Jeugd en recht
Boek: Jeugdrecht in de praktijk – Ido Weijers
Jeugdrecht: Verwijst meestal naar 4 gebieden van familierecht;
afstamming, minderjarigheid, ouderlijk gezag, vrijwillige jeugdhulp,
kinderbescherming en jeugdstrafrecht.
Er is niet 1 boek wat alles omvat van jeugdrecht
Burgerlijk Wetboek: Rechten en plichten van ouders in te vinden zoals
ouderschap, minderjarigheid, adoptie en voogdij, kinderbescherming en
medische behandelingen
Jeugdwet: Regels voor jeugdhulp (hoort weer bij bestuursrecht, regels
waar de overheid zich aan moet houden, en is dus weer een heel ander
handboek)
Urbanisatie: Verstedelijking, verpaupering van gezinnen. Er kwam grote
roep om bescherming van het kind door de staat
Kinderwetten van 1901: Een jaar na invoering van de leerplicht; de
overheid kon nu optreden als ouders of kinderen de wet overtraden.
EVRM 1950: Europees verdrag tot bescherming van de mens en
fundamentele vrijheden
EHRM: Europees hof voor de rechten van de mens. Denk bijvoorbeeld aan
behandeling homo’s, opsluiting psychiatrische patiënten, voogdij kinderen.
Uitspraken hiervan spelen grote rol voor kinder en mensen rechten.
Uitspraken van dit hof zijn definitief (geen hoger beroep mogelijk). Er
wordt hier dus naar gestapt als men het niet eens is met alle uitspraken
van de staat in de stappen hier naartoe.
IVRK 1989: Internationaal verdrag inzake de rechten van het kind; dit
versterkte de kinderrechten.
4 algemene principes van dit soort verdragen: Ieder kind heeft recht op
leven zonder discriminatie, belang van het kind voorop, allemaal recht op
leven, overleven en ontwikkeling, recht op mening geven/participeren.
Kinderombudsman: Een instelling die hulp biedt aan kinderen die
menen dat hun recht niet of onvoldoende worden nagekomen; onderzoekt
problemen zoals armoede en thuisblijvers (NL heeft er een sinds 2011).
Deze kan op een rij zetten wat er allemaal moet verbeteren, als er conflict
is (kind in de knel zit) kan een bijzondere curator de belangen van het kind
ondersteunen.
De wetgeving is niet statisch. Denk bijvoorbeeld aan de omslag van
verzorgingsstaat naar participatiemaatschappij, en grotere stroom
migratie, huwelijken minder enz.
Hoofdstuk 1: Familierecht
Familierecht: Heeft betrekking tot rechtsverhouding tussen personen op
het gebied van families en relaties
EVRM Artikel 8: Recht op eerbiediging van privé-familie en
gezinsleven:
1.Recht op respect voor privé, familie en gezinsleven, woning en
1
,Jeugd en recht
correspondentie.
2. Geen inmenging openbaar gezag toegestaan hierin, behalve als het
gaat om veiligheid, economisch welzijn land, strafbare feiten, bescherming
van gezondheid of bescherming rechten/vrijheid van anderen
Afstammingsrecht: Regelt de afstamming tussen ouders en kinderen;
bepaalt wie juridisch ouder is, zegt dus wie volgens de wet familie van
elkaar zijn. Dit geeft kinderen rechtsbetrekking tot ouders, neven, zussen,
etcetera.
Dwingend recht: Er is geen ruimte om binnen dit recht dingen naar
eigen inzicht te regelen
Sinds 2014 is het mogelijk dat twee moeders juridisch ouder zijn; toch is
biologische afstamming nog de ‘’norm’’. In het geval van moederschap
door geboorte is biologisch ouderschap nog steeds de pijler van juridisch
ouderschap. Internationaal recht speelt een grote rol hierin, EVRM heeft
bijv. in NL rechtstreekse werking. Rechterlijke macht moet wetgeving en
bestuur bij EVRM toetsen, en Nederlanders kunnen bepalingen van de
EVRM aangrijpen.
Moeder door geboorte: De vrouw uit wie het kind geboren is is direct
juridisch moeder met alle rechten en plichten. Ook in het geval van
draagmoeder, ‘wensmoederschap’ wordt door de NL wet niet erkend.
Wensmoeders kunnen alleen omslachtig via adoptie juridische moeder
worden.
Ouder/vader van rechtswege: Iedere man die getrouwd is óf
geregistreerd partnerschap heeft met vrouw die kind baart, wordt
automatisch juridisch vader. (ook al is dit biologisch niet zo). Zo niet, moet
de vader het kind erkennen.
Moederschap van rechtswege: Sinds 2014 kan tweede vrouw moeder
worden, als er formele relatie is (getrouw of geregistreerd) op moment van
de geboorte van het kind. Ten tweede moet het kind verwerkt zijn door KI
met onbekende donor. Bij een bekende donor kan de biologische vader
juridisch vaderschap claimen, dit zou dan in strijd zijn met max 2 ouders.
Twee ouders max: De regel van hoeveel ouders kind kan hebben
Erkenning: Bij de gemeente verklaren dat je het kind erkent, kan voor, na
of later de geboorte. Een cruciaal verschil met van rechtswege is dat voor
erkenning toestemming van de moeder is vereist. Als zij geen
toestemming geeft kan de biologische band getest worden en de rechter
wijst dan verzoek om erkenning in de regel toe. Ook een spermadonor
heeft dit recht (voorwaarde; nauwe persoonlijke betrekking tot
moeder/kind).
