Samenvatting
Samenvatting alle colleges Sociologie van Criminaliteit & Veiligheid
- Instelling
- Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Samenvatting alle colleges Sociologie van Criminaliteit & Veiligheid. Cijfer tentamen: 8,0.
[Meer zien]Voorbeeld 3 van de 22 pagina's
Voorbeeld 3 van de 22 pagina's
In winkelwagengesponsord bericht van onze partner
Voorbeeld van de inhoud
Samenvatting Sociologie van Criminaliteit en VeiligheidCollege 1 – Wachten op later (ASG)
Het artikel ‘Wachten op later’ begint met een aantal beschrijvende gegevens, bijvoorbeeld dat
criminaliteit niet toeneemt, er is een flinke daling geweest. Overigens wordt geweld en agressie wel
steeds ernstiger. Ook wordt er gezegd dat daders vaker een andere etnische achtergrond hebben
dan de Nederlandse achtergrond. De daders zijn steeds jonger en het aandeel meisjes groeit. Maar
wat zijn nu echt verklaringen:
- Jongvolwassenen moeten lang wachten op erkenning van hun maatschappelijke rol, met
name laagopgeleiden. Dit leidt tot frustratie;
- Er is spanning tussen westerse en allochtone opvoedstijlen;
- Entertainment geweld wordt de nieuwe gedragsregel.
In het artikel wordt gezegd dat 90% van de jonge gelegenheidsdaders vanzelf ophouden met dit
gedrag, zodra ze ouder worden. Dit heeft te maken met voortschrijdend inzicht en een betere
driftbeheersing, maar heel belangrijk is het krijgen van een relatie of werk: hierdoor beginnen levens
zich te stabiliseren.
Wanneer wordt gekeken naar onderzoek, blijkt dat de piek in dit gedrag ligt rond een jaar of 17. Deze
piek is van alle tijden, zelfs in 1800 kwam het voor. In alle landen geldt dezelfde piek, zowel voor
mannen als vrouwen en voor mensen als dieren. Volgens Tremblay is agressie er echter al veel
eerder, maar ligt het aan de definitie wanneer we iets als geweld zien. Volgens hem gebeurt het al bij
jonge kinderen van 3. Moffit onderscheidt twee groepen jongeren in haar onderzoek: jongeren die
van kind af aan al agressief zijn en als puber doorgaan met antisociaal gedrag.
Fragment Nova – Intensieve gedragstherapie kleuters
Negatief gedrag wordt genegeerd en positief gedrag wordt overdreven beloond. Allemaal kleuters
met ernstige gedragsproblemen en vreemde ogen dwingen niet. Ze zijn niet te handhaven in een
gemiddelde klas van 30 leerlingen. Hoe eerder je ernstige gedragsproblemen bijstuurt, hoe groter
het effect op latere leeftijd. Er wordt geprobeerd om probleemgedrag om te buigen naar gewenst
gedrag. De essentie is dus dat wanneer je gewenst gedrag vertoont, je aandacht krijgt.
Dat kinderen op zo’n jonge leeftijd al dermate ernstig gedrag vertonen, komt voornamelijk door
aanleg en omgeving. Dit zijn verklaringen voor langdurig antisociaal gedrag (life-course persistent).
Aanleg gaat voornamelijk over tekorten qua:
- Verbaal vermogen: ondanks dat ze een groot repertoire aan scheldwoorden hebben, zijn ze
verbaal vrij zwak;
- Probleemoplossend vermogen: door het onvermogen om verbaal sterk te zijn, kunnen ze
hun problemen hierdoor moeilijker oplossen;
- Concentratie: er zijn problemen met concentreren;
- Zelfcontrole: de kinderen hebben weinig zelfbeheersing.
Daarnaast speelt de omgeving een belangrijke rol:
- Er is sprake van een problematische zwangerschap: bijvoorbeeld te vroeg geboren, heeft de
moeder drugs gebruikt;
- Ook de opvoeding is problematisch: bijvoorbeeld als kinderen het eerste kind zijn, worden ze
flink verwend.
