KENMERKENDE
ASPECTEN
TIJD VAN JAGERS EN BOEREN
TOT 3000 V CHR PREHISTORIE
1. LEVENSWIJZE VAN JAGERS EN VERZAMELAARS
Jagen: dieren doden om voedsel te krijgen.
Verzamelen: bij elkaar brengen
Nomanden: mensen zonder vaste leefplaats, die leven van de
veeteelt.
Jagers en verzamelaars leefden in familiegroepen van 10-20. Verschillende
familiegroepen bij elkaar vormden een stam (meestal van rond de 250-300
mensen). Ze leefden van het verzamelen van planten en vruchten, van de jacht
en van de visvangst. De mannen gingen op jacht en de vrouwen en kinderen
verzamelden de eetbare planten en vruchten. Ze verzamelden voedsel voor korte
tijd en waren daar meestal de hele dag mee bezig. Ze moesten verder trekken
als er geen voedsel meer te vinden was in de omgeving. Ze leefden dus een
nomadisch bestaan, in de open lucht, in grotten of eenvoudige hutten.
Ze maakten gebruik van eenvoudige werktuigen, gemaakt van hout, stenen en
botten. Ze aten dieren en gebruikten de vellen als kleden. Omdat de groepen
klein waren, was er geen ingewikkelde organisatie nodig. Hoe de groepen
bestuurd werden, is niet bekend want er was nog geen schrift.
2. ONTSTAAN VAN LANDBOUW EN
LANDBOUWSAMENLEVINGEN
Agrarisch: wat te maken heeft met het boerenleven
Landbouwsamenleving: samenleving waarin de landbouw het
overheersende middel van
bestaan is en waarin steden met handel en ambachten
vrijwel niet
voorkomen.
Akkerbouw en veeteelt werden voor het eerst ong. 7000 v Chr. in het Midden-
Oosten bedreven. Akkerbouw en veelteelt werden op meer plaatsen in de wereld
‘uitgevonden’. Mens ontdekte het in het Midden-Oosten het eerst hoe je door te
zaaien het volgende jaar kon oogsten. De mensen hoefden niet meer telkens
verder te trekken op zoek naar voedsel. Daardoor konden er
landbouwgemeenschappen ontwikkelen in de vorm van dorpen.
3. ONTSTAAN VAN DE EERSTE STEDELIJKE
GEMEENSCHAPPEN
Cultuur: het denken en doen van een bevolking
, KENMERKENDE
ASPECTEN
Men ontdekte in het Midden-Oosten hoe je door middel van zaaien een jaar later
kon oogsten en hoe je huisdieren kon houden. Ze hoefden niet meer steeds
verder te trekken voor voedsel. Daardoor konden dorpen zich ontwikkelen. De
oogst leverde zoveel op dat niet iedereen meer in de landbouw hoefde te werken.
Zo gingen de mensen ook andere beroepen uitoefenen. De ambachten. Sommige
dorpen groeiden uit tot plaatsen waar de meeste mensen niet meer in de
landbouw werkten, ze groeiden uit tot steden.
TIJD VAN GRIEKEN EN ROMEINEN
3000 V CHR. – 500 N CHR KLASSIEKE OUDHEID
4. DE ONTWIKKELING VAN WETENSCHAPPELIJK DENKEN EN HET
DENKEN OVER BURGERSCHAP EN POLITIEK IN DE GRIEKSE
STADSTAAT
Wetenschap: ( de Grieken en Romeinen gingen ) met observaties een
verklaring zoeken
voor natuurverschijnselen.
Burgerschap: het recht om deel te nemen aan het bestuur.
Polis (πολις): griekse stadstaat, een staat bestaande uit een stad en het
gebied eromheen.
Aristoteles en Ptolemaeus beschouwden de aarde als een bol de het centrum vormde
van het heelal. Maar een kleine groep van de bevolking geloofde dat. De meeste
mensen bleven de aarde met eigen ogen bekijken: als een platte onbeweeglijke schijf
met hemellichamen daarboven.
Alle beslissingen werden voortaan door de volksvergadering genomen. De
vergaderingen werden voorbereid door de Raad van Vijfhonderd. De Raad werd
terzijde gestaan door ambtenaren waarop hij toezicht hield. De Vijfhonderd werden
voor 1 jaar gekozen door loting uit een grotere groep die door de volksvergadering
was gekozen. Het dagelijks bestuur was in handen van een wisselende groep van 50
leden van de Raad van Vijfhonderd. De volksvergadering koos 10 leiders van het
leger en de vloot.
5. DE GROEI VAN HET ROMEINSE IMPERIUM, WAARDOOR DE
GRIEKS-ROMEINSE CULTUUR ZICH IN EUROPA VERSPREIDDE
Imperium: een staat bestaande uit een land met veroverde gebieden.
Romanisering: het verspreiden van de Grieks-Romeinse cultuur
(een deel dmv dwang).
, KENMERKENDE
ASPECTEN
De Romeinen begonnen Italië te veroveren waarna ze gingen uitbereidden in
Westelijke richting naar Spanje en Portugal. In het Zuiden overwonnen ze de vijand:
Carthago in Tunesië. In het Noorden veroverden de Romeinen Gallië (Frankrijk, België
en Zuid-Nederland) en het alpengebied. Ook Brittannië werd later veroverd. Daar liet
de keizer een 130 km lange muur bouwen om het Rijk te beschermen tegen de
Keltische barbaren. Julius Caesar slaagde erin Gallië te veroveren. IN 27 v Chr. begon
het Romeinse Keizerrijk, het imperium Romanum, nadat Augustus de eerste keizer
was geworden. Doordat Cleopatra eerst een huwelijk had met Caesar en later met
Antonius raakte ze verstrengeld in een machtsstrijd met Augustus. Toen Augustus de
strijd won kwam er een einde aan de onafhankelijkheid van Egypte. De Grieks-
Romeins cultuur verspreidde zich door het hele rijk. Waar de Romeinen kwamen
bouwden ze aquaducten, amfitheaters, marktpleinen en tempels.
6. DE KLASSIEKE VORMENTAAL VAN DE GRIEKS-ROMEINSE
CULTUUR
Klassiek: (uit de) tijd van de oude Grieken en Romeinen.
Vormentaal: de manier waarop de Griekse (bouw)kunst eruit zag.
Na de Romeinse verovering van Griekenland verdwenen scheepsladingen vol Griekse
beelden naar Rome waar ze gretig gekocht werden, Iedere, zichzelf respecterende
rijke Romein wilde zijn huis ermee decoreren. In 447 v Chr. ging in Athene een enorm
bouwproject van start. Na de verwoesting van tempels en gebouwen door de Perzen
50 jaar eerder wilde men een grootsere en mooiere stad bouwen dan de wereld ooit
had gezien. Ook kwamen er koepels, werden de gebouwen van beter materiaal
gemaakt en gebruikten ze pilaren.
TIJD VAN GRIEKEN EN ROMEINEN
3000 V CHR – 500 N CHR KLASSIEKE OUDHEID
7. DE CONFRONTATIE TUSSEN DE GRIEKS-ROMEINSE CULTUUR
EN DE GERMAANSE CULTUUR VAN NOORDWEST-EUROPA.
Tijdens de laatste eeuwen van het Romeinse Rijk trokken de Germanen het rijk
binnen. Sommige germanen romaniseerden, sommige bleven trouw aan de
Germaanse cultuur. Het West-Romeinse rijk viel uiteen in 476 in een
lappendeken van Germaanse staten. De Germanen vereerden anders dan de
Christenen meer goden. Zij verbeelden natuurkrachten. Maar zowel Christenen
als Germanen geloofden in een leven na de dood. Ze verschilden wel van
opvatting.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper amberwijngaard. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,09. Je zit daarna nergens aan vast.