Is niet mogelijk als:
- Het kind al 2 ouders heeft
- Als de man vanwege nauw verwantschap geen huwelijk met de vrouw
2
,Jeugd en recht
zou mogen sluiten, door bv. broer vader of oom te zijn
- Als de man nog geen 16 jaar oud is
Vanaf 12: Kan een kind ook erkenning blokkeren
Erkenning door 2 vrouwen: Is van belang als er een bekende donor is
die geen ouderschap claimt, of als de donor onbekend was maar er geen
relatie was op het moment van geboorte. Vraagt weer toestemming
biologische geboorte moeder, weigert geboortemoeder dit kan weer bij
rechter gevraagd worden, toegestaan als dit in belang kind is.
Ouder door gerechtelijke vaststelling: Dat is ouderschap dat tegen je
wil wordt opgelegd.
Voor ouders die géén juridisch ouder willen zijn, vaders die niet willen, of
overlijden voordat het kind erkend is. Als de vader de verwekker is legde
de rechter juridisch vaderschap op aan de man. Vrouwen die het mee-
moederschap ontkennen, hier kan je niet op verwekkerschap de knoop
doorhakken. Op verzoek van de moeder legt de rechter de ontkenner dit
op als zij erin heeft ingestemd.
Ouderschap via adoptie: Via adoptie juridisch ouder worden; volledige
verbintenis tot gevolg
Gevolgen van ouderschap: Afstammingsrecht leidt tot een
familierechtelijke betrekking. Ook leidt het vaak tot gezag; mogen
opvoeden en verzorgen/zeggenschap hebben. Ook garandeert ouderschap
de recht en plicht tot omgang met het kind, dus ook na scheiding.
Verplicht om kosten te dragen voor het kind tot meerderjarig. Onderwijs
telt tot 21 jaar. Daarna kunnen ouders en kinderen van elkaar erven.
Verder: Familienaam, nationaliteit, fiscaal opzicht, sociale zekerheid.
Adoptie.
Nederlandse adoptie: In belang jeugdige, vaststaan niks meer
verwachten bio-ouders, onder de 18, vanaf 12> mening van kind, jonger
telt het ook mee. Grootouders mogen niet adopteren. Biologische ouders
moeten toestemming geven, behalve in geval
mishandeling/verwaarlozing. Biologische moeder moet 16> zijn en geen
gezag hebben.
Adoptieouders moeten minimaal 18 jaar ouder zijn dan het kind wat ze
willen adopteren, moeten drie jaar samenwonen (indicatie stabiele relatie)
en het kind moet al een jaar goed verzorgd bij hen wonen.
Haags adoptieverdrag: Regels voor adoptie over landgrenzen heen.
Adoptieouders verzoek indienen bij Justitie en Veiligheid, onderzoek door
Kinderbescherming-raad naar geschiktheid ouders. Daarna verplichte
voorlichtingscursus, beginseltoestemming van de minister. Via een
bemiddelingsbureau kan je dan op zoek naar een kind, zij vergaren
informatie voor het Haags Adoptieverdrag over afkomst en info kind. Als
3
, Jeugd en recht
het 2 ouders zijn moet het kind weer een jaar door ze verzorgd worden.
Als het er 1 is 3 jaar verzorgd worden.
Rechtzekerheid: Alles moet duidelijk zijn
Jeugdrecht dilemma: Aan de ene kant is het erg gericht op waarborgen
van ontwikkeling van het kind, aan de andere kant worden strenge
leeftijdsgrenzen onafhankelijk van de ontwikkeling gesteld. Dit gebeurt
met oog op rechtszekerheid.
Nederlands beleid houdt licht rekening met dynamische kant van
ontwikkeling: 12: Niet vervolgd 12-18: Jeugdstrafrecht. 18+: gewone
strafrecht
Onder 12 mag je je mening geven in zaken waar je in betrokken wordt als
kind, ouder moét in de gelegenheid gesteld worden. Dit laat zien dat er
rekening gehouden wordt aan toenemende mate van mening kunnen
geven.
Evolving capacities: Kinderen ontwikkelen zich, wet moet hier rekening
mee houden
Risicoaansprakelijkheid: Heeft een getrapt systeem van
verantwoordelijkheid om recht aan te doen aan de toenemende eigen
verantwoordelijkheid van het kind. Onder de 14 jaar kan schade
toebrengen door kind je als ouders aangerekend worden. Bij 14-15 zijn
ouders aansprakelijk behalve als ze kunnen aantonen er niet waren/niks
mee te maken hebben. Vanaf 16 jaar zijn kinderen zelf aansprakelijk voor
wat ze mensen of dingen aan schade aandoen.
Meerderjarigheid: Sinds 1988 is de grens 18 zoals in veel Europese
landen. Je staat dan niet meer onder gezag. Zelfstandig voor het recht.
Gezag eindigt op 18 jarige leeftijd, terwijl ouderschap altijd betrekking op
je blijft hebben
Handelingsonbekwaam: Minderjarigen kunnen niet zelfstandig in het
juridisch verkeer optreden, noch zelfstandig dure dingen kopen (zoiets kan
teruggedraaid worden door ouders)
Uitzonderingen op de onzelfstandigheid van minderjarigen:
Handlichting: Minderjarige krijgt meer verantwoordelijkheid,
bevoegdheid binnen een bedrijf, met toestemming van ouders; wordt echt
handelingsbekwaam gezien (zoals meer taken in een zaak mogen doen).
Een andere uitzondering; als een minderjarige moeder vraagt om
meerderjarig verklaard te worden zodat ze gezag kan aanvragen van haar
kind (wordt weer ingestemd in belang van kind en moeder)
Ook: Medische beslissing, procesbekwaamheid aangaande psychiatrische
dwangopname en het hoorrecht van minderjarigen (altijd inspraak in
geven van mening, recht om gehoord te worden).
Hoorrecht: Vanaf 12 in alle zaken betreffende het gezag die hen raken,
4