Samenvatting
Samenvatting Dit is onderzoek!, ISBN: 9789001895440 Onderzoek Doen (OND)
Samenvatting van het boek Dit is onderzoek voor het vak Onderzoek doen. Opleiding Facility Management.
[Meer zien]Voorbeeld 4 van de 46 pagina's
Voorbeeld 4 van de 46 pagina's
In winkelwagengesponsord bericht van onze partner
Gekoppeld boek
Titel boek:
Auteur(s):
- Uitgave:
- ISBN:
- Druk:
Verkoper
Volgen
Voorbeeld van de inhoud
Onderzoek Doen, leerjaar 1H1 t/m 4
Samenvatting H1, dit is onderzoek.
Onderzoek doen
1.1
Een onderzoeksplan en een onderzoeksverslag beginnen altijd met een introductie/inleiding.
- Inleiding schets de achtergrond van het onderzoek.
o Wat is de aanleiding, wat is het probleem, hoe heeft dat geresulteerd in de
onderzoeksvraag?
- Bij de introductie begin je breed met het formuleren van het probleem en de
achtergrond, en je eindigt smal met de te beantwoorden onderzoeksvraag.
Vertaling van een probleem in een onderzoeksvraag, nadenken over:
1. De Probleemstelling
2. De doelstelling
3. De onderzoeksethiek
4. De onderzoeksvraag
1.1.1
De probleemstelling = de achtergrond waaruit de onderzoeksvraag voorkomt.
- je hebt vaak een probleem, dat je wilt oplossen. Je hebt hiervoor informatie nodig. In
het onderzoeksverslag begin je dan met de probleemstelling.
- Het is de taak van de onderzoeker om voldoende informatie te leveren. Op basis van
die informatie bedenken andere een oplossing.
Analyseren van het probleem dit is vaak lastig doordat opdrachtgevers vaak wel
weten wat ze willen alleen soms moeilijk kunnen aangeven wat het probleem is.
Het is belangrijk om ruim de tijd te nemen voor het analyseren van een probleem, en
af en toe nog even terug te gaan naar de vraag wat het probleem nou precies was.
- Uit het rapport moet uiteindelijk blijken waar het onderzoek ophoudt en waar je
inhoudelijke advies begint.
Een beleidsvraag een antwoord hierop is meestal een advies wat je als instelling of
bedrijf moet doen. Hiervoor heb je informatie nodig, dus is er onderzoek nodig.
Tabel 1.1 blz. 18 verschil beleidsvraag en onderzoeksvraag.
1.1.2
De doelstelling = het antwoord op de vraag waarom je het onderzoek doet en wat je
ermee wil bereiken
- Elk onderzoek doe je met een doel.
Zuiver wetenschappelijk onderzoek = doel om alleen kennis te verzamelen
Wetenschappelijk verantwoorde wijze onderzoek = op een verantwoorde en te
controleren manier onderzoek doen.
, Toegepast onderzoek = verzamel je kennis, die pas je ook toe. De verzamelde kennis
moet bijdragen aan de oplossing voor het probleem. Goede doelstelling op papier
zetten, om te voorkomen dat de opdrachtgever verkeerde verwachtingen heeft.
Tabel 1.2 blz. 19. Verschil tussen toegepast en zuiver … onderzoek
1.1.3
Onderzoeksethiek = kijken of het onderzoek ethisch verantwoord is.
- Soms moet je schriftelijk toestemming hebben van een ethische commissie van je
opleiding of van de instelling waarvoor je onderzoek doet.
- Je moet rekening houden met de ethische voorwaarden die voor jou vakgebied
gelden. De MOA hanteert duidelijke richtlijnen, dit zijn de richtlijnen volgens
ESOMAR.
- Je voert een onderzoek alleen uit als je de volgende 5 vragen positief kunt
beantwoorden:
o Doet de respondent vrijwillig mee?
o Ondervindt de respondent geen negatieve gevolgen van het onderzoek?
o Legt de onderzoeker goed uit wat hij gaat doen en waarom?
o Zijn de onderzoeksresultaten minimaal vertrouwelijk, maar het liefst
anoniem?
o Wordt het onderzoek op een betrouwbare en valide manier uitgevoerd?
- Indien je het onderzoek niet zelf gaat uitvoeren maar gaat laten uitvoeren, kijk dan
goed naar de betrouwbaarheid van het onderzoeksbureau.
1.1.4
De onderzoeksvraag = de vraag waarop het onderzoek antwoord moet geven.
- je moet jezelf in iedere fase van het onderzoek afvragen: geeft dit antwoord op de
onderzoeksvraag?
- Het is belangrijk dat je je onderzoeksvraag duidelijk aan te geven en helder te
beschrijven. Hierdoor voorkom je teleurstellingen en misverstanden.
- Je komt nooit in een keer tot een onderzoeksvraag. De opdrachtgever moet voor het
onderzoek instemmen met de onderzoeksvraag.
- Je hebt vaak ook deelvragen. Een mindmap is vaak handig om te maken.
1.2
1.2.1
Open onderzoeksvraag: De doelstelling van het onderzoek is duidelijk. De
onderzoeker begint met een open vizier. De onderzoeker zal open vragen gaan
stellen, omdat de motieven niet duidelijk zijn. Het is belangrijk dat je onbevangen te
werk gaat. (Voorbeeld blz. 23)
Gesloten onderzoeksvraag: de onderzoekers weten wat ze kunnen verwachten.
