad
gevoerd. De laagdikte wordt bepaald door het afblazen van het overtollig
zink. Om vorming van witte roest tegen te gaan vindt er nog een
chemische behandeling plaats. Heeft een egaal, glanzend uiterlijk.
Thermisch verzinken:
In zinkbaden met lengte van 15m, breedte van 2m en diepte van 3m. Ook
geschikt voor profielen en buizen. Grotere voorwerpen worden met double
dip bewerkt, de zinklaag is dan achter beperkt vervormbaar. Er ontstaan
zinkbloemen. Mooi zilverglanzend, wordt door verwering doffer.
Mechanisch verzinken:
In roterende trommel deels gevuld met glazen korrels. Staal krijgt eerst
koperlaagje, waarna zinkpoeder en een hulpstof worden toegevoegd,
waarna de glaskorrels het zink op het staaloppervlak hameren. Toegepast
bij kleinere onderdelen.
Schooperen of zinkspuiten:
Met spuitpistool en zinkdraad op een vooraf blank gestraald oppervlak,
korrelig en broos. Door luchtinspuitingen die tijdens het spuiten kunnen
ontstaan, ontstaat een poreus oppervlak dat voor de buitenkant van
afwerklaag moet worden voorzien. Vooral bij grote voorwerpen. Als zinklaag
met poeder wordt aangebracht heet dat schorizeren.