Als er niet vroegtijdig wordt ingegrepen bij dit soort probleemkinderen, is de kans heel groot dat ze
verkeerd terecht komen en de problemen zich opeenstapelen. Een aantal van deze problemen
kunnen zijn:
- Grote kans op verslaving;
, - Als ze al een baan vinden, is het een slechte baan;
- Hierdoor komen ze wellicht in de schulden;
- Ze kunnen dakloos worden;
- Hebben instabiele relaties;
- Ze zullen zelf (ook) een slechte ouder zijn;
- Er is een grotere kans op psychiatrische stoornissen.
Antisociaal gedrag is dus een hele grote voorspeller voor antisociaal gedrag in de volwassenheid. Dit
is niet per definitie zo, want gelukkig zijn er interventies e.d. Maar wanneer antisociaal gedrag in de
volwassenheid plaatsvindt, dan zijn ze het in de kindertijd ook geweest.
Wanneer wordt gekeken naar tijdelijk antisociaal gedrag, moet veel meer worden gekeken naar
sociale processen. Er is hierbij sprake van een majority-gap: een kloof tussen de biologische-sociale
volwassenheid. Jongeren van 13, 14, 15 kunnen biologisch gezien al heel veel, maar sociaal gezien
mogen ze een heleboel dingen nog niet (niet stemmen, niet drinken, stoppen met school). Dit leidt
vaak tot onvrede en antisociaal gedrag is hier een uitlaatklep van. Jongeren weten vaak ook dat ze
opvallen met antisociaal gedrag en dat ze stoer overkomen. Hierdoor willen ze populariteit bereiken.
Daarnaast hebben jongeren veel tijd en weinig geld in combinatie met een gebrek aan structuur en
supervisie. Er is echter ook een kleine groep die nooit experimenteert met antisociaal gedrag,
bijvoorbeeld door extreme controle. Dit is echter de uitzondering op de regel.
Wanneer de middelbare school wordt afgerond, kunnen jongeren meer keuzes maken, bijvoorbeeld
in wie hun vrienden zijn. Er is meer autonomie en volwassenheid. Daarnaast komen er meer
legitieme volwassen rollen beschikbaar (bijvoorbeeld in de vorm van werk). Ook de consequenties
van antisociaal gedrag veranderen: je kunt een strafblad krijgen bij bepaald gedrag en mensen willen
bepaalde consequenties voorkomen: hierdoor stoppen ze met antisociaal gedrag. Sommige jongeren
gaan toch door met dit gedrag: adolescence-onset: bijvoorbeeld rijden onder invloed en gewelddadig
zijn als echtgenoot.
Volwassenen laten kinderen steeds meer hun gang gaan, waardoor jongeren steeds sneller hulp
vragen aan leeftijdsgenoten. Dit terwijl de hulp van volwassenen effectiever is. Ook hebben jongeren
steun nodig van volwassenen, omdat de zelfregulatie nog niet goed genoeg is. Voorbeeld: tiener
zwangerschappen in Amerika. Door het verbieden van seks voor het huwelijk onder het dak van de
ouders, gaan jongeren het stiekem elders doen. Dit leidt tot minder voorlichting en meer
tienerzwangerschappen: in Amerika zijn er 1 op de 10 tienerzwangerschappen, terwijl dat in
Nederland 1 op de 100 is.
Er zijn drie gen-omgeving correlaties:
1. Passief: gemiddeld genomen krijgen hoger opgeleide mensen, makkelijkere kinderen.
Mensen die het zelf wat moeilijk hebben, krijgen moeilijkere baby’s. Dit betekent dat men
van de ouders niet alleen de genen krijgt, maar ook de opvoeding die hoort bij een bepaalde
levensstijl;
2. Actief: zodra jongeren ouder worden, zoeken ze zelf een andere omgeving op die past bij hun
interesses;
3. Evocatieve/reactieve: verwachtingen van de omgeving spelen hierbij een belangrijke rol.
Voetballers in de F1 gaan beter voetballen, omdat er meer tijd en betere trainers zijn. Er is
dus sprake van een selffulfilling prophecy. Hoge verwachtingen leiden dus tot betere
resultaten.
Het Golem effect houdt in dat wanneer mensen minder verwachten en er sprake is van een
negatieve behandeling, dan is er ook een grotere kans op een selffulfilling prophecy. Het werkt als
, een soort nocebo: hierdoor raken slechte leerlingen bijvoorbeeld achter en kunnen eenzame tieners
radicaliseren.