Hierbij ga je te werk met een observatielijst. De onderzoekers weten wat zij willen
observeren, dus kunnen ze gericht te werk gaan. Bij een gesloten onderzoeksvraag
kan je een vaststaand observatieschema gebruiken. (Voorbeeld blz.23)
1.2.2
Kwalitatief onderzoek:
, Onderzoek waarbij problemen in en van situaties, gebeurtenissen en personen
beschreven en geïnterpreteerd worden met behulp van gegevens van kwalitatieve
aard, zoals belevingen, ervaringen en betekenisverleningen, die verzameld zijn via
open interviews en/of participerende observatie en/of gebruik van bestaande
documenten.
o Open onderzoeksvraag
o Brede onderzoeksvraag, weinig kennis
o Werkt niet met vaste observatielijst
o Gaat om het verkrijgen van inzichten, en minder om harde feiten.
o Data: verslagen.
o Foto’s/video’s = belangrijke databron.
o Meestal teksten die je analyseert
Kwantitatief onderzoek
Onderzoek waarbij het onderzoeksmateriaal bestaat uit cijfermatige gegevens die
statistisch geanalyseerd worden om antwoord te geven op de onderzoeksvraag.
o Onderzoeksvraag is smal/ gesloten
o Weet wat je kan verwachten
o Legt elke keer dezelfde vragen voor/ observeert telkens zelfde gedrag
o Vooraf weet je welke vragen je gaat stellen.
o Data: cijfers
o Je gaat dus kijken naar factoren die eventueel invloed zouden kunnen hebben
op…
Verschillen, zie fig. 1.3!! einde blz. 26
- In een onderzoek kan ook een combinatie voorkomen van kwalitatief en
kwantitatief= mixed methods-benadering.
Het onderzoek moet altijd controleerbaar zijn, hoe de onderzoeker aan zijn conclusie komt.
- Kwantitatief onderzoek reproduceerbaarheidseis = het onderzoek moet zo zijn dat
iemand anders moet in staat zijn om het onderzoek te herhalen. = duidelijk hoe je
aan je respondenten bent gekomen, welke onderzoeksinstrumenten gebruikt.
- Kwalitatief onderzoek verifieerbaarheidseis= conclusies moeten plausibel zijn,
werkwijze moet transparant zijn. De onderzoekers leveren bij hun onderzoeksverslag
ook de interviews en observatieverslagen erbij.
1.3
Bij een onderzoek is het belangrijk dat er duidelijk wordt over wie of wat er iets gezegd
wordt.
- Onderzoekseenheden= de eenheden waarover je iets wil zeggen.
Alle eenheden vormen gezamenlijk de populatie.
1. Wat zijn onderzoekseenheden? (1.3.1)
2. Wat zijn eigenschappen/ kenmerken? (1.3.2)
3. Wat is het verband tussen eenheden en kenmerken in een onderzoek? (1.3.3)
, 1.3.1
Belangrijk om te kijken over wie of wat je uitspraken gaat doen. Je legt de
generalisatiepretentie van je onderzoek vast.
Dit wordt vaak slordig omschreven, hierdoor is het niet duidelijk voor wie de
onderzoeksuitkomsten gelden.
Onderzoekseenheden = de personen, bedrijven, instanties of situaties waarover je op
basis van je onderzoek uitspraken wilt doen.
(soms zitten de onderzoekseenheden verstopt in de onderzoeksvraag)
1.3.2
Het is ook belangrijk om te weten wat je over die eenheden gaat zeggen.
Kenmerken= de eigenschappen van de eenheden waarover je uitspraken doet op
basis van de onderzoeksresultaten.
1.3.3
Tabel 1.3 goede voorbeelden van eenheden en kenmerken.
- Maak bij je onderzoek eerst een datamatrix hierdoor krijg je een beeld wat de
onderzoekseenheden zijn en wat de eigenschappen van die onderzoekseenheden
zijn.
Datamatrix = een tabel waarin gegevens overzichtelijk zijn weergegeven. (tabel 1.4,
blz. 30)
- Soms hebben de kenmerken niet op dezelfde eenheden betrekking.
- Bij een kwalitatief onderzoek zijn de eenheden en kenmerken vaak minder duidelijk
dan bij een kwantitatief onderzoek.
- Bij kwantitatief onderzoek kan de onderzoeker zijn pretentie tijdens het onderzoek
bijstellen.
1.4
Een onderzoek opzetten met een bepaald probleem, dan begin je meestal met de
oriëntatiefase.
- Oriëntatie = je overlegt met je collega’s en met je opdrachtgever en kijkt wat er op
internet en in de literatuur bekend is over het betreffende onderwerp.
- Daarna formuleer je je onderzoeksvraag pas definitief
- Voorbereiden op onderzoek:
1. Doen van vooronderzoek (1.4.1)
2. Doen van bronnenonderzoek (1.4.2)
1.4.1
- Soms is het beter om eerst een kwalitatief vooronderzoek te doen dan kun je als
onderzoeker zelf zorgen dat je op die afdeling werkt bijvoorbeeld en het meemaakt.
Dan kun je kijken wat je op valt.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper julliettebode. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.
Is Stuvia te vertrouwen?
4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)
Afgelopen 30 dagen zijn er 65507 samenvattingen verkocht
Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen