Soorten belanghebbenden:
Leiding en werknemers
Eigenaren; aandeelhouders
Vermogensverschaffers
Afnemers en leveranciers
Overheid; fiscus
Vakbonden
Interne informatieverschaffing – gericht op management
Management accounting
Beslissingen en beheersen bedrijfsproces
Geen wettelijke regels
Externe informatieverschaffing – gericht op derden
Informatiebehoefte voor hun oordeelsvorming en/of besluitvorming t.a.v. de organisatie
Derden: alle belanghebbenden behalve de leiding
Jaarverslaggeving, tussentijdse berichtgeving of persbericht n.a.v. opvallende gebeurtenissen
Financial accounting
Wetgeving (Titel 9 boek 2 Burgerlijk Wetboek)
Interne informatieverschaffing Externe informatieverschaffing
Doorlopend – actuele informatie Minder grote frequentie
Gedetailleerd Minder specifiek
Sneller beschikbaar voor management Minder snel beschikbaar voor belanghebbenden
Toekomstgericht (actueel) Gericht op het verleden
Minder kans op verbloeming van de werkelijkheid Grotere kans op creative accounting
Financial accounting staat in verband met: bedrijfsadministratie, ondernemingsrecht, (belastingrecht), financiering
Externe verslaggeving
Jaarrekening
Balans
Winst- en verliesrekening (ofwel: resultatenrekening)
Pagina 20 – weergave balans en resultatenrekening
Balans – een momentopname van de waarde van de activa en passiva van de onderneming
Je kent de basis, maar enkele details om te onthouden:
Vlottende activa komen in principe op korte termijn in geldvorm vrij – liquiditeit
Eigen vermogen is risicodragend vermogen ofwel ondernemend vermogen – de vergoeding is
afhankelijk van het presteren van de onderneming
Vreemd vermogen is risicomijdend vermogen – de vergoeding is in principe onafhankelijk van het
presteren van de onderneming en de vreemdvermogenverschaffers komen bij liquidatie als eerst
aan bod
Voorzieningen worden gerekend als vreemd vermogen
Monetaire posten – hierbij hoeft de vertaalslag naar geld niet gemaakt te worden (zoals wel het
geval is bij materiële activa als productiemiddelen en voorraden)
Resultatenrekening – een overzicht van de opbrengsten en kosten gedurende een bepaalde periode en geeft over
deze periode het behaalde resultaat weer
, Periode- ofwel stroomgrootheden
Opbrengsten en kosten is niet (persé) ontvangsten en uitgaven
Voorbeeld: de huur over december, te betalen in januari
Voorbeeld 1.1 (pagina 21) – verband tussen de balans en resultatenrekening
Winstbepaling kan op twee manieren:
Vanuit de resultatenrekening – verschil opbrengsten en kosten
Vanuit de balans – toename (of afname) eigen vermogen
Let op: kapitaalstortingen en -onttrekkingen vallen niet onder winst of verlies, deze reken je
dus niet mee
Eigen vermogen einde periode €…
Eigen vermogen begin periode - €…
----
Vermogenstoename €…
Kapitaalstortingen - €…
Kapitaalonttrekkingen + €…
----
Winst €…
Verder wordt het verband tussen balans en resultatenrekening in sommige gevallen onderbroken door
rechtstreekse vermogensmutaties – dat wil zeggen dat mutaties in het eigen vermogen niet via de
resultatenrekening lopen
Rentabiliteit, solvabiliteit en liquiditeit
Rentabiliteit (profitability) – de verhouding tussen een inkomen (winst) en het vermogen dat dit inkomen heeft
verdiend
Beoordeling winstgevendheid en bepalen beleidsvorming op de lange termijn
Kan worden gerelateerd aan de omzet
Rentabiliteit Totaal Vermogen (RTV)
Totale vermogensopbrengst (winst vóór aftrek interest en belasting) uitdrukken in een % van het gemiddeld
totaal vermogen gedurende het boekjaar
Ter beoordeling van winstgevendheid van het transformatieproces; de wijze van financiering van de activa
speelt hierbij geen rol
Bedrijfsresultaat
RTV = × 100 %
Gemiddeld totaal geïnvesteerd vermogen
Rentabiliteit Eigen Vermogen (REV)
Nettowinst uitdrukken in een % van het gemiddelde eigen vermogen gedurende het boekjaar
Winst na aftrek van belasting
Winst na aftrek van(interest en)belasting
REV = ×100 %
Gemiddeld geïnvesteerd eigen vermogen
Gemiddelde rentabiliteit van het vreemd vermogen (RVV)
Rentelasten uitdrukken in een % van het gemiddeld vreemd vermogen gedurende het boekjaar
Het hefboomeffect
Het RTV betreft zowel de vreemd- als de eigenvermogenverschaffers. De RVV ligt vast (door de vastgestelde rente)
en de REV is afhankelijk van de prestatie van de onderneming en dus van de RTV. Indien de RTV hoger is dan de RVV,
, komt dit verschil ten goede aan de eigenvermogenverschaffers en zal de REV vóór aftrek van belasting hoger zijn dan
de RTV. Dan is er sprake van een positieve financiële hefboomwerking.
Solvabiliteit – de mate waarin de onderneming in staat is aan haar verplichtingen jegens de schuldeisers te voldoen
De bufferfunctie van het eigen vermogen staat hier centraal
Hoe groter de relatieve omvang van het eigen vermogen, des te beter de solvabiliteit
Verhouding tussen het eigen vermogen en het totale vermogen
Vuistregel: 1/3 voor industriële ondernemingen en 1/4 voor arbeidsintensieve ondernemingen
De bufferfunctie kan ook bestaan uit bijvoorbeeld:
Een achtergestelde lening – leningen waarop pas afgelost wordt als aan de verplichtingen ten opzichte van
de andere schuldeisers voldaan is
Deze en andere manieren noemt men een garantievermogen
Liquiditeit – de mate waarin de onderneming in staat is aan haar lopende betalingsverplichtingen te voldoen
Dynamische liquiditeit – een prognose van de verwachte ontvangsten en uitgaven voor de komende periode
(= liquiditeitsbegroting, maar deze wordt in het kader van externe verslaggeving zelfden verstrekt)
Statistische liquiditeit – kan eventueel uit de balans gehaald worden, door bijvoorbeeld te kijken naar de
verhouding tussen de vlottende activa en de kortlopende verplichtingen (= current ratio). Kan door
belanghebbenden dus berekend worden in het geval dat zij belang hebben bij deze informatie
Vlottende activa
Current ratio=
Kortlopende schulden
Vuistregel = 1.5 – 2, maar gezien de beperkingen is hier echter een moeilijke indicatie voor te geven
Window dressing – vóór berekening nog snel aflossingen doen op kortlopende schulden
Paragraaf 3 – geschiedenis van de externe verslaggeving. Deze eventueel doorlezen voor de toets.
Jaarrekening modellen – stamt deels uit de geschiedenis
Bezitsmodel
Geen sprake van scheiding tussen leiding en eigendom
Doel beperkt zich tot vergroten van kapitaal
Ondernemer en fiscus zijn de voornaamste belanghebbenden
Er wordt naast de fiscale jaarrekening vaak geen externe jaarrekening opgesteld
Eenmanszaak en VOF
Klassieke of gesloten model
Scheiding tussen leiding en eigendom
Twee partijen: kapitaalverschaffer en kapitaalbeheerder
Verantwoordingsfunctie naar kapitaalverschaffer
Moderne of open model
Beursgenoteerde ondernemingen, die voor hun kapitaalbehoefte een beroep doen op beleggers
Onderneming is een coalitie van meerdere partijen
Informatieverschaffing naar alle belanghebbende partijen
Ook behoefte aan niet-financiële informatie, zoals sociale jaarverslagen en milieujaarverslagen
Kwaliteitskenmerken van de jaarrekening
Relevantie
Betrouwbaarheid
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper TGK. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.