7.1
gewend bent te eten= eetgewoonte.
Eetgewoontes zijn afhankelijk van:
● je voorkeur: Kinderen anderen dingen lekker dan volwassen. Vaker eten= lekkerder
vinden.
● Het land waarin je woont of vandaan komt: land kan hoe en wat verschillen.
● je geloof: Met sommige geloven dieren niet eten.
In Nederland → mensen uit oorspronkelijk een ander land die nemen hun eetgewoontes mee.
veel kant-en-klaarmaaltijd(makkelijk+gezond)
voedingsmiddel= bijv. dropjes, melk: voedingsstoffen
voedingsstoffen= bijv. eiwit, vet
verpakking→ welke voedingstoffen
1. koolhydraten
2. eiwitten
3. vetten
4. mineralen
5. vitaminen
6. water
suikers en zetmeel= koolhydraten
3 groepen
1. energierijke stoffen: koolhydraten (suikers en zetmeel) en vetten=warmte
2. bouwstoffen: Eiwitten, vetten, mineralen en water=groei
3. beschermende stoffen: Vitaminen, mineralen= gezondheid
volkorenbrood, groente en fruit=voedingsvezel=goed darmspier→ eten gekneed+verteer beter.
per dag van elke groep voedingsstoffen: leeftijd, veel beweegt.
13 → groei= veel bouwstoffen
sport=energierijke stoffen.
Niet alle voedingsstoffen →voedingsmiddel voor.
gevarieerd eten= elke voedingsstof binnen.
De schijf van vijf
1. Groente en fruit → vitaminen, mineralen, koolhydraten en voedingsvezels.
2. Smeer- en bereidingsvetten (boter en olie) → vetten en vitaminen.
3. Zuivel, noten, vis, peulvruchten, vlees en ei → eiwitten, vitaminen en mineralen.
4. Brood, graanproducten en aardappelen → koolhydraten, vitaminen en voedingsvezels.
5. Dranken → water.
gezond → elke dag ander vak+drinken.
niet ontbeten= eerder koud+moeilijk concentreren→ chocolade+koek= energierijke stoffen
tussendoortje (energierijke stoffen) → minder honger(bouwstoffen+beschermende stoffen)
Voedselbederf =schimmels en bacterien op+in het voedsel groeien.
schimmels en bacteriën→ vies ruiken+smaken+ ziek = voedselinfectie.
manieren op voedsel: lucht+Handen+snijplank→ vermeerderen zich
, 1. Schimmels=dunne draden→ zuigen voedsel op → ontstaan kleine bolletjes, sporen
erin→ bolletjes knappen→ sporen verspreiden. elke sporen= nieuwe schimmel
2. Bacterien= 1 cel→ vermeerderen zich= celdeling. 1 bacterie deelt → twee delen ook
weer enz. Meer dan 10 miljoen bacterien pergram vlees= bedorven
vermeerderen→ een warme en vochtige omgeving, met voldoende zuurstof.
conserveren= voedsel lang houdbaar maken(leefomstandigheden slecht=niet vermeerderen)
zo kan dat:
1. Verhitten (pasteuriseren en steriliseren): schimmels, bacteriën gaan dood warmte.
2. Koelen+vriezen: schimmels, bacteriën groeien langzaam. lager dan 0°C = groei stopt.
3. Stof toevoeg: zout,suiker of zuur toevoegen→ schimmel en bacteriën groei niet.
speciale conserveermiddelen om groei stop.
4. Vacuüm/speciaal gas verpakken: schimmel+bacteriën zonder zuurstof dood. lucht uit
verpakking vervang door gasmengsel zonder zuurstof.
5. Drogen: schimmels en bacteriën kunnen niet zonder water.
Om te onthouden
Eetgewoonte
● Wat je gewend bent te eten, hoe en wanneer je dat doet, zijn je eetgewoonten.
● Eetgewoonten zijn afhankelijk van je voorkeur, het land waar je woont en je geloof.
● Eetgewoonten veranderen.
Voedingsstoffen
● Een voedingsmiddel is wat je eet of drinkt.
● In voedingsmiddelen= voedingsstoffen(eiwitten, koolhydraten, vetten, vitaminen,
mineralen en water).
Voedingstoffen kun je verdelen in:
● – energierijke stoffen: om energie te leveren om te bewegen en warm te blijven
● – bouwstoffen: om nieuwe cellen te maken
● – beschermende stoffen: om niet ziek te worden
Gezond eten (bron 7)
● Om van elke voedingsstof genoeg binnen te krijgen, moet je gevarieerd eten.
● Een hulpmiddel om gevarieerd te eten is de schijf van vijf.
● Ontbijten is belangrijk. Zo heb je voldoende energie om op school te presteren.
● veel zoete+vette tussendoortjes= weinig bouwstoffen en beschermende stoffen.
Voedselbederf (bron 11)
● Bacteriën+schimmel vermeerderen zich in voedsel en veroorzaken zo voedselbederf.
● Schimmels vermeerderen zich door middel van sporen en bacteriën door celdeling.
● Sommige schimmels en bacteriën maken je ziek. Je hebt dan een voedselinfectie.
Voedselbederf voorkomen
● Je kunt voedselbederf voorkomen door conserveren:
● – bacteriën en schimmels doden
● – leefomstandigheden zo slecht maken dat bacteriën en schimmels zich slecht kunnen
vermeerderen
● Methoden conserveren: verhit, koel, bepaalde stof toevoeg, zonder zuurstof, droog.
7.2