Tentamen: Sociale wetenschappen; blok 1
Werken in het basisonderwijs: H1.3, 4, 5, 6, 7.3
Pedagogisch-didactisch begeleiden: H4, 5.1, 5.2, 6, 8.1, 8.2, 8.3, 8,4, 9.1, 9.2, 10
Werken in het basisonderwijs
1.3: Een veelzijdig beroep
De bekwaamheidseisen waaraan een leraar moet voldoen, zijn sinds 2006
vastgelegd in een Algemene maatregel van bestuur (AMVB) bij de Wet op beroepen
in het onderwijs (Wet BIO) vakinhoudelijke, pedagogische en didactische
bekwaamheid
Binnen het beroep als leraar heb je nog weer 4 beroepsrollen
× de Interpersoonlijke rol
× de Pedagogische rol
× de Vakinhoudelijke en Didactische rol
× de Organisatorische rol
Deze rollen zijn te vervullen binnen 4 situaties:
× het werken met leerlingen
× het werken met collega’s
× het werken met de omgeving
× het werken met jezelf
Interpersoonlijk competent
- Goede, professionele manier van omgaan met kinderen
- Zorgen voor prettig leef- en werkklimaat in de groep
- Scheppen van een vriendelijke en coöperatieve sfeer
- Open communicatie tot stand brengen
- Zelfstandigheid van kinderen bevorderen
- In interactie goede balans tussen: leiden en begeleiden, sturen en volgen,
confronteren en verzoenen, corrigeren en stimuleren
Om dit te kunnen ben je op de hoogte van communicatie en omgangsvormen in de
leefwereld van kinderen rekening mee houdend in contact met kinderen
Beschikken over kennis van communicatietheorieën, groepsdynamica en
interculturele communicatie toepassen in praktijk
Pedagogisch competent
- In een veilige leeromgeving kun je leerlingen houvast en structuur bieden
o Sociaal-emotionele en morele ontwikkeling
- Helpen om een zelfstandig en verantwoordelijk persoon te worden
- Creëren van een veilige leeromgeving in de groep en in de lessen
- Kinderen weten dat ze erbij horen, welkom zijn en gewaardeerd worden
- Kinderen gaan op een respectvolle manier met elkaar om
- Kinderen worden uitgedaagd om verantwoordelijkheid voor elkaar te nemen;
initiatieven te kunnen nemen en zelfstandig kunnen werken
Om dit te kunnen ben je vertrouwd met de leefwereld van kinderen, hun
basisbehoeften en hun verwachtingen
, Bekend met globale verloop van sociaal-emotionele en morele ontwikkeling + evt.
daarbij voorkomende problemen
Op de hoogte van ontwikkelings- en opvoedtheorieën van het jonge en oudere kind +
met verschillende opvoedingspraktijken
Weten hoe processen van identiteitsvorming, zingeving en waardeontwikkelingen
verlopen + rekening houdend met culturele bepaaldheid en deze kennis toe kunnen
passen in de praktijk
Vakinhoudelijk & didactisch competent
- Kinderen de culturele bagage eigen maken
o Deze is samengevat in kerndoelen voor het primair onderwijs en die
elke deelnemer aan de samenleving nodig heeft om volwaardig te
kunnen functioneren
- Ontwerpen van een krachtige leeromgeving in de groep en de lessen
- Leerinhouden, je doen en laten afstemmen op de kinderen, rekening houdend
met individuele verschillen
- Kinderen motiveren voor de leertaak, uitdagen om het beste er van te maken,
helpen om het met succes af te ronden
o Kinderen leren om van en met elkaar o.a. de zelfstandigheid te
bevorderen
Om dit te kunnen beheers je de leerstof, met name basisvakken rekenen en taal
Leerstof op begrijpelijke en aansprekende manier uit kunnen leggen en daarbij
verschillende werkvormen hanteren
Vanuit vakinhoud verbanden leggen met dagelijks leven, werk en wetenschap
Vertrouwd zijn met de opbouw van leerinhouden in leerlijnen en samenhang ervan
Beschikken over didactische kennis en vaardigheden gebruik maken van
hulpmiddelen en ICT
Kennis van en rekening houdend met de wijze waarop kinderen leren, de invloed van
de ontwikkeling hierop en voorwaarden om tot leren te komen
Les voorbereiden en passend doel bij de leerstof selecteren, passende werkvormen
en materialen kiezen, toetsvorm om de leeropbrengst vast te stellen
Rekening houdend met verschillen tussen kinderen en onderwijs op maat bieden
Organisatorisch competent
- Overzichtelijke, ordelijke en taakgerichte sfeer in de groep/klas
- Kinderen weten waar ze aan toe zijn, wat ze moeten doen + welk doel en
welke ruimte ze hebben voor eigen initiatief
o Op een professionele en planmatige manier
- Consequente manier gebruik maken van concrete, functionele en door de
kinderen gedragen procedures en afspraken
Om dit te kunnen ben je bekend met de aspecten van klassenmanagement die voor
het onderwijs relevant zijn: organisatievormen, leermiddelen en leermaterialen die de
doelen en activiteiten ondersteunen.
Competent in het samenwerken met collega’s
- Jouw werk en dat van collega’s zijn goed op elkaar afgestemd
- Bijdrage leveren aan een goed pedagogisch en vakinhoudelijk en didactisch
klimaat op school; goede onderlinge samenwerking en een goede
schoolorganisatie