Periode 3 Persoon en Familierecht
1.1 Natuurlijke persoon vs. Rechtspersoon
Natuurlijk persoon: mens van vlees en bloed. Personen- en familierecht gaat over
natuurlijke personen.
Rechtspersoon: bestaat alleen op papier; rechtspersonen kunnen een zelfstandig
leven leiden in het recht, kunnen bezittingen en schulden hebben.
BV, NV, vereniging en stichting (privaatrechtelijk rechtspersoon, art. 2:3 BW)
Staat, provincies, gemeenten, waterschappen (publiekrechtelijk rechtspersoon,
art. 2:1 BW)
VOF, eenmanszaak: géén rechtspersoonlijkheid volgens BW, dus handelen als
natuurlijk persoon.
1.3 Handelings(on)bekwaamheid
Rechtshandeling: handelen gericht op een rechtsgevolg.
Minderjarigen (<18 jr.) kunnen niet zelfstandig rechtshandelingen verrichten
= handelingsonbekwaam (art. 1:234, lid 1 BW).
Rechtshandeling door handelingsonbekwame is vernietigbaar (art. 3:32 BW):
ouders minderjarige moeten zo snel mogelijk de koop ongedaan maken.
Geldt voor: koopovereenkomsten, sluiten huurovereenkomst, aangaan
leasecontract, rechtszaak voeren, huwelijk sluiten, vergunningaanvragen bij
gemeente of verzoek tot naamswijziging indienen.
Handlichting minderjarige
Bij absolute geldigheid handelingsonbekwaamheid zou elke aankoop van
minderjarige zonder toestemming ouders vernietigbaar zijn.
Opklimmende handelingsbekwaamheid (art. 1:234, lid 3 BW): hoe ouder het kind,
hoe meer het zelfstandig kan doen.
“In de maatschappij ‘normaal’ geachte uitgaven”
Handlichting (art. 1:235 BW): kantonrechter kan minderjarige op diens verzoek alvast
handelingsbekwaam verklaren voor bepaalde rechtshandelingen (vb.
transacties sluiten voor (eigen/familie) bedrijf.
Handelingsonbekwaam uitzonderingen
Uitzonderingen op handelingsonbekwaamheid:
Vanaf 16 jaar zelfstandig arbeidsovereenkomst sluiten.
Bij conflict over aovk zelfstandig rechtszaak voeren (art. 7:612 BW).
Vanaf 16 jaar zelfstandig medische behandelingsovereenkomsten sluiten.
Zelf afspraken maken met artsen, fysio, psycholoog en zelfstandig beslissen over
operaties (art. 7:447 BW).
1.4 Graden van bloed- of aanverwantschap
Mensen zijn familie van elkaar; verschillende manieren van verwantschap:
Bloedverwantschap: relatie tussen 2 personen van wie de 1 van de ander afstamt
(art. 1:3 BW).
Bloedverwantschap in rechte lijn: stammen rechtstreeks van elkaar af.
, Vb. grootmoeder – kleinzoon; vader – dochter
Bloedverwantschap in zijlijn: minstens één dezelfde stamouder.
Vb. broer – zus; tante – neef
Mensen zijn familie van elkaar; verschillende manieren van verwantschap - vervolg:
Aanverwantschap: verhouding tussen de ene echtgenoot/partner en de
bloedverwanten van de andere echtgenoot/partner.
Ontstaat door huwelijk of geregistreerd partnerschap, niet
door samenlevingscontract.
Aanverwantschap wordt niet opgeheven door echtscheiding
of beëindiging geregistreerd partnerschap.
Vb. schoonvader, schoonmoeder, schoonzoon/dochter, zwager, schoonzus
Berekenen graden bloedverwantschap
Aantal geboorten tellen tussen twee bloedverwanten.
Bij bloedverwanten in zijlijn eerst naar gemeenschappelijke stamouder.
Vb. Twee zussen – voor familierelatie tussen twee zussen zijn twee geboorten
nodig: moeder en zus.
Graden van bloedverwantschap
Eerste graad: ouders en kinderen
Tweede graad: broer, zus, opa, oma, kleinkinderen
Derde graad: oom, tante
Vierde graad: neef, nicht
Graden bloedverwantschap