Niet iedereen is crimineel, omdat de meeste mensen wel iets te verliezen hebben (sociale banden,
banden met ouders). Uiteindelijk stopt iedereen met crimineel gedrag, omdat ze bijvoorbeeld met
‘pensioen’ zijn of zijn overleden. Keerpunten bij crimineel gedrag zijn bijvoorbeeld trouwen of een
opleiding. Hierdoor komt er meer structuur in het leven.
College 2 – Juiste cijfers en veiligheidsgevoelens
Als je kijkt naar cijfers over criminaliteit, is de eerste belangrijke stap in de justitiële keten om te
kijken hoeveel conflicten er worden gepleegd. De tweede stap is om de meldingen bij de politie te
bekijken. Daarna moet worden gekeken naar de registraties bij de politie, is de politie bereid om te
registreren? Het kan namelijk zijn dat er niet per se meer sprake is van criminaliteit, maar dat de
politie meer registreert en daardoor zijn er meer gevallen bekend.
Er is een duidelijke daling te zien van criminaliteit tussen 2009 en 2019. Op bijna alle gebieden is een
daling te zien, enkel op een aantal een lichte stijging. Mensen zijn bereid om meer te melden en door
de optimale registratie van de politie, wordt de daling ingezet.
Er is dus sprake van een daling in criminaliteit, maar ervaren mensen dit ook zo? Gaan
veiligheidsgevoelens bijvoorbeeld omhoog? Wanneer mensen afgaan op eigen ervaringen en
ervaringen van anderen, dan wordt het onderschat: mensen hebben niet het idee dat er heel veel
criminaliteit is. Wanneer men uitgaat van de media, dan wordt juist overschat: media overdrijft voor
sensatie, dus hierdoor worden mensen banger (bijvoorbeeld school shootings in USA). Ook de
politiek zet criminaliteit in voor eigen gewin. Er is sprake van een crime drop (minder criminaliteit) en
ook van een fear drop (mensen zijn minder angstig en voelen zich steeds veiliger). Dit voorkomt
stress bij mensen.
In de periode van 2005 tot 2015 is de jeugdcriminaliteit afgenomen. Dit komt omdat jongeren geen
alcohol meer mogen drinken onder 18 jaar, er meer emotionele steun is van ouders, meer openheid
naar ouders en ouders informeren naar het gedrag van hun kind. Er is dus meer controle en
monitoring door ouders. Tot slot hebben jongeren minder delinquente vrienden (als er minder
criminelen zijn, zul je ook minde criminele vrienden hebben). Jongeren worden dus minder
blootgesteld aan crimogene factoren. De gevoeligheid voor crimogene factoren is eigenlijk niet
veranderd in 10 jaar tijd.
De jeugd van tegenwoordig groeit zo veilig en rustig op (online), dat er sprake is van een slower life
history: veel belangrijke dingen als puberteit, relaties en kinderen komen later dan wanneer men niet
rustig opgroeit (faster life history). Deze slower life history in combinatie met de vermindering van
alcohol en het smartphone gebruik, hebben gezorgd voor een daling van criminaliteit. Door het
gamen en online zijn vervelen jongeren zich minder (ook op straat) en hierdoor wordt er geen
criminaliteit gepleegd uit verveling.
Nadelen van slachtofferenquêtes zijn:
Selectieve respons: iedereen kan zelf bepalen of ze meedoen. Bij enquêtes naar huiselijk
geweld zou het zomaar kunnen zijn dat de groep die niet mee doet, de groep is waar
huiselijk geweld voorkomt;
Sociaal-wenselijke antwoorden: mensen laten niet het achterste van hun tong zien;
Telescoping: zaken die soms al lang geleden gebeurd zijn, worden toch gemeld, omdat ze
bijvoorbeeld belangrijk vinden;
Slachtofferloze delicten: bijvoorbeeld vandalisme.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper marijke_vriezema. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.
Is Stuvia te vertrouwen?
4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)
Afgelopen 30 dagen zijn er 53068 samenvattingen verkocht
Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen